Creatieve processen en ideeënoverdracht
Veel mensen denken dat ze niet creatief zijn. Of het nou het maken van een tekening is, het ontwerpen van een product of het schrijven van een verhaaltje, creativiteit speelt een belangrijke rol. Met de juiste instelling en de goede technieken kan iedereen zijn of haar problemen oplossen door een passende en soms zelfs briljante oplossing te bedenken. De volgende technieken zijn beproefde methoden om te helpen met het ordenen van gedachten en de creativiteit te bevorderen.
Inhoud
Inspiratie
De eerste stap is het vinden van de juiste
inspiratie. We kunnen inspiratie vinden op vele verschillende manieren en het kan overal vandaan komen. Denk bijvoorbeeld aan artikelen in kranten, plaatjes in tijdschriften, televisieprogramma’s, boeken of de tekst van een muzieknummer. Je kunt zelfs inspiratie halen uit de kleding van een willekeurig persoon op het treinstation, of het nieuwe kapsel van je buurmeisje. Probeer
“Out of the box” te denken door connecties te leggen, patronen te ontdekken en dingen te zien die anderen ontgaan.
Echte inspiratie komt als een vonk, op het meest willekeurige moment van de dag kun je zomaar een geweldig idee krijgen. Goede ideeën komen en gaan net als dromen razendsnel, dus schrijf ze altijd zo snel mogelijk op. Zorg er daarom altijd voor dat je pen en papier bij je hebt om het te noteren of om snel een tekeningetje te maken!
Tip: Als je vaak een beroep moet doen op je creativiteit is het handig om een foto bibliotheek aan te leggen. Trek er op een willekeurige dag op uit en maak foto’s van alles wat je ziet. Denk hierbij aan dieren, voorwerpen, gebouwen of mooie plekken in het bos of park. Ook foto’s van texturen zoals zand, stenen, muren of tegelvloeren zijn ideaal om toe te voegen. Na verloop van tijd heb je zo een betrouwbare database met originele foto’s om inspiratie uit te putten.
Mindmap
Soms heb je een goed idee nodig maar is de vonk nergens te bekennen. In dat geval moet je hiernaar op zoek gaan. De beste en makkelijkste manier om dat te doen is door goed om je heen te kijken. Bekijk eens wat oude vakantie foto’s, blader door een willekeurige encyclopedie of pak eens een tijdschrift dat je anders nooit zou lezen. Kleine details zijn vaak de sleutel tot een goed idee, dus let altijd op kleine dingen.
Als je eenmaal inspiratie en ideeën hebt opgedaan is het tijd om deze te
ordenen. Een goede manier om gedachten te ordenen is door het maken van een zogenoemde
“mindmap”. Een mindmap is een boomvormig spinnenweb van woorden, begrippen en kleine simpele tekeningen omtrent een centraal woord en wordt gebruik om leren en onthouden gemakkelijker te maken, maar ook om effectiever notities en aantekeningen te kunnen maken.
Om een mindmap te maken heb je een groot leeg vel papier nodig en een paar verschillende kleuren stiften of potloden. Om te beginnen schrijf je in het midden van het vel papier het kernwoord waar de mindmap om gaat draaien, bijvoorbeeld het thema. Vervolgens schrijf je hier dingen om heen die volgens jou direct met het thema te maken hebben, en je verbindt deze woorden met een gekleurde tak aan het kernwoord. Daarna schrijf je om elk van deze woorden weer nieuwe dingen die je met dat woord associeert en je maakt hier weer een nieuwe tak van. Hiermee ga je door tot je papier vol is of je geen ideeën meer hebt. Met kleuren kun je vervolgens nog meer verbindingen tussen woorden en begrippen aangeven om relaties extra te verduidelijken.
Tip: Wees kort en bondig, en schrijf zeker geen hele uitgebreide dingen op maar houd het bij enkele steekwoorden. Op deze manier blijft je mindmap overzichtelijk en wordt deze niet al te complex. Je kunt in plaats van woorden ook hier en daar kleine tekeningen maken. Het een sluit het ander niet uit, dus je kunt tekst en tekeningen ook combineren!
Moodboard
Als je eenmaal plaatjes en afbeeldingen uit bijvoorbeeld kranten en tijdschriften hebt verzameld is het een goed idee om hier een zogenoemd
“moodboard” van te maken. De naam zegt in principe al wat het is, namelijk een gevoel (mood) uitgedrukt in een collage (board). Kort gezegd is dat een visuele weergave van een stijl. Moodboards zijn een bewezen effectief middel om inspiratie te ordenen en een richting te geven aan ideeën en deze te delen met bijvoorbeeld collega’s. Moodboards worden in vrijwel alle creatieve sectoren gebruikt zoals architectuur, mode, industrieel product ontwerp maar ook in videogame ontwikkeling, grafische vormgeving en voor filmproducties.
Het doel van een moodboard is het uitdragen van een sfeer aan andere personen bijvoorbeeld om een stijl uit te leggen of een bepaalde richting binnen een thema aan te geven. Ook kun je het gebruiken om een kleur of motiefstijl vast te leggen. Wanneer je verder komt in een creatief proces kun je later altijd opnieuw terug kijken voor nieuwe inspiratie of om te controleren of je nog wel in de goede richting gaat.
Bij het maken van een moodboard plaats je de verzamelde plaatjes, foto’s en teksten op een dusdanige manier dat het voor anderen duidelijk wordt welke sfeer jij wilt neerzetten. Bij een moodboard “Strand” kun je bijvoorbeeld denken aan zandkastelen, spelende kinderen en strandstoeltjes. Wil je een minimalistische stijl verwerken in een moodboard, beperk dan het aantal plaatjes tot een minimum en focus meer op de lay-out. Je kunt ook prima werken met lijntjes of vormen. Het maken van een moodboard is een creatief en persoonlijk proces en er zijn geen duidelijke regels voor waar een goed moodboard aan moet voldoen.
Er is een kanttekening te maken over het ontwerpen van een moodboard via digitale tekenprogramma’s. Hoewel je met behulp van een computer via zoekmachines snel veel afbeeldingen kunt verzamelen en deze snel kunt omzetten tot een moodboard, is dit vaak niet de beste oplossing. Zoekmachines geven vaak steeds dezelfde plaatjes weer, en dit bevorderd de kans op een saai en standaard sfeerbeeld. Afbeeldingen van het internet zijn ook vrijwel altijd vierkant of rechthoekig. Afgeronde randen of in elkaar overlopende afbeeldingen en teksten maken een moodboard veel interessanter.
Tip: Het beste formaat om een moodboard te maken is A3 of groter, A4 en kleiner is vrijwel altijd te klein en onprettig om mee te werken. Wees bovendien niet gebonden aan het rechthoekige van het papier, experimenteren met vormen en figuren of zelfs met bewerkte of versierde randen mits dit uiteraard bij het moodboard past. Ook technieken als het gebruik van meerdere lagen of pop-ups zoals bij (3D) wenskaarten of het opplakken van materialen zoals stof of folie kunnen het effect van een moodboard versterken. Voor een professionele uitstraling van je moodboard kun je deze op zogenoemd “foamboard” plakken wat verkrijgbaar is bij de meeste kunst- en kantoorvakhandels.
Datasheet
Als je iets voor een ander wilt bedenken is het handig om je doelgroep te kennen. Een goede manier om dit te doen is door je doelgroep in kaart te brengen door middel van een
“Datasheet”. Een datasheet is een verzameling (potentiële) basis informatie over bijvoorbeeld een gemiddeld persoon in een bepaalde groep of omgeving. Potentieel, omdat de persoon niet echt hoeft te bestaan en je daardoor vrij bent in de keuzes die je maakt zolang deze maar in het profiel van de persoon passen.
Dingen die je kunt beschrijven zijn bijvoorbeeld:
- Naam
- Geslacht of ras (bij Sci-fi of fantasy verhalen)
- Geschiedenis
- Baan en hobby’s
- Vaardigheden
- Kleding en uitrusting
- Enzovoorts
Probeer bij het maken van de lijst connecties te vinden zodat het geheel logisch en realistisch wordt.
We zullen het laten zien met een voorbeeld. We hebben bepaald dat onze doelgroep waar we iets over willen weten gedefinieerd kan worden als stoere meiden van 10 tot 14 jaar.
Allereerst maken we een korte profielschets van een typisch persoon in deze groep. Het gaat om een stoere meid die niet zo van spelen met poppen of een theeservies houd, maar graag buiten speelt in het bos en boomhutten bouwt. Paardrijden vind ze niets, ze speelt liever een potje voetbal. Uiteraard draagt ze geen jurkjes maar gerafelde spijkerbroeken en stoere shirts. Ze is nieuwsgierig en ontdekken, en heeft een voorkeur voor handige gadgets.
Vervolgens kunnen we aan de hand van zo’n verhaaltje een lijstje met trefwoorden maken. Deze trefwoorden kun je groeperen in thema’s, bijvoorbeeld wat ze doet, wat ze eet, hoe ze zich gedraagt en waar ze van houd of wat ze op haar kamer heeft staan.
Trefwoorden van onze stoere meid zouden kunnen zijn:
- Voetballen, buitenspelen, ontdekken.
- Fruit, groente, ontbijtgranen.
- Slim, stoer, eigenwijs.
- Buiten, natuur, dieren.
- Telescoop, multitool, zaklamp.
Door connecties te zoeken zijn we al veel over onze doelgroep te weten gekomen. Je kunt het echter nog veel verder uitbreiden door steeds naar nieuwe connecties te zoeken. Door jezelf steeds opnieuw vragen te stellen kun je je ontzettend goed in iemand verdiepen.
Tip: We gebruiken in dit voorbeeld een fictief persoon, maar je kunt dit ook prima gebruiken om potentiële klanten of gebruikers van je diensten of producten in kaart te brengen. Als je het lastig vindt om informatie te bedenken kun je kijken naar iemand in je omgeving. Bekijk wat je bij die persoon vind passen en ga daar dan mee verder.
Persona
Een persona zou je kunnen zien als een moodboard van een datasheet over een persoon. Je gaat nu als het ware net als bij een moodboard een visuele voorstelling maken, maar dit maal niet van een stijl maar van de persoon in je doelgroep.
Ook dit maal ga je op zoek naar plaatjes, foto’s of afbeeldingen van voorwerpen of plekken die je bij je persoon vind passen. Naast kranten en tijdschriften zijn ditmaal ook folders een goede bron van afbeeldingen.
Een goede persona draait om één centraal persoon. Zoek een foto of afbeelding van iemand die de hoofdrol gaat spelen in jouw persona. Kun je geen geschikte foto vinden dan kun je bijvoorbeeld verschillende plaatjes combineren zoals een hoofd uit een gezichtscrème reclame en een jasje uit een folder van een kledingwinkel. Als je een geschikt persoon hebt gevonden plak je deze in het midden van je vel. Net als bij een moodboard hoef je je niet te beperken tot een rechthoekig stuk papier. Wees creatief!
De volgende stap is het zoeken naar plaatjes die bij je persoon passen. Zorg voor een zo divers mogelijke stapel afbeeldingen. Waar gaat je persoon graag op vakantie? Welke tussendoortjes en drankjes koopt hij of zij graag? Denk aan boek omslagen, gadgets, voorwerpen, meubels en kleding maar ook aan huizen, parken of landschappen. Probeer van elk onderwerp meerdere plaatjes te vinden en plak deze gegroepeerd rondom je hoofdpersoon. Als je een plaatje hebt uitgeknipt en je vind deze toch niet zo goed passen wees dan niet bang om deze alsnog weg te gooien of te bewaren voor een andere keer.
Tip: Zorg voor zo min mogelijke witte stukken tussen de plaatjes, dit maakt de persona snel saai of lijkt snel incompleet. Gaten kun je opvullen met neutrale plaatjes zoals foto’s van stukjes gras, steentjes of kralen al naar gelang wat het beste bij je persoon past.
Tip: Net als bij een moodboard maken in elkaar overlopende afbeeldingen het geheel dynamischer en spannender om naar te kijken. Probeer rechte lijnen en scherpe hoeken te vermijden en wees vooral niet bang om gewoon te scheuren in plaats van te knippen met een schaar!
Photoboard
Het primaire doel van een photoboard is het visueel weergeven wat je idee kan en doet in de echte wereld. Je idee hoeft nog geen vaste vorm te hebben aangezien het puur gaat om het uitdragen van de interactie. Op deze manier kun je al in een vroeg stadium aan anderen laten zien hoe jij je idee toegepast ziet worden waardoor deze je idee beter zullen begrijpen en hier ook op kunnen reageren.
Je kunt het maken van een photoboard het beste beginnen door te starten vanuit je persona. Bedenk een kort verhaaltje over hoe je persona je idee zou gebruiken. Probeer antwoord te geven op vragen als wanneer, hoe vaak, op welke plaats en met wie jouw idee wordt gebruikt. Probeer specifiek te zijn in je antwoorden.
Vervolgens ga je op zoek naar een aantal personen die als figuranten in je photoboard willen dienen. Probeer het verhaaltje wat je zojuist verzonnen hebt uit te beelden door er zwart-wit foto’s van te maken. Zwart-wit, omdat kleuren afleiden en je zo makkelijker achteraf met stiften attributen en tekens kunt toevoegen. Bedenk goed welke stappen je van je idee wilt laten zien en laat onbelangrijke details achterwege. Maak veel foto’s zodat je achteraf de beste kunt selecteren.
Als je een stapel foto’s hebt geselecteerd die het beste je idee weergeven is het tijd om ze op te gaan plakken. Maak het verhaal niet te lang, tussen de 6 en 10 foto’s is over het algemeen ruim voldoende. Je kunt ook bijvoorbeeld stukjes uit de foto’s knippen om handelingen van personen aan te geven zonder complete foto’s op te hoeven plakken. Plak ze niet zomaar achter elkaar, maar speel een beetje met de lay-out.
Wanneer je tevreden bent met de lay-out van de foto’s kun je ze nog verduidelijken door er leestekens, muzieknoten of voorwerpen bij te tekenen.
Als laatste schrijf je als dit nodig is bij de foto’s een begeleidend stukje tekst. Ook hierin zijn geen vaste regels, maak gebruik van tekstballonnen, post-its, ondertitels of wat je ook maar kunt bedenken.
Tip: Mocht je de juiste omgeving niet kunnen vinden om de foto’s in te maken, wees dan creatief met stiften. Moet je bijvoorbeeld een foto maken in een supermarkt maar kun je daar geen foto’s maken, neem dan de foto’s voor een witte muur en teken de winkelschappen op de achtergrond. Het gaat om het verhaal en niet om de plaatjes!
Tip: Mocht je geen camera, figuranten of geen mogelijkheid hebben om een photoboard te maken kun je als alternatief een “comicboard” maken. Een comicboard is in principe precies hetzelfde als een photoboard behalve dat je in plaats van foto’s met tekeningen werkt. Je maakt als het ware een simpel stripverhaaltje over hoe je idee gebruikt kan worden. Maak het vooral niet te uitgebreid en werk niet teveel aan details, want nogmaals het gaat om het verhaal en niet de plaatjes!
En verder
Tot zover de creatieve processen, en hoe je nu verder met je idee gaat is geheel aan jezelf. Ben je ontevreden met wat je tot nu toe hebt bedacht? Ga dan een paar stappen terug of begin overnieuw. Wel tevreden? Dan kun je je idee gaan uitwerken en in de praktijk brengen.
Misschien vraag je je achteraf wel af waar je al deze technieken voor nodig hebt. Misschien vind je het allemaal wel onzin en verzin je zo binnen 5 minuten 20 nieuwe ideeën! De filosofie achter deze technieken is dat er voor alles een reden moet zijn. De gouden regel is dan ook;
Wees nooit tevreden, niets is perfect, er valt altijd iets te verbeteren.
Ga daarom nooit te snel verder met je eerste idee maar neem de tijd en de afstand om er objectief naar te kijken. Houd overzicht en onthoud goed, creativiteit kun je niet afdwingen maar komt met plezier, dus houd het vooral leuk!