Een kleine cursus Deens
Het Deens is een taal die door maar weinig mensen wordt gesproken. Het Deens is voor Nederlanders vaak makkelijk te begrijpen maar moeilijk uit te spreken. Dit heeft te maken met bepaalde klanken die in het Deens wel voorkomen maar in het Nederlands niet. Hieronder een kleine toelichting op de Deense taal.
De Deense taal wordt door ongeveer 5,5 miljoen mensen wereldwijd gesproken. Het Deens is de eerste officiële taal van Denemarken en wordt daarnaast gesproken door minderheden op de Faeröer, in Groenland en in het Duitse Sleeswijk-Holstein. De Deense taal wordt geschreven in het Latijnse alfabet waaraan de letters Æ (ee), Ø (eu) en Å (oh) zijn toegevoegd. De letters Q, W, X en Z worden nauwelijks gebruikt. Het Deens heeft verwantschap met zowel het Engels als het Duits en het Fries. De taal is daarom voor Nederlanders niet moeilijk te begrijpen.
De Deense taal is kort en vlak. De taal kent weinig intonaties en voor Nederlanders klinkt de taal al gauw als een stortvloed van aan elkaar geplakte letters. Woorden worden in het Deens kort uitgesproken en de taal klinkt hierdoor vaak een beetje staccato. Het mist een zangerige intonatie. Hierdoor is de taal voor Nederlanders vaak lastig te spreken. Het Deens vereist de nodige oefening.
De Deense D
Een speciaal geval is de Deense D. Deze kan in het Deens op de volgende manieren worden uitgesproken:
- Als in Dansk (klinkt als: Densk, betekenis: Deens).
- Als in Vand (klinkt als: Ven, betekenis: Water).
- Als in Chokolade (klinkt als: Chocoleel, betekenis: Chocolade).
Vooral de laatste uitspraak is voor Nederlanders lastig. Probeer maar eens te zeggen:
Chokolade med flødeskum (klinkt als: Chocoleel meh fleulskoem, betekenis: Chocolademelk met slagroom)
Het bepaald lidwoord
Daarnaast maakt het Deens gebruik van het onbepaald en het bepaald lidwoord. Bij het bepaald lidwoord komt er een aanhechting achter het zelfstandig naamwoord. Dit verschilt met het Nederlands. In de Nederlandse taal is een het onbepaald lidwoord (bijv. een boek) en de of het het bepaald lidwoord (het boek).
In het Deens werkt dit anders. In de Deense taal zijn en en et de onbepaalde lidwoorden. Of een zelfstandig naamwoord voorafgegaan wordt door en of door et is niet aan regels gebonden en is dus volstrekt willekeurig. En en et zijn behalve onbepaalde lidwoorden ook bepaalde lidwoorden alleen volgen zij bij een bepaald zelfstandig naamwoord dus achter het woord.
- En kage (een cake) Kagen (de cake)
- Et hus (een huis) Huset (het huis)
- En kop (een kopje) Koppen (het kopje)
- Et glas (een glas) Glasset (het glas)
Ook in het meervoud bestaat er een bepaald lidwoord. Hierbij eindigt het zelfstandig naamwoord vaak op ne.
- Kager (cakes) Kagerne (de cakes)
- Huse (huizen) Husene (de huizen)
Gespreksstof
Hieronder volgen enkele zinnen in het Deens:
- Hej, jeg hedder Annie Hallo, ik heet Annie
- Jeg taler lidt Dansk Ik spreek een beetje Deens
- Jeg bor i København Ik woon in Kopenhagen
- Jeg kommer fra Holland Ik kom uit Nederland
- Jeg er gift Ik ben getrouwd
- Jeg har en lille søster og en storebror Ik heb een zusje en een broer
- Hvad med dig? Hoe gaat het met jou?