Boekverslag: vertraging - Tim Krabbé
Vertraging, geschreven door Tim Krabbé, is uitgegeven in 1994. Het verhaal speelt zich af in Australië, voornamelijk vlakbij Lake Eyre. In dit boekverslag zal je diverse dingen tegenkomen, waaronder een samenvatting, een beschrijving van de ruimte en een beschrijving van de tijd. Daarnaast zal je hier twee motieven vinden.
Inhoudsopgave
Bibliografische gegevens
- Auteur: Tim Krabbé
- Titel: Vertraging
- Jaar eerste druk: 1994
- Jaar gelezen druk: 1994
- Plek van uitgave: Amsterdam
- Uitgeverij: Uitgeverij Bert Bakker
- Motto: -
- Opdracht: -
Samenvatting
Oostende
Jacques en Moniek ontmoetten elkaar, destijds een 17 jarige jongen en een 20 jarige vrouw. Ze worden verliefd en hij gaat twee keer naar haar toe nadat de vakantie is afgelopen. Hij raakt verliefder en verliefder totdat ze plotseling niet meer naar elkaar toe gaan en hun hele liefdesleven is afgelopen. Dit kwam allemaal door een briefje waarop stond: ‘Het was een grap. I’m sorry. Moniek.’ Pas op dat moment besefte Jacques dat Moniek een grap met hem had uitgehaald, vanwege het feit dat Christa en Jacques elkaar vroeger leuk vonden. Moniek kende Christa dus ook!
Dertig en een half jaar later
Jacques is een televisiepresentator in Nederland, hij presenteert woordrijk, een programma dat hij ook zelf schrijft. Hij is op een educatieve vakantie en wanneer zijn vliegtuig vertraging oploopt in Sydney, besluit hij iemand op te zoeken waarop hij lang geleden verliefd is geweest. Het betreft hier Moniek. Op het moment dat hij bij haar huis aan komt, staat ze op het punt van vertrekken. Ze wil zo snel mogelijk weg komen. Jacques gaat mee en hij krijgt de opdracht haar te helpen. Jacques helpt haar en koopt een auto. Jacques wilt graag terug naar het vliegveld, want hij moet het vliegtuig nog halen om mee terug te vliegen naar Nederland. Ze rijden met twee auto’s weg en Jacques moet Moniek maar gewoon volgen. Op een gegeven moment dringt het tot Jacques door dat Moniek hem helemaal niet naar het vliegveld leidt, maar dat ze juist probeert weg te komen uit Sydney. Nadat Jacques haar klem heeft gereden, vertelt Moniek het hele verhaal. Vroeger was ze bekend geworden als madam twenty. Op dit moment was er een klacht lopende tegen haar en moest ze vluchten, omdat ze anders in de gevangenis geraakte. Jacques helpt haar en mist zodoende zijn vliegtuig naar Nederland. Moniek vraagt of hij haar nog verder helpt en met haar mee gaat, Jacques gaat mee.
De volgende ochtend zet Moniek haar autoradio aan. Ze hoort dat er een arrestatiebevel tegen haar loopt. Dit arrestatiebevel blijft lang de voorpagina van de krant halen en blijft maar terugkeren in de krant. Langzaamaan krijgt Jacques mee wat het levensverhaal van Moniek, oftewel: wat het levensverhaal van madam twenty is. Na een tijdje kopen ze vliegtuigtickets voor een reis naar Darwin, ze mijden elkaar overal zo veel mogelijk en ze landen in Darwin. Even later is er overal een bericht dat Alan Wolpe, de persoon met wie Moniek samen leefde, zichzelf heeft opgehangen. Even later dringt het bericht door bij mensen dat de vermissing van de Nederlandse televisiepresentator - Jacques - mogelijk verband houdt met de vermissing van madam twenty.
Op het moment dat het bericht over Alan Wolpe zijn dood Moniek en Jacques bereikt, vluchten ze snel het binnenland van Australië in. Dit is een enorm uitgestrekt gebied, met overal rode rotsen en rood zand. Ze komen uiteindelijk aan bij Lake Eyre, nadat ze vlak daarvoor in een cafeetje waren. Het blijkt echter dat een auto hen heeft gevolgd en ze worden beroofd van al het geld dat ze nog mee hadden op ongeveer 20.000 dollar na. Hun auto wordt helemaal stuk geslagen en ze kunnen niet meer weg van Lake Eyre. Lopen is geen optie, want daar is het veel te warm voor. Nadat ze een aantal dagen bij het meer hebben gezeten, gaan ze uiteindelijk toch lopen. Ze worden meegenomen door een auto en die herkent madam twenty onmiddellijk. Hij zegt tegen ze dat ze waarschijnlijk wel in het huis van zijn vriendin kunnen overnachten, waar hij op het moment heen reed omdat hij ruzie met haar had. Ze betalen fors om daar te mogen overnachten en de derde nacht dat ze in haar huis verblijven, gaan ze samen op bed liggen en hebben ze seks. Tenminste, dat was de bedoeling totdat de eigenares van het huis komt en ze het huis uit wil schoppen. Moniek weigert weg te gaan en ze schiet de huiseigenares dood. Doordat Moniek iemand heeft gedood kan Jacques ook niet meer wegvluchten van Moniek. Jacques wilde namelijk al meerdere malen weglopen, maar hij kon het niet, hij was te bang. Moniek zet op deze manier een definitieve punt achter het weg willen lopen van Jacques.
Samen gaan ze uiteindelijk weg en komen ze bij een fort aan dat ze hebben gehuurd. Dit fort wordt hun verblijfsplaats voor een lange tijd. Ze weten dat ze op een gegeven moment deze plek weer zullen moeten verlaten, omdat dit fort in een meer zal komen te liggen. Moniek doet elke week de boodschappen. Telkens als ze dat doet gaat Jacques een stukje kijken aan de overkant, waar wel mensen zijn. Op een gegeven moment ziet hij Sonja, zijn vriendin in Amsterdam, op televisie. Hij besluit om die avond te vluchten, vanwege Sonja. Dit lukt en hij raakt verder en verder en op een moment komen er auto’s langs. Eerst de eerste, dan de tweede en dan de derde. Geen van alle wilden ze stoppen totdat ineens er een auto stopt. Moniek zit echter in deze auto en ze houdt haar pistool op Jacques gericht. Ze dwingt hem om mee te gaan, maar hij weigert en ze schiet zichzelf dood. Jacques dumpt haar levenloze lichaam ergens. Nadat het hem duidelijk was dat hij niet terug moest naar Sonja, ging hij weer naar Moniek toe, die dood lag in het bos waar hij haar had gedumpt. Hier wordt hij opgepakt door de politie.
Vertelinstantie
Er is in dit boek sprake van een personale verteller, je beleeft het via de ogen en gedachten van Jacques. Het is allemaal verteld in derde persoon enkelvoud.
Citaat 1, bladzijde 12. “Jacques kon een lach niet onderdrukken. ‘Ik moet weer weg,’ zei hij.”
Uit dit citaat blijkt dat er inderdaad in derde persoon enkelvoud wordt verteld en dat je meekrijgt wat Jacques wel en niet doet en wat hij wel en niet kan onderdrukken. Dit is een vorm van gedachtes en daaruit blijkt dat het een personale verteller is.
Citaat 2, bladzijde 61. “Marijke: die twee versprongen letters in haar naam waren als een vlaggende onderjurk, een scheef dichtgeknoopte blouse; een afgang haar door hem aangedaan. En het was alsof pas daardoor, en door de afgekniptheid van Anna op die foto, tot hem doordrong hoe gemeen hij was, en hoe hij alles miste.”
Uit dit citaat blijkt dat je te lezen krijgt hoe hij over de dingen denkt die hij ziet. Je ziet het dus allemaal vanuit zijn ogen en zijn gedachten. Jacques is duidelijk de persoon waaruit je het verhaal beleeft. Je krijgt zijn humor mee, zijn gedachtes en zijn keuzes.
Personages
De twee belangrijkste personages - en overigens ook de twee enige personages waarover je het een en ander te weten komt - zijn Moniek en Jacques. Deze hebben een zeer aparte band, want het verhaal strekt zich in feite over twee tijdsperioden. De ene ongeveer dertig jaar voor de ander. Ze hebben een liefdesverhouding, maar ook een verhouding binnen die liefde, omdat Moniek Jacques heeft laten stikken toen ze verliefd waren. Hun relatie is dus een dubbele relatie. Enigszins willen ze altijd trouw blijven aan elkaar, maar aan de andere kant gezien wil Jacques niet alles voor Moniek doen.
Jacques Bekker is een man van ongeveer zevenenveertig jaar oud of, in de flashback, zeventien jaar oud. Je weet niet veel van hem, ondanks dat het een round-character is. Jacques maakt een verandering mee van zeventien jarige naar zevenenveertig jarige. Hij wordt van een jongen die niet echt weet wat hij wilt, een man die weet wat hij wilt en die zelf ook echt beslissingen durft te nemen. Desondanks durft hij alleen beslissingen te nemen als Moniek er niet is, want hij durft niet tegen Moniek in te gaan. Ook gedurende de tijd dat hij weg is, dat niemand weet waar hij is, verandert hij. Hij verandert van een mens in een soort wezen die niet echt weet wat mensen zijn. Dit blijkt ook uit het volgende citaat van bladzijde 122. “Fort Madness leek een vergeten wereld, gescheiden van de echte door een onzichtbare wand met maar één lek: het televisietoestel.” Uit dit citaat blijkt dat hij totaal niet meer gewend is aan de normale wereld, waarin mensen elkaar gewoon spreken en normaal met elkaar omgaan.
Moniek is een round-character, net zoals Jacques, maar van haar krijg je vooral te weten dat ze een vrij gemene en woeste vrouw is. Dit blijkt uit alles wat ze doet. Ze schiet bijvoorbeeld iemand neer, alleen maar zodat Jacques bij haar moet blijven. Citaat over Moniek, op bladzijde 67. “je gaat niet ineens weg hè Jack, ‘ zei Moniek, en een koude angst dat ze alles wist ruiste door zijn bloedvaten.”
Hieruit blijkt dat ze het doorhad, dat Jacques weg wilde, ze had door dat hij het niet meer wilde. Ze is dan ook erg oplettend en vrij slim, want ze heeft allerlei dingen direct door.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Australië, waarbij Lake Eyre en het fort waar ze op het einde van het verhaal een hele tijd verblijven belangrijke rollen spelen. Het fort is de belangrijkste plek waar ze verblijven. Daarover dus ook, voor zover dat gaat, een beschrijving. Je weet namelijk dat er een rots is. Op deze rots bevindt zich ook een plateau, het hoogst bereikbare punt van de rots. Jacques gaat hier vaak zitten. Ook weet je dat er vlakbij een riviertje is en dat het tien kilometer van de bewoonde wereld ligt. Daarbij komt dat het middenin een bos staat.
Citaat, bladzijde 114: “Op de denkrots zoals Moniek het noemde, en waarvan ze had aanvaard dat alleen hij er mocht komen,had Jacques een uitzicht over heel fort Madness. Het was het hoogst bereikbare punt van de verder onbeklimbaar steile rotswand die er de westgrens van vormde; een klein plateau waar hij met zijn rug geleund tegen de rots kon zitten, zijn benen bungelend over de rand – een plek geschapen als uitkijkpost over het hele domein. Rechts was de ondoordringbare bush, lage struiken en bomen met helder witte stammen, kilometers ver tot aan de zuidgrens; diezelfde rotswand na een bocht. Links, hoorbaar maar niet zichtbaar, was de waterval. Iets verder kwam bruin en woelig, als de zon scheen met kleine regenboogjes erboven, de Yorty tevoorschijn om even later alweer achter de eucalyptusbomen te verdwijnen. Daar moest de roeiboot ergens liggen en aan de overkant, ook verscholen, stond ergens de grijze Holden. Veel verder boog de Yorty naar rechts en werd de oostgrens van fort Madness. Recht voor hem, klein vanaf zijn hoge en verre post, stond het huisje, met ernaast het golfijzeren regenwaterreservoir. Daar voorbij, in de wazige verten, was de zee.”
Meer kom je niet over de omgeving te weten.
Dan is er ook nog een ruimte die de gedachten van Jacques versterkt, dit is de denkrots. Dit staat op bladzijde 116: “Hij had maar een paar gedachten op de denkrots, altijd dezelfde. Er was een rekensom die hij steeds opnieuw maakte, en die als uitkomst had dat Sonja en hij nooit tegelijk sliepen en maar acht uur per etmaal tegelijk wakker waren, twee uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds.” Telkens komt er één gedachte op bij Jacques als hij op de denkrots zit: hij wil naar huis. De denkrots versterkt het gevoel van heimwee en hij smacht naar huis als hij op die rots zit.
Tijd
Er is een niet-chronologie. Er is telkens een hoofdstuk dat zich afspeelt in het heden, in Australië, en een volgend hoofdstuk speelt zich dan weer af in Nederland, toen ze jong waren.
Het parafraseren van de belangrijkste flashback is vrij simpel, het is ook direct een deel van de samenvatting:
Jacques en Moniek ontmoetten elkaar, destijds een 17 jarige jongen en een 20 jarige vrouw, die werkte als secretaresse. Ze worden verliefd en hij gaat twee keer naar haar toe, nadat de vakantie is afgelopen. Hij raakt verliefder en verliefder totdat ze plotseling niet meer naar elkaar toe gaan en hun hele liefdesleven afgelopen is. Dit kwam allemaal door een briefje waarop stond: ‘Het was een grap. I’m sorry. Moniek.’ Pas op dat moment besefte hij dat Moniek een grap met hem had uitgehaald, vanwege het feit dat Christa en hij vroeger elkaar leuk vonden. Moniek kende Christa dus ook!
Het verhaal telt 15 hoofdstukken en 144 bladzijden.
Je begint in medias res, het verhaal bouwt zich op.
Motieven
Een verhaalmotief en een leidmotief
Verhaalmotief
Een van de motieven is de liefde. Dit komt overal in het boek terug en heeft een enorme invloed op het verloop van het verhaal. Het verliefd zijn op Moniek zorgde voor Jacques ervoor dat hij toch niet terug kon naar Nederland. Hij gaat niet terug naar Nederland voor zijn geliefde daar, wat natuurlijk een enorme invloed heeft. Als deze geliefde op een gegeven moment op televisie verschijnt, wilt hij niets liever dan haar weer zien. Toch kan hij niet terug naar Nederland, want hij is te verliefd op Moniek.
Moniek probeert met liefde Jacques te stelen van Christa, een vriendin van haar en de vriendin van Jacques. Later, als Jacques een relatie heeft met Sonja, probeert Moniek wederom Jacques te stelen, maar nu van Sonja.
Citaat 1, bladzijde 91. “Lieve Sonja, als je dit leest ben ik dood. Je lacht: ach Jacques, jongensboekenheld die je bent. Maar het is je lach van nu, terwijl je over mijn schouder meeleest, je oor even tegen mijn oor. Ik lach zelf ook, om hoe interessant ik ben nu ik de dood in de ogen zie.”
Hierin komt duidelijk naar voren dat Jacques nog steeds verliefd is op Sonja en dat hij eigenlijk niet weet wat hij nou moet doen. Hij weet niet of hij terug moet naar Sonja of bij Moniek moet blijven en hij besluit hier eigenlijk om voor Moniek te kiezen en gedag te zeggen tegen al het normale, waaronder Sonja.
Citaat 2, bladzijde 39. “Er was geen kus, geen omhelzing geweest voor ze in bed lagen. En ook daar keken ze eerst naar elkaar in het zwakke licht dat van buiten kwam, een eindje van elkaar af op hun ellebogen, zwijgend, glimlachend als om een dom misverstand, nog moe van het dansen.”
Uit dit citaat blijkt hoe snel alles is gegaan toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten - toen Moniek Jacques dus had afgepakt van Christa. Moniek had beslag op hem gelegd door in ieder geval te doen alsof ze hem lief had. Liefde speelt hierin dus een belangrijke rol.
Leidmotief
Een ander motief is geld. Met geld denkt Moniek alles voor elkaar te krijgen. Ze heeft enorm veel geld en probeert op die manier Jacques voor haar te winnen. Ze probeert ervoor te zorgen dat Jacques eeuwig bij haar blijft en dat doet ze met haar geld. Ze geeft zoveel geld voor hem uit dat hij zich verplicht voelt om bij haar te blijven.
Citaat 1, bladzijde 20. “Cedric, een Libanees in een stofjas, had een ford falcon van 9975 dollar staan, vijf jaar oud nog maar, ideaal voor de lange afstand. Maar terwijl ze erheen liepen werd Jacques getroffen door een stationcar met een brede, ver vooruitstekende neus, elegant als een goedkoop speelgoedautootje, en gespoten in zo’n helder oranje-achtig rood, met mooi zwarte biezen, dat hij vroeg wat dat er voor een was – een ford falcon, van 7750 dollar. Hij nam hem meteen met het aangename gevoel dat hij Moniek belazerde door haar 2250 dollar te besparen.”
Het geld speelt een grote rol en beïnvloedt de relatie ook erg. Moniek denkt dat ze Jacques overal toe kan dwingen met haar geld en Jacques probeert om zoveel mogelijk van haar geld af te troggelen. Dit lukt hier en hij houdt het geld uiteindelijk zelf.
Citaat 2, bladzijde 87, hiervoor zijn ze net overvallen en van nagenoeg al hun geld beroofd. “haar schouders begonnen te schokken en hij huilde mee, maar toen hij merkte dat het lachen was, bleek het bij hemzelf ook lachen te zijn.” Het geld maakt ze gek, ze hechten geen redelijke waarde meer voor dingen. Ze hechten vrijwel nergens meer waarde aan, omdat het geld ze zo ver de waanzin in heeft gedreven. De waanzin doordat ze dachten dat ze alles bezaten is kenmerkend voor hun relatie en daar loopt hun relatie uiteindelijk op stuk. Dit allemaal door geld.