Leren leren: Hoe leg je verbanden in de cursus?
Als je bij het studeren geconfronteerd wordt met grote hoeveelheden leerstof is het vaak moeilijk om zaken tot op het examen te onthouden. Daarom is het goed om weten dat je de studiestof beter onthoudt als je verbanden kan leggen. Er zijn drie studievaardigheden die je daarbij helpen: je voorkennis activeren door wat je al weet te gebruiken bij het studeren, de inhoudstafel benutten om het overzicht op het geheel te bewaren en jezelf kwaliteitsvolle vragen stellen over de leerstof. Door deze vaardigheden te integreren in je studieproces, ga je op een actievere wijze met het nieuwe cursusmateriaal aan de slag wat de kans op een geslaagd examen vergroot.
De inhoudstafel gebruiken
De inhoudsopgave geeft je een overzicht van de leerstof. Zo zie je op welke manier de verschillende thema’s en onderdelen uit de cursus met elkaar in verband gebracht zijn. Het geeft je een helikopterzicht op wat je moet kennen.
Hoe gebruik je de inhoudstafel?
- Lees de inhoudstafel van het stuk dat je zal studeren, zo krijg je een eerste overzicht.
- Leg de inhoudstafel voor je, zo zie je op elk moment in welk deel van de cursus je gekomen bent.
- Maak er een gewoonte van om tijdens het studeren geregeld naar de inhoudsopgave te kijken: wat heb je al geleerd? Waar ben je nu mee bezig? Wat komt later nog aan bod?
Je voorkennis activeren
Je bent geen onbeschreven blad. Je hebt reeds heel wat kennis en vaardigheden die jouw leren bepalen. Je kan deze voorkennis actief gebruiken wanneer je nieuwe informatie instudeert. Nieuwe kennis wordt dan verankerd door alles wat je leert als het ware vast te knopen aan de reeds aanwezige voorkennis.
Hoe de voorkennis activeren?
- Zoek naar aanknopingspunten: waar hoorde/las/zag je al eens iets over dit cursusonderdeel?
- Maak de leerstof concreet door voorbeelden uit je eigen omgeving te zoeken.
- Noteer de links en voorbeelden in kernwoorden in je cursus.
Vragen stellen
Door het stellen van vragen leg je verbanden in de leerstof. Vooral inzichtsvragen zijn hiervoor geschikt. Probeer vragen te bedenken waarvan het antwoord inzicht geeft in de leerstof. Noteer de vragen aan de rand van de pagina in de cursus.
Een ander voordeel van deze studietechniek is dat je de vragen nadien kan gebruiken om jezelf te overhoren.
Weetjesvragen
Deze vragen beginnen met “Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? Waarvoor? …”.
- Wat is een … ?
- Hoe werkt het?
- Waar en wanneer vond het plaats en wie waren erbij betrokken?
- Waarom ...
Inzichtsvragen
Inzichtsvragen prikkelen je om verbanden te leggen tussen verschillende stukken in de cursus.
- Wat is het verband tussen ...?
- Wat zijn de oorzaken/gevolgen van ...?
- Wat zijn de gelijkenissen/verschillen tussen?
- Wat zijn de voordelen/nadelen van ...?
Toepassingsvragen
- Waar kan ik dit toepassen?
- Waar kan ik dit in de praktijk van mijn opleiding tegenkomen?
- Wat kan ik hiervan leren voor de toekomst (een vervolgcursus, een paper, een beroep, …)
Aan de slag
De drie technieken zijn makkelijk te integreren in elke studiemethode. Het duurt niet lang om ze toe te passen en de leerwinst is groot. De genoteerde vragen en voorbeelden brengen je cursus tot leven en verhogen je concentratie bij het studeren.
Veel succes!