Tips voor het houden van een presentatie of spreekbeurt
Misschien heb je wel eens op school, op je werk of gewoon in het openbaar moeten spreken. Veel mensen kennen dan het gevoel van zweterige handen en knikkende knieeën. Ook denken mensen vaak 'Als ik maar niks vergeet'. Spanning is natuurlijk nodig om je scherp te houden maar te veel spanning is niet fijn, het kan het spreken ook onmogelijk maken. In dit artikel informatie en tips waar je aan moet denken als je een presentatie of spreekbeurt houdt.
Het onderwerp
Allereerst is het natuurlijk belangrijk dat je een goed onderwerp hebt. Het is belangrijk dat het onderwerp goed bij je past. Het moet je boeien. Probeer je ook af te vragen vind mijn publiek dit onderwerp leuk? Soms kun je het onderwerp niet zelf kiezen, zoek er dan veel informatie over en probeer je er goed in te verdiepen. Als je een goed onderwerp gevonden hebt is het belangrijk dat je jezelf een paar vragen gaat stellen:
- Wat weet het publiek al van het onderwerp af?
- Wat wil het publiek graag weten?
- Is het onderwerp niet te moeilijk?
- Is het onderwerp niet cliché/afgezaagd?
Als het onderwerp definitief vast staat dan is het belangrijk dat je een paar vragen voor jezelf op papier zet. Die vragen ga je uitwerken tot goede deelonderwerpjes voor je spreekbeurt. Je kunt voor jezelf ook een hoofdvraag op papier zetten en daar deelvragen bij maken. Als je de antwoorden op de deelvragen hebt dan kun je automatisch antwoord geven op de hoofdvraag (dit is dan de conclusie van je spreekbeurt) Bij het maken van de deelonderwerpen moet je je iedere keer afvragen wat weten mijn luisteraars al en wat niet?
Doel van de spreekbeurt/presentatie
Je hebt twee soorten spreekbeurten: een informatieve spreekbeurt en een betogende spreekbeurt. Het doel van beide spreekbeurten is verschillend. Probeer je goed te realiseren wat voor spreekbeurt jij gaat houden.
Informatieve spreekbeurt:
- Heeft als doel informatie te geven
- bevat feiten, namen en getallen
- zet verschillende meningen, oordelen en feiten naast elkaar
Betogende spreekbeurt
- heeft als doel je publiek te overtuigen, je geeft een mening
- bevat argumenten voor die mening
- bevat feiten en getallen als ondersteuning
De opbouw
Een spreekbeurt heeft altijd als opbouw een inleiding, middenstuk en slot. Inleiding en slot zijn korter dan het middenstuk. Je kunt het beste eerst een bouwplan maken wat je in elk onderdeel naar voren wilt laten komen. Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere (deel)onderwerpen. Beschrijf per alinea wat je wilt vertellen.
Inleiding
De inleiding van de spreekbeurt heeft de volgende functies:
- De aandacht van de lezer trekken, interesse wekken
- Het onderwerp introduceren
- Aangeven hoe de spreekbeurt in elkaar zit (de inhoud)
Om de aandacht van de lezer te trekken kun je bijvoorbeeld een leuk voorbeeld noemen of een gebeurtenis. Je kunt een leuke titel bedenken en daar op inhaken. Je kunt ook iets vertellen wat je in de krant hebt gelezen over het onderwerp. Het is handig om een pakkende zin te bedenken, bijvoorbeeld stel je voor... Je moet in elk geval nooit beginnen met mijn spreekbeurt/presentatie gaat over.
Middenstuk
In het middenstuk ga je al je informatie geven. Zorg ervoor dat je een goede opbouw hebt. Het is per onderwerp verschillend wat een goede opbouw is. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort. Je kunt in het begin best het middenstuk letterlijk uitschrijven maar houdt de uitgeschreven tekst nooit (!) bij de presentatie. Dit voorkomt dat je gaat voorlezen. Probeer steekwoorden en korte zinnen te gebruiken. Zet dit puntsgewijs op papier. Zorg dat de (deel)onderwerpen die je verteld hebt in je inleiding (inhoud) ook werkelijk terug komen in wat je gaat vertellen.
Slot
Het is belangrijk dat je je spreekbeurt goed afrond. Als het afgeraffeld is dan komt het vertelde niet serieus over. Eindig nooit met: Dit was mijn spreekbeurt. Het slot blijft het beste bij je publiek hangen, zorg dus dat dit krachtig overkomt. Je kunt het beste de belangrijkste informatie die je hebt verteld nog eens kort samenvatten. Probeer ook een goede uitsmijter te bedenken, dit blijft hangen bij de luisteraars. Zet die ook op de powerpointpresentatie. Bij het bedenken van een uitsmijter vraag je je af: waar moet het publiek nog even over nadenken? Je kunt bijvoorbeeld inhaken op een slogan wat het publiek al kent. Een voorbeeld: twee minuten stilte is niet genoeg, en luisteren naar deze spreekbeurt ook niet. Steun de actie zinloos geweld. Eindig altijd met de zin als: bedankt voor de aandacht en vraag ook altijd: Zijn er nog vragen? Een goed slot bevat:
- Een samenvatting of een herhaling van de stelling
- Een uitsmijter
- Een zin waarin je de luisteraars bedankt voor hun aandacht
Structuur
Het is belangrijk dat je structuur biedt aan de luisteraars. Dit kun je doen door bijvoorbeeld een powerpoint presentatie te maken met daarin kort (!) de punten die je gaat vertellen. Probeer ook een inhoud te maken, je verteld dan aan het begin wat je allemaal gaat vertellen. De luisteraar weet dan precies wat hem/haar te wachten staat. Probeer ook signaalwoorden te gebruiken dit geeft ook een bepaalde structuur (bijvoorbeeld, ten eerste, ook vind ik, daarnaast, en, aan de andere kant enz.)
Je kunt structuur bieden door:
- Vat zo nu en dan wat dingen samen
- Wijs soms vooruit (hier ga ik zometeen nog meer over vertellen)
- Herhaal regelmatig (je kunt dit ook doen door dingen nog een keer te zeggen maar dan in andere woorden)
In plaats van een powerpointpresentatie kun je ook een Prezi gebruiken. Dit is een nieuwe vorm van presenteren. Het is vernieuwend en minder standaard dan een powerpoint presentatie. Je zult hiermee echt de aandacht trekken! Klik
hier voor meer informatie over Prezi.
Hulpmiddelen
Probeer er over na te denken wat voor hulpmiddelen je zou kunnen gebruiken. Dit maakt de prestentatie aantrekkelijker om naar te luisteren ook biedt het meer stuctuur en duidelijkheid. Je kunt bijvoorbeeld een whiteboard, een overheadprojector, een filmpje, een beamter (met powerpoint of Prezi) of een geluidsinstallatie gebruiken. Je moet je wel realiseren dat de kern jou verhaal duidelijk moet zijn en dat de hulpmiddelen ook echt hulpmiddelen blijven. Ze ondersteunen je verhaal en kunnen dit niet vervangen. Als je de hulpmiddelen niet goed gebruikt heb je er alleen maar last van en wordt de presentatie rommelig. Nog een paar tips:
- Zorg dat je van te voren checkt of alle hulpmiddelen ook echt werken
- Zorg dat je precies weet hoe de hulpmiddelen werken.
- Oefen met de hulpmiddelen erbij
- Zorg ervoor dat de hulpmiddelen voor de groep goed zichtbaar en hoorbaar zijn
- Vraag iemand anders om de hulpmiddelen te bedienen zodat jij je helemaal op je verhaal kan concentreren
- Als je met een powerpoint of overheadprojector werkt dan kijkt het publiek vaak naar de hulpmiddelen en niet naar jou. Realiseer je dat dit een voordeel maar ook een nadeel kan zijn
Spiekbriefje
Het is belangrijk dat je een spiekbriefje (of natuurlijk uit je hoofd) gebruikt. Gebruik nooit de volledige tekst. Dit vergroot de kans dat je alles gaat voorlezen. Maak het spiekbriefje zelf, zodat je weet wat erop staat. Als je het zelf maakt dan zit het vaak ook al beter in je hoofd. Zorg dat je alle punten van je presentatie kort op je spiekbrief hebt gezet. Werk puntsgewijs, dit zorgt voor structuur en overzicht. Schrijft belangrijke zinnen en citaten wel helemaal uit. Onderstreep ook dingen dit maakt de spiekbrief duidelijker.
De presentatie zelf
Je hebt nu alles goed voorbereid, maar nu moet het echt gebeuren. Zorg dat je er goed en verzorgt uitziet. Doe kleding aan waar jij je fijn in voelt. Dit maakt het presenteren makkelijker, en je voelt je zelfverzekerder. Vraag je zelf de volgende dingen af:
- Praat ik in een goed tempo?
Omdat je zelf je verhaal als het goed is al best goed kent, heb je snel de neiging om snel te praten. Zorg dat je je hier bewust van bent. Probeero ook pauzes in te lassen. Dit zorgt voor rust voor jezelf en voor de luisteraar.
- Praat ik niet op een dreun?
Zorg voor intonatie, leg accenten op woorden. Zit zorgt voor levendigheid in je verhaal.
Zorg dat je niet te zacht maar ook zeker niet te hard praat. Praat ook altijd vriendelijk.
- Spreek ik alle woorden goed uit?
Zorg dat je woorden goed uitspreekt dit zorgt ervoor dat mensen je beter kunnen volgen.
- Is mijn taalgebruik passend?
Zorg ervoor dat je je taalgebruik aanpast aan je publiek. Gebruik geen vaktaal, en realiseer je dat het publiek niet zoveel van het onderwerp afweet al jij zelf. Probeer veel uit te leggen en dingen te herhalen. Zorg er ook voor dat het niet te makkelijk is wat je je publiek verteld.
Ten slotte
- Zorg voor oogcontact
- Zorg voor een goed houding en wissel soms van houding
- Gebruik gebaren om dingen duidelijk te maken.
- Even de draad kwijt zijn is niet erg, kijk op je spiekbrief, als je het niet kunt vinden leg het aan je publiek uit, of maak er een grapje van. Blijf vooral rustig!
- Zorg dat je de vragen die je van het publiek krijgt goed kunt beantwoorden, probeer van te voren al te bedenken wat het publiek zou kunnen vragen, je kunt je er dan op voorbereiden. Maar het allerbelangrijkste is dat je je goed in het onderwerp hebt verdiept. Je mag ook eerlijk zeggen dat je een vraag gewoon niet weet.