Weetjes over Italië: over panetone, mimosa en befana
Een spreekbeurt over Italië... Pff, wat kan je hier over vertellen? Een hoop cijfers over landbouw, industrie, bevolkingsaantal? Saai! De halve klas ligt na een kwartier te slapen! Verwerk eens interessante weetjes over Italië in je spreekbeurt. Het zal een toffe spreekbeurt worden en iedereen zal geboeid naar je luisteren! Om nog maar over je punten te zwijgen, want ook de juf of de meester zal blij verrast zijn met deze aparte aanpak. Deze weetjes kunnen ook gebruikt worden om quizvragen mee te maken.
Italië
De officiële naam van Italië is Italiaanse Republiek. Italië is een land met een heel specifieke vorm die iedereen wel kent. Het land ziet er uit als een laars. Naast de laars ligt ook nog een eilandje: Sicilië. Soms spreekt men ook wel van een been of een voet (het schiereiland Italië) die tegen een bal (het eiland Sicilië) trapt. Als buurlanden heeft Italië Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië. De andere grenzen van Italië zijn zeeën: de Tyrreense Zee, de Middellandse Zee, de Ionische Zee en de Adriatische Zee. Verder telt Italië ook drie eilanden. Het eerder vermeldde Sicilië en daarna ook nog Sardinië en Elba. De hoofdstad van Italië is Rome. Italië is onderverdeeld in 20 regio's en 110 provincies. In het noorden zijn er mooie meren: het Comomeer, het Gardameer en het Lago Maggiore. De vlag van Italië bestaat uit drie vertikale banden: groen - wit - rood. Het gerecht insalata caprese (rode tomaten met witte mozarella en groene basilicum) werd geïnspireerd door de Italiaanse vlag.
Beknopte geschiedenis van Italië
In de oudheid was Rome het centrum van het Romeinse Rijk. Rome werd volgens een legende gesticht door Romulus en Remus. In de Middeleeuwen was Italië de bakermat van de Renaissance, een kunststroming die nog lang daarna invloed zou hebben zowel in Italië zelf als in andere landen. Begin twintigste eeuw kwam Mussolini aan de macht. De man was een echte dictator. Hij wilde terug een imperium uitbouwen dat gelijk zou zijn aan het
Imperium Romanum. Tijdens
Wereldoorlog II was Mussolini en dus ook Italië een bondgenoot van nazi-Duitsland. Door een aantal veroveringen bereikte het Italiaanse Rijk op dat moment zijn hoogtepunt qua omvang. Na de oorlog werd Mussolini vermoord. In 1946 werd Italië een Republiek.
Italië aardrijkskundig
75% van Italië zijn bergen en heuvels. In het noorden van Italië zijn er de Alpen, met als hoogste berg de Mont Blanc (4765 meter). De bekendste rivieren van Italië zijn de Tiber, de Arno en de Po. Rond de Po vind je de Po-vlakte, een erg vruchtbaar gebied. Daarom wordt het ook de graanschuur van Italië genoemd. In Italië zijn er heel wat vulkanen. Een van de meest actieve vulkanen ter wereld bevindt zich in Sicilië: de Etna. Verder zijn er ook nog de Vesuvius - de vulkaan die Pompeï verwoestte -, de Stromboli en de Vulcano.
Taal
De hoofdtaal in Italië is het Italiaans. Het Italiaans komt van het Latijn. Naast Italiaans wordt er ook Frans en Duits gesproken. De Duitstalige gemeenschap noemt men ook de Zimbern. "Hallo" in het Italiaans is "ciao".
Feesten in Italië
Kerstmis
In het Italiaans heet Kerstmis Natale. De meisjesnaam Nathalie / Nathalia is hiervan afgeleid. Natale betekent geboortedag. Met Kerstmis wordt soms een ceppo opgezet. Dit is een open piramide waarin men kerstspullen kan zetten. Ook wordt er een speciale cake gegeten: de panetone. Deze kegelvormige, nogal droge cake bestaat in vele varianten, onder andere met chocolade, met stukjes gekonfijt fruit of met citroensmaak. Hij is ook bij ons verkrijgbaar rond de kerstperiode.
Oudejaarsnacht en Nieuwjaar
Tijdens oudejaarsnacht dragen Italiaanse vrouwen rood ondergoed. Dit staat voor geluk in het nieuwe jaar. Het rode ondergoed wordt hen vaak cadeau gedaan door hun geliefde. Zo hebben ze een nieuw setje voor het komende jaar.
Italiaanse Driekoningen: La Befana
Op 6 januari - onze
Driekoningen - wordt in Italië La Befana gevierd. La Befana is een kerstheks. Op La Befana krijgen Italiaanse kinderen cadeautjes. Het gebruik komt overeen met ons
Sinterklaasfeest. Oorspronkelijk kregen de brave kinderen snoep en de stoute kinderen kool of donkere snoep.
8 maart: La Festa della Donna
Op acht maart krijgen vrouwen in Italië een bosje gele mimosa. De bloemen van de mimosa zijn als vrouwen: ze zijn erg kwetsbaar maar na de koude en strenge winter staan zij er ook als eersten. Op die dag worden er ook allerlei dingen gedronken en gegeten op basis van mimosa. Zo is er bijvoorbeeld mimosataart en een cocktail met mimosa. Ook in Italië geldt: zeg het met bloemen!
Pasen
Op Giovedi Santo (goede vrijdag) wordt in Toscane een brood met rozemarijn gebakken. Je vindt Pan di Ramerino in alle bakkerijen rond Pasen in deze streek. In het brood zitten ook rozijnen. Soms laat men het takje rozemarijn in het brood zitten, soms haalt men het er uit.
Italiaanse lekkernijen
Pasta en pizza
Wie Italië zegt, denkt onmiddellijk pasta en pizza. Maar wist je dat pasta eigenlijk uit
China afkomstig is? Toch zijn het de Italianen die pasta wereldberoemd hebben gemaakt en die pasta hebben in alle soorten en maten. Ook pizza's bestaan in veel varianten al naargelang wat men op het deeg legt.
Koffie
Wie Italië zegt denkt ook onmiddellijk aan koffie. De Italiaanse namen voor de verschillende soorten koffie worden wereldwijd gebruikt. De espresso, de cappuccino, de latte macchiato, de café latte en de café lungo zijn slechts enkele voorbeelden.
Ijsjes
De Italiaanse naam voor ijs is "gelato". Gelati (meervoud) worden in vele smaken gemaakt. Vaak worden de gelati op straat verkocht in een kleine camionette in felle kleuren. Ijs bestaat al heel lang. De Romeinen serveerden reeds een sorbet van sneeuw en fruit. Het ijs zoals we het nu kennen, dateert uit de vijftiende eeuw. In de twintigste eeuw zou het ijs wereldwijd bekend worden.
Italiaanse eetgewoonten
Een typisch Italiaans ontbijt bestaat uit koffie of koffie met melk. Hierbij hoort dan een cornetto (soort croissant) of een brioche (broodje), besmeerd met boter en jam. De meeste Italianen ontbijten niet thuis maar kopen een ontbijt op weg naar school of werk in een bar of café. Rond elf uur is het dan tijd voor een espresso. Zowel 's middags als 's avonds wordt er warm gegeten. ' s Middags wordt er vaak op restaurant gegeten en dikwijls op kosten van de baas. Het middagmaal kan dus al eens lang uitlopen. Het avondmaal is eveneens erg uitgebreid en wordt rond acht uur genuttigd.
Andere Italiaanse specialiteiten
- wijn
- olijven
- tomaten: de pomodori (= gouden appel)
- chocopasta: Nutella
- het dessert tiramisu. Letterlijk betekent tiramisu "trek me omhoog". Tiramisu zou dus kunnen vertaald worden als "maak me vrolijk".
Modeland
Op het vlak van mode speelt Italië een voortrekkersrol. Stoffen en ontwerpen worden vaak in Italië ontworpen. Vooral Milaan is de modehoofdstad. Italiaanse mode staat voor stijl en elegantie.
Filmmekka
Vanaf de jaren zestig werd Italië een echt filmmekka. Er liepen heel wat getalenteerde regisseurs en acteurs rond. Later kwamen de spaghettiwesterns met de beroemde muziek van Ennio Morricone. Enkele schitterende Italiaanse films zijn "La vita è bella", " Il Postino" en "La Grande Belleza".
Cultuur
Italië is een land met heel veel cultuur en kunst. Eerst en vooral zijn er heel wat overblijfselen uit de Romeinse tijd. Daarna kwam de Renaissance met zijn talrijke schilderijen en beeldhouwwerken geïnspireerd op de Grieken en de Romeinen. Niet verwonderlijk dat er heel wat musea zijn in Italië! Ook nu nog kent Italië veel cultuur. Denk maar aan de vele opera's, aan de Italiaanse muziek, aan de Italiaanse literatuur en aan de vele designproducten. Ook hier zijn elegantie en klasse woorden die vaak met Italië worden geassocieerd.
Maffia
In Italië is er de maffia. Naargelang de streek krijgt de groepering een andere naam. In Sicilië spreekt men van de Cosa Nostra (Onze Zaak), in Napoli van de Camorra en in Calabrië van de Ndrangheta.
Hechte familieband
De Italianen hebben een hechte familieband. Ze komen dikwijls met de hele familie bijeen om samen te eten en te feesten. De Italiaanse mama is een heel belangrijke persoon. Het is zij die voor de hele familie kookt en die heel het zootje bij elkaar houdt. Italiaanse mannen zijn vaak erg aan hun moeder gehecht, ook wanneer ze volwassen zijn.
Belangrijke Italiaanse steden in een notendop
Italië is een land met veel verschillende streken met elk hun eigen karakter. Er valt overal wel wat te beleven. De belangrijkste Italiaanse steden zijn:
- Rome: de hoofdstad. Vele overblijfselen uit de Romeinse tijd. Zo bijvoorbeeld het Colosseum waar wedstrijden werden gehouden tussen mensen onderling (gladiatoren) of tussen mens en dier (bijvoorbeeld leeuwen). De keizer kon beslissen over leven en dood door een enkele beweging met zijn duim te maken. Duim omhoog betekende leven, duim omlaag betekende de dood. Brood en spelen waren nodig om het gewone volk koest te houden.
- Venetië: een stad gebouwd op verschillende eilanden. Tussen de eilanden kan men met gondels varen terwijl mannen in zwarte broek en strepen t-shirt al peddelend een serenade zingen.
- Milaan: de modehoofdstad en een waar shoppingparadijs
- Firenze: de cultuurstad met tal van musea
- Pisa: met de beroemde scheve toren van Pisa. De toren begon scheef te zakken omdat het bouwwerk op moerasgrond werd neergezet.
- Verona: de stad van de liefde. Hier woonden Romeo en Julia. De Secretaresses van Julia houden de traditie in ere door te antwoorden op elke liefdesbrief die voor hen wordt achtergelaten.
Meer typisch Italiaanse dingen
- het Italiaanse temperament: de mannen staan bekend als grote liefhebbers van vrouwelijk schoon en als verleiders
- hun liefde voor kinderen, vooral als ze blond zijn
- opa en oma worden in het Italiaans nonno en nonna genoemd
- de houten pop Pinokkio
- de typische Vespa-scooters
- het dolce far niente: de Italiaanse kunst om van het leven te genieten
- de was die in kleine Italiaanse straatjes aan de huizen wappert
- de manier van praten: heel luid en met veel handgebaren. Soms lijkt het wel of Italianen steeds ruzie maken wanneer ze tegen elkaar praten.
- de viering van de naamdag in plaats van de verjaardag. In Italiaanse huizen hangt geen verjaardagskalender maar een kalender met de namen van de heiligen.
Wat kan je allemaal meenemen?
Om de spreekbeurt of de quiz leuker te maken, kan je een aantal typisch Italiaanse dingen meenemen.
- een laars (kan iemand raden over welk land we het vandaag gaan hebben?)
- een reep Mont Blanc chocolade
- stukjes pizza
- lekkere espresso's of cappuccino's
- een tiramisu
- ijs
- een panetone
- een pot Nutella
- een Italiaanse vlag
- rood ondergoed
- Pinokkio
- een foto van een Vespa
- een bosje mimosa