Boekverslag: Gimmick; Joost Zwagerman
De titel Gimmick! verwijst naar discotheek Gimmick, de centrale ontmoetingsplaats van de jonge kunstenaars. Het woord ‘gimmick’ betekent onder andere ‘truc’ en dat is van toepassing op de wijze waarop de kunstenaars de aandacht van de media trekken en hun werk aan de man brengen.
Motto
Het motto luidt: ‘There were moments when. . .1 well, there were moments when’. Dit is een regel uit de wereldhit ‘Past, Present and Future’ (1966) van de meidengroep The Shangri-Las.
Opbouw
Het boek bestaat uit een proloog en drie delen. De delen zijn onderverdeeld in twintig hoofdstukken, waarvan de titels tekstfragmenten zijn. De meeste titels verwijzen naar populaire media als popmuziek, film en reclame.
Vertelsituatie
Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld vanuit de hoofdfiguur Walter van Raamsdonk, kortweg Raam. Als gevolg van dit perspectief weet de lezer niet of bij-voorbeeld Raams ex-vriendin Sammie en zijn vriend Groen iets met elkaar gehad hebben, waardoor er spanning ontstaat.
Tijd
De gebeurtenissen spelen zich af in een halfjaar, van oktober tot april. Het chronologisch vertelde verhaal wordt verteld in de tegenwoordige tijd, waardoor de lezer nauw bij het verhaal betrokken wordt. De chronologie wordt alleen in de proloog doorbroken. Dat gedeelte, waarin Raam vertelt over zijn eerste dagen met Groen in New York, past in het verhaal tussen deel twee en deel drie (januari).
Ruimte
De roman speelt zich voor een groot gedeelte af in Amsterdam. Belangrijke locaties zijn discotheek Gimmick en galerie Dixit. De kunstenaars ontmoeten elkaar ook in andere trendy uitgaansgelegenheden als Akhnaton, Efforts en Zola en in het Stedelijk Museum, waar een overzichtstentoonstelling van het werk van Groen, Raam en Eckhardt wordt geopend.
In het tweede deel van de roman is Raam op reis. Via Florence komt hij op Tenerife aan, waar de galerie van Sergio Valla een belangrijke locatie is. Hierna vertrekt hij met Groen naar New York, waar Raam zijn rust vindt in het appartement van de veertigjarige Dulcie Rosen.
Personages
Walter van Raamsdonk (kortweg Raam) is een 25-jarige schilder. Momenteel kan hij geen nieuw werk maken, terwijl zijn kunstbroeders Eckhardt en Groen druk bezig zijn zo snel mogelijk rijk en beroemd te worden. Hij hunkert nog steeds naar zijn ex-vriendin Sammie. Wanneer blijkt dat hij haar niet meer terug kan krijgen en dat zij een nieuwe vriend heeft, keert zijn obsessie zich tegen hem.
Groen is een 29-jarige schilder die zich eigenlijk nauwelijks interesseert voor kunst. Hij wil in de publiciteit komen en snel veel geld met zijn werk verdienen. Hij is bot en egoïstisch en (toch) onweerstaanbaar voor vrouwen. Raam verdenkt hem ervan het met Sammie gedaan te hebben.
Suzan Fortuyn (kortweg Sammie) was tot voor kort de vriendin van Raam. Zij verbrak de relatie, omdat hij enkel en alleen gefixeerd bleek op seks. Daar waar Raams obsessie hem zo ver voert dat hij zichzelf te gronde richt, kan de nuchtere Sammie rustig een nieuwe relatie aangaan.
De schilder Eckhardt, de dichter Oerzang en Raams jeugdvriend Alex Menkveld spelen evenals Dulcie Rosen op de ahtergrond een rol in het leven van Raam. In sommige personages meenden enkele bekende Nederlanders zichzelf beschreven te zien.
Motieven
- Seks
- Moderne kunst
- Drank en drugs
- Geld
- Obsessie
- Vlucht
- Publiciteit
- Painter’s block
Thema
Het hoofdthema is liefdesverdriet. Raam kan eigenlijk niet zonder Sammie leven. Als het duidelijk wordt dat zij echt niet meer bij hem terug komt, raakt hij zo in de war dat hij niet meer kan schilderen en zijn heil zoekt in drank en drugs.
De auteur
Joost Zwagerman werd in 1963 in Alkmaar geboren. Op 22-jarige leeftijd debuteerde hij met de roman De houdgreep. In 1987 publiceerde hij zijn eerste poëziebundel, Langs de doofpot en de verhalenbundel Kroondomein, waarin Zwagerman laat zien welke stijlen hij beheerst. Een jaar later verscheen wederom een poëziebundel: De ziekte van jij. Zwagerman afficheerde zich in die jaren als dichter van de Maximalen, een dichtersgroep die riep om ‘temperament’ in de moderne poëzie, die naar hun mening behoorlijk ‘in slaap was gesukkeld’.
In 1989 volgde Gimmick! en in 1991 Vals licht, dat genomineerd werd voor de AKO-Literatuurprijs. In 1993 verschenen gebundelde essays in Collega’s van God en in hetzelfde jaar werden de columns die Zwagerman voor Primeur en de jongerenpagina van Vrij Nederland schreef, gebundeld in De kus van Michael Jackson. In het najaar van 1994 verscheen De buitenvrouw, waarmee Zwagerman weer een geheel andere thematiek aansnijdt, namelijk alledaags racisme. In deze roman wordt een docent Nederlands verliefd op een Surinaamse collega.
In opdracht van de Bijenkorf schreef Zwagerman in 1996 de novelle Tomaatsj, een herkenbaar boekje voor elke jonge of aanstaande vader. In hetzelfde jaar verscheen tevens de essaybundel In het wild. Zwagerman schrijft zijn essays over personen (Madonna en Prince) en verschijnselen die hem fascineren, waardoor ze zijn meest personlijke werk vormen. Eind 1997 verscheen zijn vijfde roman, Chaos en Rumoer. Net als in Gimmick! herkenden enkele bekende Nederlanders zich in Zwagermans beschrijvingen. De roman over een schrijver die gebukt gaat onder een writer’s block en dan maar besluit daarover een boek te gaan schrijven, werd gemengd ontvangen.