Ik raak echt niet kwijt! (tips voor als het toch gebeurt)
Bijna ieder kind maakt het wel een keer mee, je ouders kwijtraken in een grote mensenmassa. Wat kun je doen als kind en wie kun je om hulp vragen? In het boek 'Ik raak echt niet kwijt! (tips voor als het toch gebeurt)' vind je tips voor kinderen en ouders. De tekst is van Dagmar Geisler en vertaald uit het Duits door Andrea Kluitmann. Het is geschikt voor kinderen vanaf vier jaar.
Gegevens van het boek Ik raak echt niet kwijt!
- Oorspronkelijke titel: Ich geh doch nicht verloren!
- Tekst: Dagmar Geisler
- Vertaald uit het Duits door: Andrea Kluitmann
- Illustraties: Dagmar Geisler
- Opmaak Nederlandse editie: NBD Biblion, Leidschendam
- Gepubliceerd: 2013 (zowel de Duitse als de Nederlandse uitgave)
- Genre: kinderboek, prentenboek, educatief boek
- Aantal pagina’s: 26
- ISBN: 978 94 6202 048 1
- Geschikt voor: leeftijd vanaf vier jaar
Over de schrijver en illustrator, Dagmar Geisler
Dagmar werd geboren in 1958 en ze groeide op in Hessen (Duitsland). Ze studeerde in Wiesbaden: grafische vormgeving, illustraties in het bijzonder. In 1987 maakte ze voor het eerst illustraties voor een kinderboek, dit werden er nog veel meer. Later ging ze ook kinderboeken schrijven.
Het verhaal
Kim en haar moeder gaan de stad in, het is erg druk op het marktplein. De moeder van Kim is bang dat ze Kim kwijt zal raken. Alle mensen lopen dicht op elkaar, Kim ziet alleen maar benen. Gelukkig heeft haar moeder een opvallende rode jas aan, zodat Kim haar gemakkelijk ziet. Bij een kraam met fruit staat een jongetje, het lijkt wel alsof hij is kwijtgeraakt. Als Kim het vraagt, zegt hij dat het niet zo is.
Bij een broodkraam ziet Kim een klein hondje lopen. Het beestje loopt met Kim en haar moeder mee. Kim wil het hondje laten zien aan haar moeder, maar als ze haar moeder aan de rode jas trekt, is het een andere mevrouw. Het jongetje komt naar haar toe en zegt dat hij ook is kwijtgeraakt, hij had eerder gelogen. Kim en het jongetje willen beiden hun ouders weer terugvinden en Kim weet wat ze kunnen doen.
Stil blijven staan en roepen is de eerste regel. Daarna zoekt Kim iemand die haar moeder kan bellen. Ze heeft een briefje met het telefoonnummer en het nummer staat ook op haar arm. Daarna doet Kim de andere dingen die ze van haar moeder heeft geleerd. In een apotheek lukt het de kinderen om de politie te bellen en worden ze gevonden door hun ouders. Ook het hondje vindt zijn baasje terug.
Tekst en illustraties
Op de voorkant van het boek staat een klein blond meisje, het kijkt met grote ogen naar boven. Er lopen wat volwassenen om haar heen, het meisje lijkt hen niet op te vallen. In grote gele letters: Ik raak echt niet kwijt! In kleine letters: Tips voor als het toch gebeurt. Op de achterkant van het boek vind je een fragment en beknopte uitleg waar het boek over gaat. Veel tekeningen in het boek vullen een dubbele pagina, maar er staan ook wat kleine illustraties in het boek. Op de tekeningen is veel te zien, bijvoorbeeld verschillende kraampjes op een markt. Dagmar heeft frisse kleuren gebruikt voor de figuurtjes in het boek. De achtergrond is de ene keer kleurig, de andere keer stemmig. Bij het laatste is wat er te zien is op de achtergrond wat vaag afgebeeld. Het jongetje in het verhaal is best angstig, dit kun je lezen, maar ook op de tekeningen kun je het zien. Kim blijft rustig, als het jongetje huilt omdat hij denkt dat de hoop is verloren op hereniging met zijn vader, blijft Kim rustig en lacht zelfs. Op nagenoeg iedere bladzijde vind je tekst, soms een paar regels, soms een flink blok met tekst. De zinnen zijn kort en lezen gemakkelijk voor. Een kind van vier of vijf jaar zal de tekst misschien niet helemaal begrijpen, maar je kunt het verhaal natuurlijk ook in eigen woorden vertellen.
Twee fragmenten uit het boek
Maar dat is schrikken! De vrouw die zich omdraait is mama helemaal niet!
Geschrokken kijkt Kim om zich heen. Mama is nergens te bekennen.
'Zie je nu wel, nu ben jij ook kwijtgeraakt', zegt iemand met een huilerige stem.
'Ach, ben jij het', zegt Kim. 'Waarom heb je net tegen me gejokt?'
In plaats van antwoord te geven, vraagt de jongen: 'Wat moeten we nu doen?'
Maar bij de visverkoper heeft Kim geluk. 'Ik heb een mobieltje, maar hier kan ik niet bellen.
Er is te veel lawaai, zegt hij. 'Kom maar mee naar mijn auto, daar gaat het vast wel.'
'Nee, bedankt', zegt Kim vriendelijk. 'Ik ken je niet, ik ga niet me je mee!'
'Ben je gek geworden?' roept de jongen als de visverkoper is doorgelopen.
'Nee, dat ben ik niet', zegt Kim. Maar dat is regel nummer vier:
ook als ik ben kwijtgeraakt, ga ik met niemand zomaar mee.'
Tips voor kinderen
- Je blijft waar je bent en als er een ontmoetingsplek is afgesproken ga je daar naar toe.
- Iemand vragen om met een mobieltje naar je vader of moeder te bellen. Het is dus belangrijk dat je het nummer bij je hebt.
- Als dat niet lukt, dan iemand de politie laten bellen.
- Met niemand meegaan, ook niet met de man of vrouw die voor je wil bellen.
- Als er niemand is die kan bellen, ga dan naar een plek waar iedereen je kan zien, bijvoorbeeld een winkel.
- Niet in paniek raken, als je rustig blijft kun je beter nadenken.
Tips voor ouders
- Kies als ontmoetingsplek een overzichtelijke plek, bij een langer uitstapje is het moeilijk om een plek af te spreken.
- Schrijf het mobiele nummer op een papiertje en stop het in de zak van het kind. Het kind kan ook een kokertje om de nek dragen, of je kunt het nummer op de arm schrijven.
- Leer het kind het landelijke politie nummer op een speelse manier.
- Spreek met een kind af met wie hij of zij in geval van nood mag meegaan. Bijvoorbeeld politie, personeel spoorwegen.
- Als je met het kind door de stad loopt, kun je winkels of plaatsen aanwijzen waar ze heen kunnen gaan als er niemand voor hen kan bellen (punt 5 bij tips voor kinderen).
- Hoe beter een kind is voorbereid, hoe kleiner de kans is dat het in paniek zal raken.
Mijn mening
Bijna ieder kind zal het meemaken dat het zijn ouders kwijtraakt en wat een angst dat op kan leveren bij beide partijen. Ik heb het zelf als kind een paar keer meegemaakt en kan mij deze momenten nog goed herinneren. Onder andere dat ik als kleuter stond te kijken bij de Fata Morgana in de Efteling. Ik had geleerd van mijn ouders om op het punt te blijven staan waar ik ze uit het oog was verloren en al snel kwamen mijn ouders naar mij toe. Je had in die tijd geen mobieltjes, dus die tips had ik toen niet nodig.
Mijn kinderen zijn nu op een leeftijd dat ze zelf een mobieltje bij zich dragen, maar toen ze klein waren heb ik ook wel angstige momenten gehad. In een winkelcentrum raakte ik in paniek toen mijn zoontje plotseling niet meer naast mij liep, maar gelukkig waren er twee oudere dames die actie ondernamen. Ze vroegen naar de kleding van mijn zoontje en zijn leeftijd. Angstige momenten, maar een van hen vond mijn kind. Hij was nog te jong om de tips te snappen die in het boek staan, maar voor kinderen vanaf een jaar of vier zijn ze bijzonder waardevol. Ook is het fijn om als ouder de tips op een rijtje te zien. Je ziet ook duidelijk het verschil tussen het jongetje en het meisje. Kim geeft de moed niet op, ze weet dat er altijd een oplossing is. Ook laat ze goed zien dat je niet met vreemde mensen mee moet gaan. Het jongetje weet totaal niet wat hij moet doen, hij heeft echt het idee dat hij zijn vader nooit meer zal zien. Met de tips kan een kind de situatie beter overzien en niet zo snel in paniek raken. Het boek heeft een duidelijke boodschap, maar de mooie tekeningen maken het verhaal iets lichter. Een kind moet de ernst begrijpen, maar ook weer niet bang worden van het verhaal.
Ik vind het boek ook zeer geschikt om voor te lezen op school.