Meer bètastudenten in de bovenbouw en op de universiteit
Goed onderwijs is belangrijk voor de verdere economische en technologische ontwikkeling van ons land. Meer bètastudenten zouden bètavakken moeten willen volgen en verder studeren. In de praktijk blijkt die interesse nog al eens tegen te vallen. Waar wordt hieraan gedaan? Om het onderwijs aantrekkelijker te maken is het vak Natuur, Leven en Technologie ingevoerd. Een interessante aanpak die een nadere toelichting van het studiepakket vraagt.
Herinrichting tweede fase
Goed onderwijs is een belangrijke peiler voor de economische en technologische kracht van een land. Het onderwijs in ons land staat echter de laatste tijd aan veel kritiek bloot. De lesstof zou te versnipperd zijn en het onderwijsprogramma te overladen. Er worden grote vraagtekens gezet bij wat de leerlingen daadwerkelijk op school hebben opgestoken. Universiteiten merken dat de kennis van lesstof niet meer is wat het geweest is. Vaak moet er worden bijgespijkerd.
Bètavakken en exact kiezen
Bovendien is duidelijk merkbaar dat de interesse voor de zogenaamde bètavakken in ons land nog onvoldoende is. Om hier verandering in te brengen werd het geïntegreerde bètavak Natuur, Leven en Technologie, kortweg NLT, ingevoerd. Veel minder gaat het bij NLT alleen maar gaan om de droge kennis van de materie, maar staat vooral de interactie van de lesstof met de dagelijkse omgeving waarin we leven centraal. Het voordeel is ook dat leerlingen zien dat voldoende kennis van bijvoorbeeld natuurkunde nodig is voor allerlei interessante functies, en dat bètavakken wel degelijk een toegevoegde waarde hebben.
Modules
Bij NLT is gekozen voor een modulaire aanpak. Via modules maken de leerlingen kennis met allerlei actuele ontwikkelingen die zijn gekoppeld aan thema’s als sportprestaties, forensische technieken, klimaatverandering, mp3 spelers en rijden onder invloed. Om het vak nog aantrekkelijker te maken, is het de bedoeling om de modules verder aan te kleden met gastsprekers en practica. Inmiddels zijn er al dertien modules klaar en het aantal zal verder worden uitgebreid. Over een jaar of twee zullen dat er vijftig, misschien wel zestig zijn. Omdat een school naar schatting per jaar maar elf modules per leerling kan behandelen, zullen er door de leerlingen en de school keuzes moeten worden gemaakt. Het ligt voor de hand dat er over een paar jaar per school verschillende groepen NLT-leerlingen zullen ontstaan, met elk een anders samengesteld pakket aan modules. Althans, als de aanpak ook werkelijk wil aanslaan.
Meisjes zijn beter in exacte vakken
De opzet oogt zeer sprankelend. Het is goed denkbaar dat de aantrekkingskracht met de nieuwe aanpak sterk zal toenemen, ook al vinden velen van oudsher bètavakken wat saai en moeilijk. Regelmatig wordt gedacht dat vooral de meisjes afhaken. Het tegendeel blijkt waar te zijn, zo geeft onderzoek van Qompas uit 2016 aan (onder 25.000 scholieren uit de derde klas havo/vwo) dat de bètavakken natuurkunde, scheikunde, techniek, wiskunde en biologie zijn steeds populairder zijn bij de meisjes op school. Sterker nog, natuurkunde is het enige exacte vak waarop jongens beter scoren dan meisjes.
Conclusie meer bètastudenten
De aandacht voor bètavakken lijkt vooral bij de meisjes toegenomen te zijn en zij die de bètavakken volgen blijken er vaak ook goed in te zijn. Als het mee zit zullen ze met meer succes kunnen doorstromen naar
universiteiten en andere vervolgstudies. Dat is goed voor de verdere emancipatie en de economie van Nederland. In een tijdperk waarin technologie een grote rol speelt, zullen zij waarschijnlijk ook vrij eenvoudig een goede baan vinden en een interessante loopbaan kunnen uitstippelen.