Boekverslag: 'Goede mannen' van Arnon Grunberg
Geniek Janowski is brandweerman, een liefdevolle echtgenoot en vader van twee zonen. Janowski, die door iedereen de Pool wordt genoemd, wordt op een dag getroffen door het noodlot. Zijn collega's van de brandweer slepen hem erdoorheen. De vrouw van één van zijn collega's biedt de Pool troost aan. Deze troost blijkt echter nog meer onheil te brengen. De Pool blijft positief in het leven staan, maar het noodlot blijft hem echter achtervolgen. Hij probeert vervolgens het noodlot te ontlopen om zo nog meer onheil te voorkomen. Gaat dit de Pool lukken, of is het onheil sowieso niet te voorkomen?
Inhoud
- Titel: Goede mannen
- Auteur: Arnon Grunberg
- Geboortedatum: 22 februari 1971
- Eerste druk: september 2018
- Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar
- Aantal pagina's: 509
- ISBN: 978 90 388 0535 1
Samenvatting
Getroffen door het noodlot
Geniek Janowski was brandweerman. Omdat zijn oorspronkelijke naam te ingewikkeld klonk, werd hij door iedereen de Pool genoemd. Ook zijn collega's bij de brandweer noemden hem de Pool. De Pool was getrouwd met Wendela en samen hadden zij twee kinderen.
Hun oudste kind, een zoon, heette Borys. Hij was een vrij stille jongen en had weinig behoefte aan contact met andere mensen. Toen Borys twaalf jaar was kreeg hij te maken met een groot ongemak. Hij moest regelmatig in zijn broek poepen en hij kon hier zelf niets aan doen. Waarschijnlijk was de poep een noodkreet omdat hij niet gelukkig was. Om Borys wat gelukkiger te maken besloten zijn ouders hem een pony te geven. Een eigen pony zou goed voor hem zijn, hierdoor zou Borys na verloop van tijd ook een betere relatie met mensen kunnen ontwikkelen. De Pool vond een pony op een boerderij bij hem in de buurt. Borys ging de pony verzorgen en hij leek hier inderdaad gelukkiger van te worden. Ook ging het beter met het poepen in de broek. Op een dag besloot de Pool Borys op de boerderij te bezoeken. Toen hij in de stal aankwam zag hij dat zijn zoon met de pony praatte. De Pool vond dit twijfelachtig. Hij en zijn vrouw hadden gewild dat Borys vrienden zou maken. Hierbij hadden ze toch aan mensen gedacht, niet aan een pony. Het ging dus minder goed met Borys en hij poepte ook weer in zijn broek. Dit deed hij naast zijn pony, in een koude, onverwarmde stal. Enkele dagen later kregen de Pool en zijn collega's op de kazerne een melding binnen. Er was iemand voor de trein gesprongen. Ter plekke zag de Pool dat het zijn zoon was. Borys was voor de trein gesprongen.
Troost van collega's en de vrouw van een collega
De collega's van de brandweer beloofden de Pool dat ze hem erdoorheen zouden slepen. Ze probeerden de Pool te troosten door onder meer allerlei klusjes en zijn huis te verrichten. De Pool kreeg ook troost van de vrouw van één van zijn collega's. Dit was de vrouw van collega Beckers. Op een dag stond de vrouw van Beckers voor de deur met allerlei etenswaren. Hiermee wilde zij de Pool troosten. De Pool begon de vrouw van Beckers steeds aardiger te vinden en na enige tijd hadden ze ook regelmatig seks met elkaar. Ondertussen bleef de Pool ook nog enige tijd de pony van Borys verzorgen. Dit deed hij om zijn overleden zoon te eren. Wendela, de vrouw van de Pool, was hier in eerste instantie niet van op de hoogte. Later bekende de Pool aan Wendela dat de pony nog steeds op de boerderij was en dat hij het dier daar verzorgde. Hierna gingen de Pool en Wendela naar de boerderij. Wendela wilde de stal wel eens zien waar haar zoon en de Pool regelmatig verbleven. Vervolgens eiste zij van de Pool dat hij hier niet meer zou komen en dat hij de pony weg zou doen. Wendela vond namelijk dat de Pool zich moest concentreren op hun overgebleven zoon. Hun overgebleven zoon heette Jurek. Hij was een nakomertje en ongeveer tien jaar jonger dan Borys. De Pool besloot zijn aandacht te besteden aan Jurek. Hij haalde de pony van de boerderij en bracht het dier naar de slachterij.
De Pool had nog steeds een relatie met de vrouw van Beckers, maar hij kon hier niet meer langer mee leven. De vrouw van Beckers bood hem troost aan. Het was echter voor de Pool meer lust dan troost. Voor de vrouw van Beckers was het uiteindelijk alleen maar lust. De Pool bekende aan Wendela dat hij een relatie had met de vrouw van Beckers. Wendela eiste vervolgens dat de Pool de relatie met de vrouw van Beckers zou beëindigen. Hij mocht haar ook niet meer zien, voor Wendela was de vrouw van Beckers dood. Hierop liet de Pool de vrouw van Beckers weten dat hij haar niet meer wilde zien. Zij nam hier geen genoegen mee en bleef de Pool nog enige tijd lastig vallen. Toen ze uiteindelijk ophield de Pool lastig te vallen, bleef de vrouw van Beckers in zijn gedachte constant aanwezig. De Pool bad tot God om de vrouw van Beckers te laten verdwijnen, maar zijn gebeden werden niet verhoord. Op een middag besloot hij te gaan wandelen. De Pool ging in de heuvels wandelen om zijn hoofd leeg te maken.
Verblijf in de abdij en terugkeer
Tijdens de wandeling bereikte de Pool zijn eindbestemming. Dit was een abdij, waar hij zijn intrek nam. In het begin van zijn verblijf woonde de Pool de diensten van de abdij nog bij. Later gedroeg hij zich als een kluizenaar en nam hij zijn intrek in een kippenhok. Dit deed de Pool om dichter bij God te zijn. Een aantal keren werd de Pool bezocht door Wendela en Jurek. Als zij naar de dienst gingen deed de Pool net of hij hen niet zag. Toen de Pool eenmaal in het kippenhok zat, konden zij hem helemaal niet meer zien. Deze situatie deed Wendela erg veel pijn en ten einde raad schreef zij een brief aan de abt van de abdij. In deze brief eiste zij dat de Pool uit de abdij zou worden verwijderd. De abt wilde hier echter geen gehoor aan geven.
Na een jaar in de abdij te hebben gezeten vertrok de Pool vrijwillig. Hij probeerde vervolgens zijn oude leven weer te hervatten. De Pool moest weer wennen aan Wendela en Jurek. Ook ging hij weer aan het werk als brandweerman. Op de kazerne was hij weer hartelijk welkom. Zijn collega's hadden nog wel enkele vragen. Ze wilden onder meer weten wat hij in dat kippenhok had uitgespookt. De Pool antwoordde dat het kluizenaarschap een oplossing had geleken. Hij was naar het kippenhok gegaan omdat hij de mensen even moeilijk kon verdragen. Ondanks het feit dat hij weer welkom was, had de Pool het gevoel dat er iets was veranderd. Hij had het gevoel dat hij geen collega meer was, dat hij een vijand was geworden, iemand die ze moesten zien weg te werken.
Toen de Pool Jurek had opgehaald van het kinderdagverblijf kwam hij een oude bekende tegen. Het was de knecht van de boer die de eigenaar was van de stal waar de pony stond. De knecht noemde zich tegenwoordig het 'menselijk verlengstuk', iemand die respectvolle op maat gesneden zorg verleent. Het 'menselijk verlengstuk' zei dat hij nog mensen nodig had, en vroeg de Pool om voor hem te komen werken. De Pool weigerde dit, maar wist op dat moment niet dat het 'menselijk verlengstuk' nog een opmerkelijke rol in zijn leven zou gaan spelen.
Tien jaar later: gescheiden en een nieuwe vriendin
Na tien jaar hadden de Pool en Wendela geen goed huwelijk meer. Ze hielden niet meer van elkaar. Ze leefden langs elkaar heen en hadden niet veel meer tegen elkaar te zeggen. Bovendien was Wendela verliefd geworden op een andere man. Er was ook nog een andere reden dat het tussen hen niet goed ging. De vrouw van Beckers kwam weer in hun leven. De vrouw van Beckers lag op sterven en de Pool had haar in het ziekenhuis bezocht om afscheid van haar te nemen. Wendela was het hier niet mee eens. Ze wilde geen spoken meer uit het verleden, voor haar was de vrouw van Beckers al dood. Wendela verliet de Pool en trok in bij een collega van haar werk. Jurek, inmiddels een puber, zou de helft van de tijd bij Wendela gaan wonen, de andere helft bij de Pool.
De vrouw van Beckers stierf uiteindelijk echt. De Pool was niet echt opgelucht, de vrouw van Beckers had tenslotte een valse belofte van troost gedaan. Wendela kwam evenmin terug. Wendela vond dat de Pool aan een nieuw leven moest beginnen en daar hoorde volgens hem ook een nieuwe vrouw bij. Wendela was inmiddels ingetrokken bij de man op wie ze verliefd was. Tot grote verbazing van de Pool bleek dat het 'menselijk verlengstuk' te zijn die hij tien jaar eerder had ontmoet. Het 'menselijk verlengstuk' bleek Ruud te heten. Wendela had Ruud leren kennen omdat zij op zoek was naar een andere baan, eventueel een baan in de zorg. Wendela was een nieuw leven begonnen. Ook voor de Pool zou er een nieuw leven beginnen en hij ging op zoek naar een nieuwe vrouw. Na een aantal mislukte dates en Nederland besloot de Pool over de grens te kijken. Hij schreef zich in voor de grote Oekraïne-Liefdesreis. Bij deze reis konden de deelnemers in contact komen met Oekraïense vrouwen. Dit ging voor de Pool al heel snel de goede kant op. Hij ontmoette er Yulia en er was gelijk een klik. De Pool en Yulia vonden elkaar echt leuk en Yulia was bereid om naar Nederland te komen.
Geen brandweerman meer en geen relatie meer
Yulia kwam uiteindelijk naar Nederland. Zij en de Pool gingen samenwonen in het huis waar de Pool ook met Wendela had gewoond. Yulia deed er alles aan om te integreren. Daarbij hoorde ook een kennismaking met de collega's van de Pool bij. Later ontmoette Yulia de collega's nog een keer tijdens een kerstfeest dat zij hadden georganiseerd. Het feest vond plaats in de oefenruimte van de kazerne. Tijdens het feest verloor de Pool Yulia uit het oog. Hij liep door de oefenruimte om haar te zoeken. Toen de Pool de trap van de oefenruimte op ging, kwam hij zijn ploegchef en zijn collega's Beckers en Nelemans tegen. Ze liepen naar beneden. Toen de Pool eenmaal boven was zag hij daar Yulia op de grond liggen. Ze had een wond in haar gezicht en een gescheurde panty en jurk. De Pool tilde Yulia op en bracht haar naar beneden. Beneden zaten de mannen. Nelemans zei dat het een geintje was en hij zei ook dat Yulia hier aan mee had gewerkt, dat ze het zelf wilde. Beckers zei vervolgens tegen de Pool dat hij wist wat de Pool met zijn vrouw had uitgespookt. Ook de ploegchef nam het woord. Hij vroeg aan de Pool of hij een matennaaier was, de Pool antwoordde dat hij dit niet was. Dit antwoord was blijkbaar niet voldoende en de Pool wist dat hij hier niet meer zou terugkomen. Zijn collega's van de brandweer waren nu dood, net zo dood als de vrouw van Beckers. De Pool en Yulia verlieten vervolgens de kazerne.
Eenmaal thuis vertelde Yulia aan de Pool dat zij hem geen echte man vond. Dit vond zij omdat de collega's haar waarschijnlijk hadden verteld wat de Pool in het verleden allemaal had uitgespookt. Ook vertelde Yulia dat ze terug wilde naar haar eigen land. Aan hun relatie was blijkbaar een einde gekomen. De Pool had nu het gevoel dat God hem riep. Hij verliet het huis en liep in de richting van de liefde die niet van deze wereld was. De Pool wilde weer terugkeren naar zijn plek in het kippenhok.
Personen
Geniek Janowski
Geniek Janowski, ook wel de Pool genoemd, heeft een Poolse vader. Zijn moeder kwam oorspronkelijk uit Duitsland. Zijn vader was naar Limburg gekomen als aspergesteker en leerde daar zijn moeder kennen die daar in een restaurant werkte. Toen de Pool acht jaar was overleed zijn moeder op 33-jarige leeftijd. Vanaf dat moment was hij alleen met zijn vader geweest. De Pool is opgegroeid in Heerlen. Hij heeft een tijd in de Peel gewoond, daarna in de Randstad tot hij weer in Heerlen belandde. De Pool werkte enige tijd als schilder en loodgieter. Daarna werd hij brandweerman, iets wat hij zijn hele leven al wilde doen. De Pool heeft zeventien jaar bij de brandweer gewerkt. Daar was hij opgeleid tot brandwacht en later tot brandwacht eerste klas.
Wendela Janowski
Over Wendela, de vrouw van de Pool, is weinig bekend. Wat betreft karakter is zij wel anders dan de Pool. De Pool staat bekend als een stille man, en ook als iemand die niet altijd weet wat hij wil. Wendela daarentegen is zelfverzekerder, overtuigender en nuchterder. Wendela werkt als kleuterjuf. Tien jaar na de dood van Borys scheidt Wendela van de Pool. Zij krijgt een relatie met Ruud, de voormalige boerenknecht die zich nu het 'menselijk verlengstuk' noemde. Wendela komt met Ruud in contact omdat ze ander werk zoekt, ze wil zich oriënteren. Of ze ook van baan is veranderd is niet bekend.
Borys Janowski
Borys is de oudste zoon van de Pool en Wendela. Van jongs af aan is Borys een stille jongen en ook iemand waar weinig passie in zit. Borys heeft weinig behoefte aan contact met andere mensen en hij heeft ook geen zin om allerlei activiteiten te ondernemen. Hij houdt niet van vakantie en niet van sporten. Ook wil hij niet met speelgoed spelen of spelletjes op de computer spelen, zoals andere jongens doen. Als Borys twaalf jaar is moet hij regelmatig in zijn broek poepen. Zijn ouders zien dit als een noodkreet omdat hij niet gelukkig is. Om Borys gelukkiger te maken krijgt hij een pony om te verzorgen. Als Borys de pony zou verzorgen zou hij misschien gelukkiger worden en hierdoor zou hij misschien normale relaties met mensen kunnen ontwikkelen. Dit is althans de mening van zijn ouders. Het lijkt in eerste instantie weer beter te gaan met Borys, echter alleen het poepen in de broek wordt minder. Maar later gaat het toch weer slechter. Borys pleegt zelfmoord door op het station van Heerlen voor de trein te springen.
Jurek Janowski
Jurek is de jongste zoon. Hij is een nakomertje en tien jaar jonger dan Borys. Jurek is ook anders dan Borys, hij is zelfverzekerder. Jurek heeft vrienden en op de middelbare school heeft hij ook veel contact met medeleerlingen. Jurek is als puber erg opstandig en heeft op veel dingen kritiek. Zo gaf hij zijn vader de schuld van de scheiding van zijn ouders. De Pool heeft volgens Jurek weinig kans op een relatie met een nieuwe vrouw en op de liefdesreis die de Pool ging maken heeft Jurek ook veel kritiek. Jurek heeft in eerste instantie ook moeite met Yulia. Hij vindt het maar niks dat zijn vader, die al wat ouder is, iets begint met een jongere vrouw uit het buitenland. Later zou Jurek Yulia accepteren.
Plaats en tijd
Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in Heerlen. De Pool woont in Heerlen en ook de brandweerkazerne staat in Heerlen. Collega Beckers en zijn vrouw woonden ook in Heerlen, maar verhuisden later naar een dorpje in de buurt. De plaats waar de abdij ligt waar de Pool enige tijd verbleef is niet bekend. Wel is bekend dat deze abdij vlakbij de Belgische grens ligt. Er worden geen jaartallen genoemd, maar het is duidelijk dat het een modern en actueel verhaal is. Internet, e-mail, iPhone en smartphone spelen een rol. Het verhaal begint waarschijnlijk in 2008 omdat dan de bankencrisis even ter sprake komt. Vervolgens speelt het verhaal zich af in een tijdsbestek van tien jaar. Dit begint met de zelfmoord van Borys en eindigt met het vertrek van de Pool bij de brandweer. Aan het eind van het verhaal heeft de Pool zeventien jaar bij de brandweer gewerkt en hij is dan ongeveer vijfenveertig jaar. Yulia is dan zevenentwintig jaar en Jurek bijna dertien jaar.
Titelverklaring
De mannen van de brandweer zijn goede mannen. Het zijn fatsoenlijke mannen met het hart op de juist plaats. Ze zijn ook solidair ten opzichte van collega's. Als een collega in de problemen zit slepen de mannen van de brandweer hem erdoorheen, zoals ze met de Pool gedaan hadden. De Pool stond bekend als een goede collega, een betrouwbare man en een teamspeler. De Pool wil niet alleen een goede brandweerman zijn, maar ook een goede vader en echtgenoot. Hij is er van overtuigd dat hij zijn zoons voldoende liefde heeft gegeven, ondanks het feit wat er met Borys is gebeurd. De Pool wil het ook zijn vrouw naar de zin maken. Hij wil eigenlijk goed zijn voor iedereen, maar het is niet altijd duidelijk wat hij zelf wil. De Pool spreekt bijna nooit zijn eigen verlangens uit. Daarnaast wil hij ook goed zijn door een stapje opzij te doen. Dit is eigenlijk niet goed omdat hij soms op deze manier het lijden probeert te ontlopen, zoals het geval was met het verblijf in de abdij.
Biografie Arnon Grunberg
Arnon Grunberg (1971) is een Nederlandse schrijver van joodse komaf. Voordat hij doorbrak als schrijver werkte hij onder meer als jongste bediende bij een apotheek en als bordenwasser. Ook was hij acteur, had hij een kleine uitgeverij en schreef hij een toneelstuk. Grunberg debuteerde in 1994 met
Blauwe maandagen. Andere bekende werken zijn
Fantoompijn (2000),
De asielzoeker (2003),
Tirza (2006) en
De man zonder ziekte (2012).
Lees verder