ICT in het onderwijs: kracht en meerwaarde van de webquest
Een van de mogelijkheden om informatie- en communicatietechnologie, kortweg ICT, op een laagdrempelige en zinvolle manier in te zetten in het onderwijs is de webquest. Wat is een webquest en waarom is een webquest voor zowel leerling als docent interessanter dan een opdracht uit het schoolboek?
Wat is een webquest?
Een webquest is een onderzoeksgerichte opdracht waarbij leerlingen onder meer gebruik maken van het internet (web) om een taak (een quest) uit te voeren. Individueel of in groepjes werken de leerlingen aan deze taak die altijd resulteert in een product. Dat product kan een spreekbeurt zijn, een werkstuk, een powerpoint-presentatie, een verslag, een tentoonstelling, een maquette, etcetera. De term webquest kent inmiddels vele varianten, zoals Webkwestie, Talenquest (voor moderne vreemde talen), Queeste (geschiedenis) en GeoQuest (aardrijkskunde). Bedenker van de webquest is Bernie Dodge, professor aan de San Diego State University in Amerika. Dodge zocht naar een middel om leerlingen op een uitdagende wijze gebruik te laten maken van internet. In 1995 vond Dodge wat hij zocht, en introduceerde de webquest, een fenomeen dat sindsdien wereldwijde populariteit geniet.
Elke webquest wordt via internet aangeboden en bestaat uit 7 onderdelen volgens een vaste indeling en volgorde:
- Inleiding (introduction): waar gaat de webquest over?
- Opdracht (task): wat moeten de leerlingen doen?
- Werkwijze (process): welke stappen moeten ze nemen?
- Informatiebronnen (resources): waar is alle benodigde informatie te vinden?
- Beoordelingsschema (evaluation): aan welke criteria moet het eindresultaat voldoen?
- Evaluatie (conclusion): wat hebben de leerlingen bereikt als ze de opdracht goed uitvoeren?
- Leerkracht (teacherpage): achtergrondinformatie over de webquest.
De verschillende onderdelen van een webquest zijn de bouwstenen voor de hele opdracht. De leerling klikt eerst op de inleiding, waarin het doel en de achtergrond van de opdracht worden uitgelegd. Daarna klikt de leerling op de volgende onderdelen. In het onderdeel ‘Informatiebronnen’ vindt hij een overzicht van websites die de leerlingen nodig hebben voor hun webquest. Ze zijn van tevoren door de webquestmaker uitgezocht. De maker van de webquest voegt alleen een website toe aan de webquest wanneer hij denkt dat die bruikbaar is voor de leerling. Dit beperkt de zoektocht naar informatie op het web en voorkomt bezoeken aan ongewenste sites. Naast bronnen op internet, wordt vaak ook verwezen naar papieren informatiebronnen, zoals het lesboek, de krant of een woordenboek. Elk onderdeel bevat zonodig aanwijzingen voor het verwerken van de informatie. Deze aanwijzingen kunnen de vorm hebben van deelvragen, of aanwijzingen om schema’s, tijdbalken of oorzaak/gevolg diagrammen te gebruiken. De opdracht, de werkwijze en de beoordelingscriteria worden vooraf met de leerlingen besproken, zodat de taak zelfstandig kan worden uitgevoerd. De docent treedt tijdens de webquest enkel op als begeleider.
Productgericht en uitdagend
In een webquest hebben de leerlingen een actieve rol. Enkele voorbeelden:
- De leerling krijgt de rol van detective die een probleem moet oplossen of op zoek moet naar een schat of verloren voorwerp;
- De leerling moet als journalist een artikel schrijven voor een krant of tijdschrift;
- De leerling is medewerker bij een reisbureau en moet een reis samenstellen.
Gebruikmakend van de informatiebronnen in de webquest, verplaatsen de leerlingen zich in hun rol. De taken die zij moeten verrichten kunnen divers zijn: analyseren, informatie verzamelen en ordenen, een interview afnemen, beoordelen of een verslag schrijven. Het resultaat van een webquest is een concreet eindproduct dat aan anderen gepresenteerd wordt. Het eindresultaat verdwijnt dus niet in de la van de docent. Hierdoor is de webquest minder vrijblijvend. Omdat de leerling zijn rol zelf mag kiezen en de taken die bij deze rol horen afwisselend zijn, wordt de webquest door leerlingen vaak ook interessanter en uitdagender gevonden dan een ‘traditionele’ les uit het schoolboek.
Tijd
De tijd die nodig is voor het werken met een webquest kan kort zijn: één tot drie lesuren. Het belangrijkste doel van deze kortdurende webquest is dat de leerlingen nieuwe kennis verwerven en die integreren in reeds aanwezige kennis. Als de webquest is doorlopen is de leerling aan de slag geweest met een belangrijke hoeveelheid informatie waaraan hij ook betekenis heeft gegeven. Een webquest kan ook omvangrijker zijn en voor een groepje leerlingen werk opleveren voor enkele weken. Dan gaat het vooral om het uitbreiden en verfijnen van reeds aanwezige kennis. Op het eind van de webquest heeft de leerling een behoorlijke hoeveelheid informatie diepgaand geanalyseerd en verwerkt. Bovendien heeft hij – op een wijze dat anderen erop kunnen reageren – aangetoond dat hij de materie begrijpt.
Meerwaarde van een webquest
De webquest combineert een aantal belangrijke vaardigheden. Leerlingen verzamelen, filteren en analyseren informatie, presenteren hun eindresultaat en leren bovendien hoe ze moeten samenwerken. Samenwerkend leren bevordert vriendschap en relaties tussen leerlingen en heeft positieve effecten op het zelfvertrouwen van de leerling met betrekking tot het leren. Voor docenten zijn webquests ideaal om dieper op een thema in te gaan of om onderwerpen te behandelen die niet in de boeken staan. Een docent kan zijn leerlingen het internet opsturen om informatie te zoeken voor een werkstuk. Maar dan? Er is zoveel te vinden, ook ongewenste informatie. Een webquest geeft de leerlingen houvast. Alle websites waarop ze bruikbare informatie kunnen vinden, krijgen ze aangereikt. De webquest vertelt precies wat er van leerlingen verwacht wordt en hoe ze te werk moeten gaan. Door de opname van een beoordelingsmodel, zien leerlingen van tevoren waarop ze zullen worden beoordeeld. Zo wordt zelfstandigheid en en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces opgebouwd. Juist omdat het aansluit bij hun wereld van MSN, e-mail en gamen, biedt het concept van de webquest leerlingen voldoende uitdaging om gezamenlijk aan een betekenisvolle taak te werken. Die uitdaging hebben zij nodig, want uitdaging motiveert.