Wat kan je met het vak verzorging?

Op school heb je het vak verzorging. En dat vak heb je niet voor niets! Bij verzorging leer je namelijk veel over de gezondheid van mensen en de zorg voor mensen. En die kennis kan je later nodig hebben in je beroep. Je krijgt een aantal voorbeelden van beroepen die veel met verzorging te maken hebben. En is er een beroep dat jou heel leuk lijkt? Je leert ook hoe je kunt uitzoeken wat je nu moet doen om later dat beroep te kunnen uitoefenen.

Wat kan je met verzorging?

In de verzorging kijk je naar de gezondheid van mensen en de zorg voor mensen. Er zijn heel veel verschillende dingen die met verzorging te maken hebben. Bijvoorbeeld de uiterlijke verzorging van mensen. Of de zorg voor zieken of gehandicapten. Of de hulp aan mensen met problemen. Verzorging heeft ook te maken met sport en vrije tijd. En met werk en de veiligheid op het werk en thuis. Bij verzorging kijk je ook naar voeding en de hygiëne in het huishouden. Of de voeding en hygiëne voor ziekenhuispatiënten of hotelgasten. Verzorging gaat tenslotte ook over het milieu. Hoe verzorg je mensen op zo’n manier dat je ook voor het milieu zorgt?

De opleiding die je nu volgt, en de vakken die je kiest, hebben invloed op het werk dat je later kunt gaan doen. Daarom is het goed er vast eens over na te denken. Weet je welk(e) beroep(en) jou interesse hebben? Dan moet je uitzoeken welke vooropleiding je daarvoor nodig hebt. En welke vakken er op je diploma moeten staan. Je decaan of klassenleraar kan je daarbij helpen.

• Beroepen met uiterlijke verzorging
• Beroepen met de lichamelijke of geestelijke gezondheid van mensen
• Beroepen met sport en vrije tijd, arbeid en veiligheid
• Beroepen met voeding, huishouden en consumenten
• Is een beroep met verzorging iets voor jou?

Beroepen met uiterlijke verzorging

Kapper

Als kapper (of kapster) voer je allerlei werkzaamheden uit in een kapperszaak. Bijvoorbeeld knippen, wassen, permanenten en modelleren. Je werkt onder leiding van iemand die allround kapper is. Dat kan je zelf ook worden. Als allround kapper kan je in een kapperszaak werken als eerste kapper en eventueel leiding gaan geven aan de andere kappers. Heb je tijdens je opleiding het diploma Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) gehaald, dan kan je later een eigen zaak beginnen.

Als kapper moet je goed met je klanten kunnen omgaan. Je maakt afspraken en brengt koffie en thee rond. Je moet de wensen van je klanten begrijpen en rekening houden met de mode. Je geeft je klanten veel tips en uitleg geeft over haren. En over hoe ze zelf hun kapsel kunnen onderhouden. Daarnaast kun je met verschillende haarsoorten werken en natuurlijk allerlei kapsels maken.

Om voor kapper te mogen leren moet je een VMBO-diploma op zak hebben. Ook mag je voor kapper leren met een VBO of MAVO-diploma, of een overgangsbewijs van 3 naar 4 HAVO of VWO.

Modemanager

Een modemanager heeft een commerciële functie in de (inter)nationale modewereld. Je kan je tijdens de studie in verschillende richtingen specialiseren: Kleding, Schoenen & Lederwaren, Sportartikelen of Woontextiel.

Als modemanager moet je gevoel hebben voor marketing. Je kunt modetrends vertalen naar goed verkopende modecollecties. Je werkt mee aan het inkopen van modematerialen- of producten en het ontwikkelen van manieren om je producten zo goed mogelijk te verkopen. Verder heeft je werk veel met management te maken. Dus moet je een organisatie kunnen structureren. Je moet kunnen omgaan met financiële en logistieke gegevens en dat vertalen naar omzet- en winstgegevens. En je moet goede communicatieve vaardigheden hebben, zoals met mensen omgaan en onderhandelen.
Afgestudeerde modemanagers werken vaak als filiaalmanager, bedrijfsleider, verkoopleider, inkoper of zelfstandig ondernemer.

Om de opleiding tot modemanager te kunnen volgen moet je een HAVO- of VWO-diploma op zak hebben.

Beroepen met de lichamelijke of geestelijke gezondheid van mensen

Verloskundige

Een verloskundige is een specialist in de verloskunde: je kunt het normale verloop van een zwangerschap van een afwijkend verloop onderscheiden. Als verloskundige begeleid je zwangere vrouwen gedurende hun zwangerschap. Als de zwangerschap normaal verloopt begeleid je de thuisbevalling. Daarna controleer je de toestand van moeder en kind de eerste dagen na de geboorte. Als de zwangerschap niet normaal verloopt, maak je een inschatting van wat er aan de hand kan zijn en hoe ernstig dat is. Aan de hand van je inschatting verwijs je de zwangere vrouw door naar een gynaecoloog of een andere specialist.

Als je bent afgestudeerd kan je je zelfstandig vestigen, alleen of in een groepspraktijk. Ook gaan veel verloskundigen werken in de praktijk van een collega, in een ziekenhuis, gezondheidscentrum of opleidingscentrum. Trekt het buitenland je aan? Het is ook mogelijk om voor een hulpverleningsorganisatie te werken als verloskundige in een ontwikkelingsland.

Om tot de opleiding Verloskunde te worden toegelaten, moet je ten minste een HAVO-diploma op zak hebben. In je pakket moeten de vakken biologie en scheikunde zitten.

Sociaal pedagogisch werker

Als sociaal pedagogisch werker werk je met (groepen) kinderen of oudere mensen. Soms hebben die een verstandelijke of lichamelijke handicap. Je weet hoe je de ontwikkeling van kinderen of gehandicapten kunt stimuleren en welke activiteiten je daarbij kunt ondernemen.

Je kunt als sociaal pedagogisch werker bijvoorbeeld aan de slag met jonge kinderen in een kinderdagverblijf. Of in het basisonderwijs als assistent. Of je kiest voor de gehandicaptenzorg, waar je als groepsleidster verantwoordelijk bent voor een aantal bewoners. Je helpt dan bij allerlei activiteiten en dagelijkse bezigheden. Het is belangrijk dat je goed kunt samenwerken met collega’s en vrijwilligers, want je zult vaak in teamverband werken. Ook heb je met ouders of verzorgers te maken, dus moet je communicatief en sociaal vaardig zijn. En omdat je met mensen werkt, kom je vaak voor onverwachte situaties te staan, die je goed moet kunnen oplossen.

Om tot de opleiding sociaal pedagogisch medewerker te worden toegelaten moet je een overgangsbewijs hebben van 3 naar 4 HAVO/VWO. Of een VMBO-diploma theoretische, gemengde of kaderberoepsgerichte leerweg.

Beroepen met sport en vrije tijd, arbeid en veiligheid

Sport- en bewegingsleider

Een sport- en bewegingsleider geeft sportles aan deelnemers van sport- en bewegingsactiviteiten. Je werkt vaak met groepen, maar soms begeleid je mensen ook individueel. Onderdelen van je werk zijn: motiveren van de deelnemers en hun enthousiasme vergroten. Maar ook de deelnemers observeren en het gebeuren evalueren, om de activiteiten zo goed mogelijk te laten aansluiten op de vraag naar sport- en bewegingsactiviteiten.

Uiteraard ben je zelf sportief en ken je de regels van heel veel verschillende soorten sporten. Je weet hoe je mensen kan laten ontspannen en hoe je ze bepaalde vaardigheden kan leren. Je moet goed met mensen kunnen omgaan en goed kunnen samenwerken.
Sport- en bewegingsleiders vinden werk op heel verschillende plaatsen. Bijvoorbeeld bij sportverenigingen, bij gemeentes, bij de brandweer, in de gehandicaptenzorg of op basisscholen.

Om tot de opleiding sport- en bewegingsleider te worden toegelaten moet je een overgangsbewijs hebben van 3 naar 4 HAVO/VWO. Of een VMBO-diploma theoretische, gemengde of kaderberoepsgerichte leerweg. Het is verstandig om zoveel mogelijk de volgende vakken in je pakket op te nemen: Engels, Duits, natuurkunde, scheikunde, biologie. Verder is enige praktische ervaring gewenst op het gebied van leidinggeven bij sport en bewegen en moet je bij voorkeur een all round sportman/vrouw zijn. Voordat je aangenomen wordt, wordt soms een toelatingsonderzoek gedaan.

Loopbaanadviseur

Een loopbaanadviseur weet alles over werk en opleidingen. Je geeft adviezen en je begeleidt mensen bij het kiezen van beroep of opleiding. Daarom moet je goed met mensen kunnen omgaan en goed kunnen luisteren. Je werkzaamheden zijn gericht op het verbeteren van het welzijn van mensen in hun werksituatie en op een goede organisatie van de werknemers in bedrijven en instellingen.

Als loopbaanadviseur kan je bijvoorbeeld gaan werken bij een Centrum voor werk en inkomen. Maar denk ook aan streekscholen, schooldecanaten, open universiteiten, centra voor beroepenoriëntatie en beroepsoefening, diensten voor etnische minderheden, speciale projecten voor doelgroepen, enzovoorts. Als loopbaanadviseur kan je bijvoorbeeld ook aan de slag als arbeidsdeskundige bij het GAK, als opleidingsfunctionaris, als medewerker opleiding, vorming en training en als medewerker assessmentcenter.

Om loopbaanadviseur te worden moet je de opleiding Personeel en Arbeid volgen. Dat is een HBO-opleiding waarmee je veel kanten op kunt: van loopbaanadviseur tot personeelsmanager en van arbeidsbemiddelaar tot organisatieadviseur. Om tot de opleiding Personeel en Arbeid te worden toegelaten, moet je een HAVO- of VWO-diploma op zak hebben.

Beroepen met voeding, huishouden en consumenten

Kok

Als kok is het je voor voornaamste taak om de voorbereidende werkzaamheden in de keuken te verrichten. Daarnaast bereid je natuurlijk gerechten voor, die de gasten gekozen hebben. Een kok kent heel veel kooktechnieken en weet verder veel over de hygiëne en veiligheid in de keuken. Verder moet je als kok flexibel en zelfstandig zijn en in een team kunnen werken.

Koks werken voornamelijk in horecabedrijven zoals restaurants, bistro's en hotels. Maar je ook aan de slag in diverse zorginstellingen waar je als kok de gerechten kunt klaarmaken. Denk hierbij aan verzorgings- en verpleeghuizen, instellingen voor gehandicapten en ziekenhuizen. Je maakt daar vooral maaltijden voor veel mensen tegelijk en je werkt onder leiding van een ervaren collega.

Voor de opleiding tot kok hoef je geen diploma te hebben. Je wordt in principe toegelaten tot deze opleiding vanaf 16 jaar of als je 10 jaar dagonderwijs hebt gevolgd of met een diploma niveau 1: Horeca-assistent.

Facilitair leidinggevende

Een facilitaire dienst zorgt voor de ondersteunende en huishoudelijke taken in een bedrijf of instelling. Denk hierbij aan eten koken, maaltijden serveren, gebouwen onderhouden, beveiligen en schoonmaken. En ook aan het beheer van het magazijn en de voorraad.Op deze terreinen ga jij leidinggevende taken uitvoeren.

Als facilitair leidinggevende kun je aan de slag in allerlei verschillende bedrijven of instellingen. Bijvoorbeeld in een ziekenhuis, verzorgingshuis, verpleeghuis, hotel, conferentieoord, bedrijfskantine, restaurant of cateringbedrijf.

Om tot de opleiding facilitair leidinggevende te worden toegelaten moet je een overgangsbewijs hebben van 3 naar 4 HAVO/VWO. Of een VMBO-diploma theoretische, gemengde of kaderberoepsgerichte leerweg.

Is een beroep met verzorging iets voor jou?

Lijkt een beroep in de verzorging jou wel wat?
Dan wordt het tijd om uit te zoeken wat dat beroep precies inhoudt. En welke opleiding voor dat beroep nodig is.

1.

Waar vind je informatie?
Zoek informatie op internet of in beroepengidsen. (Onderaan dit artikel staan de namen van een aantal websites waar je veel informatie kunt vinden over beroepen.)
Probeer antwoord te geven op de volgende vragen:

• Welke opleiding(en) heb je nodig voor dit beroep?
• Welke vooropleiding(en) heb je nodig om die opleiding(en) te kunnen volgen? Welk profiel heb je nodig of welke vakken moet je daarbij in je pakket hebben?
• Wat houdt het beroep in?

2.

Hoe kom je er achter of een beroep echt zo leuk is als het lijkt? Door met mensen te praten die dat beroep hebben. Ga op zoek naar iemand die het beroep uitoefent. Dat kan bijvoorbeeld een familielid zijn, een kennis of een ouder van iemand uit je klas. Kan je niemand vinden, vraag dan of je docent je kan helpen.

3.

Hoe stel je de juiste vragen? Door van te voren een vragenlijst te maken. Neem die lijst mee en schrijf de antwoorden op. Het is handig als je je vragenlijst van te voren opstuurt naar de persoon die jou over zijn of haar beroep gaat vertellen. Vraag ook je docent om je vragenlijst door te nemen. Zorg ervoor dat de vragen binnen een half uur beantwoord kunnen worden.

Voorbeelden van vragen die je kunt stellen zijn:

• Welke opleiding heeft u gevolgd?
• Was het een leuke opleiding?
• Welk werk doet u nu precies?
• Wat is het leuke aan dit werk?
• Wat is het minst leuke aan dit werk?
• Is het zwaar werk?
• Moet u wel eens bijleren?
• Moet u vroeg beginnen?
• Moet u wel eens ’s avonds of in een weekeind werken?

4.

Waar houd je het gesprek?
Probeer het gesprek te houden op de plaats waar het werk wordt uitgevoerd. Dus, wil je graag groenteman worden? Vraag dan of je de groenteman in zijn winkel mag opzoeken. Dan kan hij je alles laten zien en misschien mag je wel even helpen.

5.

Wat is jouw conclusie over dit beroep?
Probeer tenslotte voor jezelf de belangrijkste vraag te beantwoorden: zou je dit later wel willen gaan doen? Waarom wel of waarom niet?

Hopelijk helpt dit artikel je bij het vinden van het juiste beroep. Heel veel succes.