Referentieniveaus, raamwerken & (pilot)examens
Als je een mbo opleiding volgt ben je ongetwijfeld wel eens bij de vakken Nederlands, Engels en rekenen de cijfer- en lettercombinaties 2F, 3F, A2, B1 tegengekomen. Dit zijn referentieniveaus en raamwerken en geven het te behalen niveau van het vak aan. Het is vanzelfsprekend dat hoe hoger het getal en/of de letter is, hoe pittiger de lesstof en (pilot)examens zullen zijn.
Artikelindeling
Invoering van referentieniveaus
Tijdens de ingang van studiejaar
2010-2011, werden nieuw geformuleerde referentieniveaus ingevoerd voor het onderwijs in Nederland. De referentieniveaus zijn geformuleerd voor taal en rekenen, door
Commissie Meijerink. Tot op heden worden ze gebruikt bij de vaststelling van de eindtermen (kwalificatiedossiers) voor beroepsopleidingen. Commissie Meijerink spreekt hier over een zogenaamd algemeen maatschappelijk niveau, waaraan alle deelnemers van een
mbo opleiding moeten voldoen om probleemloos deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Het algemeen maatschappelijk niveau is vastgesteld op referentieniveau
2F. Referentieniveau
1F is een uitstroom eis die geldt voor alle leerlingen in het basisonderwijs. In onderstaande tabel is aangegeven welk referentieniveau hoort bij welk onderwijsniveau:
Referentieniveau | Onderwijsniveau |
1F | eind basisonderwijs |
2F | eind vmbo bb en kb, mbo 1, 2 en 3 |
3F | eind vmbo gl en tl, eind havo, mbo 4 |
4F | eind vwo |
Raamwerken
Voordat de referentieniveaus van Commissie Meijerink werden ingevoerd, werd voor Nederlands gebruik gemaakt van een raamwerk om kwalificatiedossiers vast te stellen. In maart 2007 werd er in opdracht van
MBO 2010 begonnen aan de ontwikkeling van een raamwerk voor rekenen/wiskunde. Het doel was om hetzelfde raamwerk te gebruiken dat al voor Nederlands in gebruik was. In
december 2008 verscheen
versie 1.0 van het raamwerk rekenen/wiskunde en werd als officiële vaststel methode gebruikt voor kwalificatiedossiers van studiejaar
2009-2010. Op basis van het raamwerk werd er in 2008 ook begonnen aan de ontwikkeling van
rekenblokken.
Afwijking door plotselinge invoering van het referentiekader
Tegelijkertijd met de ontwikkeling van het raamwerk rekenen/wiskunde MBO, kwam Commissie Meijerink plotseling aanzetten met een rapport over doorlopende leerlijnen van taal en rekenen. In december 2008 besloot het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op basis van het rapport, om het bijbehorende referentiekader voor het
praktijk onderwijs,
voortgezet onderwijs en
middelbaar beroepsonderwijs in de wet vast te stellen. In 2010 ging het referentiekader voor het studiejaar 2010-2011 dan ook van kracht. Al snel werd duidelijk dat alleen referentieniveaus een wettelijke status zouden krijgen en ramenwerken niet. Het vervelende hieraan was dat het voor verdeeldheid over studenten zorgde. Studenten die begonnen in 2009-2010 zouden dan examens van weinig betekenis maken (volgens de raamwerken), terwijl studenten die in 2010-2011 zouden beginnen, juist wettelijke erkende examens moesten maken (volgens het referentiekader). Het ontwikkelde raamwerk bleek dus verspilde moeite en gold maar voor één studiejaar, het studiejaar daarna werd het vervangen. Om het raamwerk rekenen/wiskunde niet helemaal nutteloos te laten blijken, werden de daaruit ontwikkelde rekenblokken overgenomen in het referentiekader en passend gemaakt voor de referentieniveaus 1F t/m 3F. Raamwerken worden alleen nog worden gebruikt bij vreemde talen zoals Engels. In onderstaande tabel is te zien hoe de referentieniveaus aansluiten op de (oude) raamwerken:
Raamwerk | Referentieniveau |
A1 | |
A2 | 1F |
B1 | 2F |
B2 | 3F |
C1 | 4F |
C2 | |
Pilotexamens en centrale examens Nederlands en rekenen
Voor alle mbo studenten die na
1 augustus 2010 aan een opleiding zijn begonnen, zijn de referentieniveaus van toepassing. Ongeacht de opleiding soort, is het nu zo geregeld dat vanaf
cohort 2010 alle niveau 4 studenten een examen voor Nederlands en rekenen op referentieniveau 3F afleggen. Niveau 2 en 3 studenten leggen voor Nederlands en rekenen een examen af op referentieniveau 2F. De examens zijn verdeeld over twee soorten:
- Pilot examens
- Centrale examens
Pilotexamens zijn
testexamens en worden gemaakt om de volgende redenen:
- Of het niveau van het examen goed is
- Hoe de studenten presteren op dit examen
- Waar scholen rekening mee moeten houden bij een centraal examen
Pilotexamens
De pilotexamens worden na afname inhoudelijk geanalyseerd. Aan de hand van alle uitslagen wordt bepaald of de examens van goede kwaliteit zijn en of het de juiste moeilijkheidsgraad heeft. Met de verkregen feedback van de pilotexamens worden uiteindelijk de centrale examens zo accuraat mogelijk opgesteld. Het is uiteindelijk de bedoeling om de uitslagen van de centrale examens te laten meetellen op het diploma.
Centrale examens
Sinds studiejaar 2014-2015 namen niveau 4 studenten voor het eerst deel aan het centraal examen Nederlands. De uitslagen van centrale examens hebben invloed op het diploma en moeten verplicht gemaakt worden om het diploma te halen. In studiejaar 2015-2016 moet naast Nederlands ook het centrale examen voor rekenen gemaakt worden. In studiejaar 2016-2017 moeten alle niveau 4 studenten naast een instellingsexamen, waarschijnlijk ook een centraal examen voor Engels afleggen. Het reeds geldende raamwerk komt dan waarschijnlijk (gedeeltelijk) te vervallen.
Invoeringsschema centraal examen Nederlands en Rekenen
In onderstaande tabel staat het invoeringsschema van de pilot- en centrale examens voor het mbo. Niveau 2 en 3 studenten moeten examens maken op referentieniveau 2F en niveau 4 studenten op 3F:
| 2012-2013 | 2013-2014 | 2014-2015 | 2015-2016 | 2016-2017 |
Nederlands 3F | Pilot | Pilot | Centraal examen | Centraal examen | Centraal examen |
Rekenen 3F | Pilot | Pilot | Pilot | Centraal examen | Centraal examen |
Nederlands 2F | Pilot | Pilot | Pilot | Centraal examen | Centraal examen |
Rekenen 2F | Pilot | Pilot | Pilot | Pilot | Centraal examen |