Het geheugen en tips bij het studeren

Het geheugen en tips bij het studeren Voor het onthouden van je leerstof gebruik je je geheugen. Je hebt een kortetermijngeheugen en een langetermijngeheugen. Bij het studeren is het de bedoeling dat je de leerstof opslaat in je langetermijngeheugen, zodat je je de stof later weer kunt herinneren. Hoe werkt je geheugen eigenlijk? En hoe kun je dan die leerstof het beste in je langetermijngeheugen opslaan? Elke scholier of student heeft het wel eens meegemaakt: je bent een toets aan het maken, en je weet nog wel waar het antwoord op die vraag stond, maar het antwoord zelf weet je niet meer. Ook gebeurt het regelmatig dat je tijdens een toets een antwoord niet meer weet, en na afloop opeens weer wel. Dit heeft allemaal te maken met je geheugen.

Informatie verwerken

Voordat je iets kunt opslaan in het geheugen, moet je het wel hebben waargenomen. Het opnemen van informatie doe je met je zintuigen. Alles wat je ziet, proeft, hoort, ruikt of voelt wordt opgeslagen in je sensorisch geheugen, ook wel zintuigelijk geheugen genoemd. Het zintuigelijk waarnemen van je omgeving kan zowel bewust als onbewust plaatsvinden. Hoe bewuster dit proces is, hoe beter je het kunt onthouden.

Vervolgens kun je de binnengekomen informatie verwerken, of je kunt ervoor kiezen om er niets mee te doen. Stel dat je tijdens een les of college de leraar iets hoort zeggen. Dan gaat deze informatie naar je sensorische geheugen. Nu kun je de informatie laten voor wat het is en er dus niets mee doen, in dat geval zal de informatie uit je geheugen gewist worden. Maar je kan de informatie ook voor jezelf herhalen. Door dit herhalen gaat de informatie verder naar je kortetermijngeheugen (KTG), ook wel werkgeheugen genoemd.

Wederom heb je nu de keus om de informatie te laten voor wat het is, dus om er niets mee te doen. In dat geval zal de informatie uit jouw geheugen verdwijnen. Je kunt echter ook wel iets doen met de binnengekomen informatie. Door er structuur in aan te brengen, en de informatie te organiseren, kun je het doorsturen naar je langetermijngeheugen (LTG). Dit organiseren kun je doen door de informatie te koppelen aan andere informatie, bijvoorbeeld aan iets wat je in je lesboek hebt gelezen. Je verbindt dus nieuwe informatie aan de informatie die al in jouw LTG aanwezig is. Hoe meer kennis je al hebt, hoe makkelijker het is om nieuwe informatie op te slaan.

Het is ook van belang dat je bestaande informatie uit je geheugen kunt oproepen: oftewel om informatie te herinneren. Hierbij ontstaat er een samenwerking tussen je LTG en je KTG, een samenwerking die niet altijd vlekkeloos verloopt.

Kortetermijngeheugen

Of de informatie van je sensorische geheugen naar je KTG verhuist, is afhankelijk van je aandacht. Jouw aandacht wordt door een aantal factoren beïnvloed. Ten eerste door je fysieke toestand. Wanneer je ontspannen bent en goed bent uitgerust, kun je beter je aandacht aan een taak besteden dan wanneer je je gestrest voelt en moe bent. Ten tweede door je geestelijke vermoeidheid. Na ongeveer 50 minuten is je concentratiepeil gezakt, en kun je je minder goed concentreren op de leerstof. Als je regelmatig een kleine pauze inlast, kun je je dus beter concentreren op de leerstof en zal je het beter onthouden. Ten derde door je motivatie. Als je voor een vak leert waar je weinig interesse in hebt, dan is het moeilijk om je te concentreren. In dat geval is het een goed idee om op zoek te gaan naar een interessante invalshoek, of door jezelf erop te wijzen wat het belang van het vak is. Ten vierde door de moeilijkheidsfactor, hoe moeilijker een vak is, hoe minder goed je je kunt concentreren. Ten vijfde door stressfactoren of faalangst. Wanneer je je druk maakt om de toetsen en examens, is het moeilijk om je op de leerstof te concentreren. En tot slot door de omgeving. Wanneer er veel om je heen gebeurt, ben je sneller afgeleid en kun je je ook minder goed concentreren.

Het KTG heeft twee specifieke kenmerken: het kan informatie slechts voor een beperkte tijd opslaan en het heeft een beperkte capaciteit. Informatie blijft slechts 15 tot 20 seconden hangen, tenzij je de informatie regelmatig herhaalt. Je bent ook slechts in staat om zeven items te onthouden, de overige informatie vergeet je weer.

Feitenkennis

Waarom zou je eigenlijk zo je best doen om kennis in je geheugen op te slaan? Die feiten kun je toch ook gewoon opzoeken? Uiteraard kan dat wel, maar daar lijdt je KTG onder. Als je meer kennis hebt opgeslagen in je geheugen, dan is er in je KTG meer ruimte over om kritisch na te denken of oplossingsstrategieën te bedenken. Dus door het stampen van al die grammaticaregels bij het vak Duits, kun je je op de toets beter concentreren op het toepassen ervan. En daardoor kun je ook weer betere resultaten behalen.

Bij het leren van woordjes of feiten, is de kans groot dat je de woorden/feiten die het eerst in de lijst voorkomen het beste onthoudt. Dit komt doordat je hieraan de meeste aandacht besteedt. Dit wordt het voorrangs-effect genoemd. De laatste items kun je je vaak ook goed herinneren, omdat deze nog vers in je geheugen liggen. Dit wordt het recentheids-effect genoemd. Ook woorden en feiten die om een bepaalde reden extra opvallen, kun je beter onthouden. Dit wordt het isolatie-effect genoemd. Op dit laatste effect kun je ook goed inspelen. Stel je voor dat je een lijst met woordjes moet leren, en dat je dat ene woord maar niet kunt onthouden. In dat geval helpt het al door dat woord te markeren, waardoor het extra opvalt en waardoor dus het isolatie-effect kan optreden.

Langetermijngeheugen

De capaciteit en de opslagduur van het LTG is onbeperkt. In principe ben je dus in staat om alles op te slaan wat je in je KTG hebt gestructureerd en geordend. De kennis in het LTG wordt ingedeeld in drie soorten, namelijk in declaratieve kennis, procedurele kennis en situationele kennis. De declaratieve kennis omvat de semantische kennis en de episodische kennis. Je semantische kennis bevat feiten, definities, regels en persoonlijke voorkeuren. De episodische kennis heeft betrekking op jouw persoonlijke ervaringen. Wanneer je terugdenkt aan een toets die je hebt gemaakt, dan kun je je misschien nog herinneren hoe hard je hebt gestudeerd daarvoor. Dit is de episodische kennis. Als je je ook nog de vragen herinnert die op de toets werden gesteld, dan is het semantische kennis. Procedurele kennis is kennis over hoe je iets moet doen. Het gaat om specifieke vaardigheden, zoals het maken van een staartdeling, of om meer algemene vaardigheden, zoals het maken van een weekplanning. De situationele kennis is kennis over het toepassen van wat je weet. Waar en wanneer gebruik je een bepaalde wiskundige formule of een wetenschappelijke theorie?

Vergeetcurve van Ebbinghaus

Je geheugen is dus in staat om heel veel informatie op te slaan. Maar toch kun je je niet alles herinneren. Hermann Ebbinghaus onderzocht dit, en ontwierp aan de hand van zijn onderzoek de vergeetcurve. Hierin staat dat je 20 minuten na het bestuderen van een onderwerp nog maar 60% weet, na 1 uur is dit ongeveer 45%, na 6 dagen nog maar 20%. Hierna blijft het redelijk stabiel. Deze steile afname treedt gelukkig minder snel op naarmate je meer met de leerstof doet. Zo kun je het blijven herhalen en het koppelen aan andere informatie, zodat het meer samenhang krijgt en betekenisvoller wordt.

Tips bij het studeren

Veel jongeren (en ook volwassenen) denken dat zij meer weten dan daadwerkelijk het geval is. Dit betekent dat veel studenten en scholieren denken dat zij voldoende hebben gestudeerd, terwijl dit nog helemaal niet zo is. Uit onderzoek blijkt dat studenten maar 68% van de totale tijd die nodig is besteden aan het studeren. Wanneer je als student of scholier dus denkt dat je voldoende hebt gestudeerd en alles onder de knie hebt, is het handig om toch nog eens 25% extra tijd te investeren in het studeren. Onderstaande tips kunnen je helpen om de leerstof beter te onthouden.

Wanneer je een tekst bestudeert, is het belangrijk dat je alles wat erin staat begrijpt. Als je iets niet begrijpt, dan hoef je het ook (nog) niet te bestuderen. Je onthoudt het dan niet. Zorg er dus voor dat je al je leerstof altijd begrijpt.
Bestudeer teksten niet letterlijk in. Je kunt informatie namelijk beter onthouden wanneer je het op een bepaalde manier hebt bewerkt. Breng structuur aan in een tekst, en benoem het ook in je eigen woorden.

Denk na over de betekenis van wat je leert. Dit kun je doen door jezelf vragen te stellen. ‘Waarom is iets zo?’ Het is ook nuttig om na het lezen van een hoofdstuk de kernideeën hiervan op papier te zetten, en hiervan een samenvatting of een schets te maken. Je denkt op die manier actief na over de leerstof.

Houd er rekening mee dat je KTG een beperkte capaciteit heeft. Wanneer je bijvoorbeeld woordjes moet leren, is het slim om dit in stukjes in te delen van zeven woordjes. Bij veel onsamenhangende tekst is het nuttig om meteen op zoek te gaan naar verbanden en structuren.

Herhaal de leerstof altijd. Probeer voor alle leerstof vaste herhalingsmomenten in te plannen. Als je bijvoorbeeld vandaag een tekst leest, herhaal dat dan morgen nog een keer voor jezelf. Je moet ook niet teveel tijd per keer besteden aan de studie, want dan onthoud je het minder goed. Door meerdere studeersessies te houden, oefen je je geheugen met het oproepen van de stof. Dit wordt ook wel het spacing-effect genoemd.
© 2014 - 2024 Kath-v, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Doelgericht studeren: herhalen van de leerstofDoelgericht studeren: herhalen van de leerstofHoe kan je betere examen resultaten halen? Hoe kan je betere tentamen resultaten behalen? Hoe kan je betere studie resul…
Studeren: onthouden van kennis, hoe?Studeren: onthouden van kennis, hoe?Hoe kan de student zijn bestudeerde leerstof beter onthouden tijdens de studie? Enkele aanwijzingen voor de student voor…
Hoe werkt je geheugen?Hoe werkt je geheugen?Het geheugen van de mens zit ingewikkeld in elkaar. Herinneringen kun je kort bewaren, lang, of iets ertussenin. Ook sla…

Tips om studie-ontwijkend gedrag (sog) te voorkomenTips om studie-ontwijkend gedrag (sog) te voorkomenElke student en scholier doet het: soggen. Sog staat voor studie-ontwijkend gedrag, en betekent dat je bezig bent met an…
Hoe kan je als student lessen voorbereiden?Hoe kan je als student lessen voorbereiden?Docenten zijn niet de enige die lessen voor moeten bereiden. Als student kan het heel voordelig zijn om, voordat je naar…
Bronnen en referenties
  • Tommy Opgenhaffen - Leren hoe? zo!
Kath-v (19 artikelen)
Gepubliceerd: 02-09-2014
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Studievaardigheden
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.