Boekverslag: De guillotine van Simone van der Vlugt
De guillotine is een boek geschreven door Simone van der Vlugt. Het is uitgebracht in 1999. Het verhaal speelt zich af tijdens de Franse revolutie. De hoofdpersoon is Sandrine, een meisje van adellijke afkomst dat moet wennen aan een nieuw leven. Daarbij krijgt ze hulp van de familie van Philippe en Nicolas, een vriend van haar.
Algemene gegevens
- Titel: De guillotine
- Auteur: Simone van der Vlugt
- Uitgave: Lemniscaat, Rotterdam, 1999, eerste druk
- ISBN: 9789047703013
Samenvatting
Deel 1
Als Julie Sandrine uit school ophaalt, komen ze vast te zitten in een oproer. De enige oplossing is uit de koets gaan en Julie vermomt Sandrine snel, want ze is een aristocraat. Zij en Julie verlaten de koets en Sandrine raakt Julie kwijt. Ze schrikt van wat ze ziet: arme mensen, vechtend om meel en wapens. Bang zoekt ze Julie en samen glippen ze weg.
Onderweg naar huis vinden ze een gewonde jongen, Pierre. Julie kent zijn ouders, Margot en Maurice Lambertin, en samen met Sandrine brengt ze Pierre naar huis. Sandrine voelt zich niet erg gemakkelijk in Pierre’s huis, zeker niet als de oudste zoon Philippe er nog bij komt. Uiteindelijk brengt hij hen naar huis, maar onderweg komen ze langs een doktershuis. Sandrine stuurt de dokter, die verbaasd is naar het arme gedeelte van de stad te moeten, naar Pierre toe. Haar vader zal de rekening betalen.
Sandrines ouders en haar zus Michelle zijn dolblij dat Sandrine weer thuis is en geven haar het advies naar bed te gaan. Maar Sandrine slaapt slecht.
Elk jaar gaat het gezin naar Touraine en dit jaar ook weer. Sandrine vindt het er fijn, vooral de buitenlucht. Daarom staat ze de volgende ochtend ook al vroeg op om te gaan rijden. Plotseling hoort ze iets. Dan ziet ze wie het is: Nicolas Bailly, de zoon van één van haar vaders pachtboeren. Zijn moeder is in de strenge winter gestorven door honger en kou. Sandrine vindt het heel erg en als de pachters eten eisen aan de poort, dwingt Sandrine haar vader hen iets te eten te geven. De restjes uit de keuken mogen ze uiteindelijk krijgen.
Een paar weken later brengt Sandrine Nicolas en de rest van zijn familie iets te eten. Maar Nicolas’ vader probeert Sandrine te wurgen. Dankzij Nicolas laat hij haar los en Sandrine vlucht in paniek weg. Sandrine zegt tegen niemand wie het was, maar ze krijgt wel nachtmerries erdoor. Dan krijgen ze het bericht dat er in Parijs een revolutie is uitgebroken en dat de Bastille is bestormd en ingenomen. Een paar dagen later krijgen ze te horen dat in Touraine kastelen zijn bestormd. Sandrine wordt bang. Haar grootste angst wordt werkelijkheid: alle mensen uit het kasteel zijn weg en een grote menigte komt het kasteel bestormen. Haastig vluchten ze de koets in en rijden weg, terug naar Parijs. Maar daar worden ze uit de koets gesleurd, al komen ze uiteindelijk gewoon thuis.
Deel 2
In 1792 is de situatie veel erger geworden. Er komt oorlog en het leger komt steeds verder, ook naar Parijs. Dan luiden de alarmklokken en ontstaat er paniek. Alle aristocraten worden uit hun huizen gehaald en op karren weggevoerd. Michelle, Sandrines zus, en haar ouders vluchten de tuin in, Julie verstopt Sandrine snel. Na een tijdje wordt het stil. Sandrine durft weer tevoorschijn te komen. Ze is helemaal alleen. Vlug gaat ze naar boven en trekt kleding van de dienstmeisjes aan. Ze vlucht weg en slaapt ’s nachts in een boot.
De volgende ochtend gaat ze op zoek naar de familie Lambertin. Sandrine moet Maurice en Margot, vader en moeder in het gezin, alles vertellen en zij zijn erg medelevend. Philippe, de oudste zoon, helemaal niet. Sandrine wordt eigenlijk een beetje boos op hem en wil naar de gevangenis om te kijken of haar ouders en zus daar zijn. Ze mag niet, maar vlucht stiekem weg. Maurice houdt haar net op tijd tegen en gaat zelf kijken. Sandrines ouders en zus zijn alle drie dood en zelfs Julie is gedood. Margot besluit dat Sandrine mag blijven.
De volgende dag zegt Margot tegen de anderen in huis dat Sandrine hun nicht is uit Tours en dat iedereen dat moet onthouden. Daarna gaat iedereen aan het werk. Sandrine moet ook werken. Ze is zo boos daarover dat ze weg wil lopen, maar uiteindelijk gaat ze toch aan het werk.
In de dagen die volgen moet Sandrine hard werken en het Parijse dialect leren. Ondertussen gaat de revolutie door. Ook Philippe sluit zich aan bij de groep. Als Sandrine hoort dat vrienden van haar ouders zijn vermoord, rent ze naar de gevangenis en het plein daarbij. Ze is er getuige van dat mensen onder de guillotine terecht komen. Daardoor krijgt ze nachtmerries en bang loopt ze ’s nachts de straat op om brood te kopen. Bijna wordt ze herkend als aristocraat, maar het gaat net goed. ’s Avonds gaat Sandrine met Philippe mee naar een feest. Daar loopt ze Nicolas Bailly tegen het lijf. Natuurlijk herkent hij haar, maar hij laat niks merken.
De revolutie gaat steeds verder en er komen twee groepen: Jacobijnen, erg fanatieke revolutionairen, en Girondijnen, minder fanatieke revolutionairen. Philippe en Nicolas zijn het vooral met de Jacobijnen eens, die willen dat de koning onthoofd wordt, wat uiteindelijk ook gebeurt. Dan wordt Pierre ziek. Gelukkig zakt zijn koorts snel weer, maar hij blijft zwak. Als de oorlog echt begint, moeten alle vrouwen naar speciale werkzalen om te werken, ook Sandrine. Omdat ze nooit heeft leren naaien, valt ze nog wel eens op en daarom wacht ze ’s avonds extra lang voor ze weg gaat. Als ze eindelijk weggaat, blijkt dat Nicolas op haar gewacht heeft. Hij belooft haar morgen ook weer op te komen halen.
’s Nachts komt de Nationale Garde huiszoeking doen. Sandrine verstopt snel de sieraden van haar moeder en wacht bang af. Gelukkig gaan de soldaten weg, maar Sandrine is zo bang geworden dat ze haar moeders sieraden in de Seine gooit.
De zomer is een verschrikking, ook voor Sandrine. OP een zondag neemt Philippe Sandrine mee naar haar oude huis. Onderweg terug hoort Sandrine voor het eerst dat ook Philippe, net als vele anderen inmiddels, twijfelt aan de revolutie.
Dan hoort Sandrine dat Nicolas op ‘de lijst’ staat: hij wordt ervan verdacht een verrader te zijn. Philippe zal hem helpen ontsnappen en Sandrine besluit om met hem mee te gaan. Tijdens hun ontsnapping worden ze echter gepakt en gevangen genomen.
Het leven in de gevangenis is slecht. Ze krijgen geen normaal voedsel en elke dag wordt er een lijst voorgelezen van mensen die onder de guillotine terecht zullen komen. Pas drie maanden later is Sandrine aan de beurt, Nicolas niet. Sandrine klimt op de kar en laat zich meevoeren. Onderweg komt de kar in een opstand terecht en Sandrine wordt van de kar gesleurd door Philippe. Nicolas vindt intussen in zijn cel kleding van een soldaat, zodat hij gewoon weg kan lopen. Natuurlijk gaat hij meteen op zoek naar Sandrine. Samen gaan ze terug naar Touraine om een nieuw leven te beginnen.
Verhaalanalyse
Verklaring van de titel
Het boek heet ‘De guillotine’ om twee reden: het verhaal speelt zich af ten tijde van de Franse revolutie en toen werd de guillotine erg bekend en Sandrine komt zelf ook bijna onder de guillotine terecht.
Soort boek
De guillotine is een historische avonturenroman.
Personages
- De hoofdpersonages: Sandrine, Nicolas Bailly, Philippe
- De bijfiguren: Julie, Michelle, Sandrines ouders, Pierre, Margot en Maurice
Tijd
Het verhaal speelt zich af ten tijde van de Franse revolutie. Het begint in 1789 en eindigt in 1793. Het is een chronologisch verhaal, er zijn geen flashbacks. Er is één grote tijdsprong tussen deel 1 en 2, van 1789 naar 1792, maar verder zijn er maar een paar kleine tijdsprongen.
Vertelsituatie
Het verhaal wordt beleefd door de ogen van Sandrine, er is een personale vertelsituatie gebruikt.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk, om precies te zijn in Parijs en Touraine.
Enkele belangrijke ruimten:
- het zomerverblijf in Touraine, omdat Sandrine daar Nicolas Bailly voor het eerst ontmoet;
- het huis van de familie Lambertin, omdat Sandrine daar onderdak weet te vinden;
- de gevangenis, omdat Nicolas en Sandrine daar terecht komen en van daaruit kunnen ontsnappen op zoek naar een betere toekomst.
Opbouw
Het verhaal begint midden in een handeling, als de koets met Sandrine en Julie vastloopt in een oproer.
Het probleem van Sandrine is dat ze, als adellijke meid, moet leren wennen aan het leven van mensen die het slechter hebben. Ze lost dit uiteindelijk op door weg te vluchten, terug naar haar oude huis om daar te gaan wonen met Nicolas in de buurt.
De belangrijkste gebeurtenis in het verhaal is de arrestatie van Nicolas en Sandrine, omdat dat eigenlijk al het begin is van hun nieuwe leven. Een andere belangrijke gebeurtenis zou het moment kunnen zijn waarop Sandrine bij de familie Lambertin terecht komt, omdat daar ook iets heel nieuws voor haar begint.
Het hoogtepunt van het boek ligt vooral aan het eind, als Sandrine en Nicolas allebei ontsnapt zijn. Het boek eindigt met de ontsnapping van eerst Sandrine en dan Nicolas uit de gevangenis dankzij de hulp van Philippe. Na hun ontsnapping gaan ze de stad uit om terug te gaan naar het land waar Sandrine vroeger de zomer doorbracht en Nicolas vroeger woonde.
Thema en motieven
Het thema is liefde en wennen aan een nieuw leven. Enkele motieven zijn de strijd tussen Philippe en Nicolas om Sandrine en de Franse revolutie.