10 vragen voor een goed onderzoek tijdens je afstudeerstage
De een kijkt jaren uit naar het moment dat het grote afstuderen gaat beginnen, terwijl de ander al nerveus wordt bij het idee. Een afstudeerstage is intimiderend, intensief en pittig, maar ook leuk, uitdagend en absoluut de moeite waard. Het doen van een onderzoek en het schrijven van een scriptie kost veel tijd. Voor het vertrouwen en de rust is het dan fijn om een explosieve start te maken. De juiste vragen stellen in de plan-van-aanpak-fase helpt bij een goede start, een duidelijke oriëntatie, het afkaderen van de opdracht en het het bepalen wat echt het doel is voor jou, de opdrachtgever, het onderzoek en de scriptie. Welke 10 vragen zou je het beste kunnen stellen voor een goede en snelle start van het onderzoek bij een succesvolle afstudeerstage?
Wat is een afstudeerstage?
Veel vervolgopleidingen eindigen met een afstudeerstage, of dit nou MBO, HBO of Universitair is. Tijdens een afstudeerstage is het de bedoeling dat de afstuderend student getest gaat worden op alles wat diegene tijdens de opleiding heeft geleerd. Bij sommige praktische opleidingen is dit een meewerkstage om te kunnen laten zien dat deze student(e) het vak onder de knie heeft. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor in de zorg.
Afstudeerstages in het vakgebied van marketing, communicatie en andere dergelijke opleidingen, uiten zich meestal in het doen van een onderzoek. Het is dan aan hen om zelfstandig een oplossing te bieden op een praktisch vraagstuk van een opdrachtgever.
Plan van aanpak en onderzoek
Afhankelijk van de opleiding zijn veel afstudeerstages gericht op het maken van een plan van aanpak, het uitvoeren van een onderzoek en vervolgens het schrijven van een scriptie. Bij sommige opleidingen vallen de eerste twee of de laatste twee nog wel eens samen. Hoe dan ook is er vaak veel te doen in weinig tijd. Een afstudeerstage is een halfjaar, wat gelijk staat aan 20-21 weken. Daarom is een snelle start met alle benodigde informatie heel belangrijk. Er zijn dan ook hele handige vragen te bedenken in de volgende categorieën:
- Oriëntatie omtrent het doel van de opdracht
- Zelfreflectie en afkaderen
- Misverstanden en problemen voorkomen
Oriëntatie omtrent het doel van de opdracht
Vraag 1. Wat is het doel van deze opdracht?
Gelijk de eerste vraag die absoluut niet mag ontbreken is de vraag wat het doel eigenlijk is. “Dat het afkomt” is hierop geen juist antwoord. Het gaat er bij deze eerste vraag om wat het bedrijf wenst te bereiken. Vaak is dit een resultaat voor de lange termijn, dat verder gaat dan een simpele implementatie of aanpassing naar iets nieuws.
Ten eerste is het antwoord op deze vraag noodzakelijk om een complete probleemanalyse in het plan van aanpak te kunnen bouwen. Zonder dit te weten, is het nooit mogelijk om duidelijk te maken wanneer het probleem nou echt opgelost is. Sterker nog: Het antwoord op deze vraag zou in dé onderzoeksvraag/hoofdvraag moeten staan:
‘Hoe kan het betreffende bedrijf doel X bereiken door middel van …. ‘
Daarnaast zal een student ook nooit goedkeuring – een ‘go’ – krijgen zonder te weten wat er dient te worden bereikt. Iedere docent en stagebegeleider zal hier vrijwel direct naar vragen, om maar niet te spreken van de verdediging die kritisch naar ieder geschreven woord dient te kijken. Het scheelt dus tijd om hier tijdens een oriëntatiegesprek of bij een sollicitatie al direct naar te vragen. Hou gedurende het project dan ook altijd dit doel voor ogen.
Vraag 2. Waarom wil je dit bereiken?
Mogelijk de belangrijkste vraag is waarom deze opdracht zou moeten worden uitgevoerd. Deze vraag sluit daarom ook aan op de eerste vraag. Wat bijvoorbeeld in de marketing en communicatie veel voorkomt is dat bedrijven meer klanten, meer omzet, meer stakeholders of van andere zaken ‘meer’ willen. Heel vaak hebben deze bedrijven al gelijk iets in gedachten dat het probleem moet gaan oplossen. ‘Iets met social media’ of ‘iets met online’ moet tot meer naamsbekendheid leiden. Naamsbekendheid hoeft in dit voorbeeld helemaal niet het echte doel te zijn.
Door in dit soort situaties door te vragen waarom zij juist dit zo graag willen, komt het échte probleem naar voren. Wanneer het echte probleem bekend is, is het makkelijk voor een student om zelf te kunnen bepalen waar een onderzoek echt over moet gaan om het betreffende bedrijf écht te helpen. Ook dit is wat iedere docent, coach of begeleider als eerst gaat proberen uit te vinden, tijdens het eerste gesprek. Door zelf deze daadwerkelijke behoeften, motivaties en problemen te achterhalen, kan een onderzoeker tijd winnen en sneller een goed plan van aanpak uitwerken dat echt van A tot Z een relevant en compleet onderzoek gaat opleveren.
Vraag 3. Waarom, waarom en nog eens waarom?
Vraag 2 toont het belang van dit woord al. Het allerbelangrijkste woord dat een student – vooral in de beginfase, maar ook in het gehele onderzoek – gaat gebruiken is ‘waarom’? Belangrijk om zoveel mogelijk feiten te verzamelen is door altijd door te vragen naar motivaties en argumenten. Het is gevaarlijk om van aannames uit te gaan puur omdat iemand iets zei dat wellicht logisch klonk. Door verder door te vragen wordt het duidelijk waarom iemand iets vindt, denkt of weet.
Als (aanstormend) professional is een afstuderende student een autoriteit op diens vakgebied in de maak. Met de opgedane kennis en kwaliteiten mag een student terecht kritisch zijn. Deze neutrale en geïnteresseerde kijk op het probleem maakt een student een professional en sneller succesvol tijdens een afstudeerproject.
Vraag 4. Heb je voorbeelden van wat je zou willen?
Het is altijd goed om te vragen naar voorbeelden van wat de opdrachtgever in gedachten heeft als oplossing. Vaak is er bij de vraag naar een advies over een probleem wel een ander merk of benchmarkcase (referentiekader) dat als voorbeeld wordt geambieerd: een bedrijf dat social media bijvoorbeeld heel goed gebruikt of een uitmuntende service aan de klant kan bieden.
Belangrijk is wel om hier niet direct klakkeloos van uit te gaan. Als toekomstig professional heeft de afstuderend stagiair een eigen kritische blik en genoeg kennis om zelf over een probleem na te denken. Echter is het interessant om te weten hoe de opdrachtgever over een vraagstuk denkt. Vaak is het maken van een vergelijk met een heel ander bedrijf exact de reden waarom het probleem niet wordt opgelost. De motivaties, wensen en behoeften van de opdrachtgever zeggen dus iets over de koers die zij in de huidige situatie varen.
Zelfreflectie en afkaderen
Vraag 5. Is dit relevant voor het probleem en de oplossing?
Deze vraag helpt een onderzoeker niet alleen snel verder in de oriëntatiefase van een afstudeertraject, maar is in de hele periode een belangrijke vraag. Het is al snel verleidelijk om te veel te willen doen. De beschikbare tijd is kort en het moment van tijdnood is zo bereikt. Het afkaderen van een opdracht is daarom van levensbelang. Een te ruime opdracht met te onduidelijke grenzen zorgt voor stress en onduidelijkheid voor iedere betrokken partij. Deze onduidelijkheid zou ook nog voor problemen en meningsverschillen kunnen zorgen, wat de voortgang van het onderzoek in gevaar brengt.
Daarnaast helpt deze vraag ook goed te bedenken of bepaalde informatie van nut gaat zijn om een probleem op te lossen. Zorgt dit voor nieuwe inzichten en benodigde kennis? Zo niet, dan is het het beste om hier niet meer naar te kijken. Het is niet aan te raden om de koers van het onderzoek door deze vraag iedere keer te blijven aanpassen. De rode draad moet een keer met rust gelaten worden. Dat betekent echter niet dat bepaalde elementen losgelaten kunnen worden na verloop van tijd, wanneer het duidelijk niet gaat bijdragen aan de oplossing. Blijf daarom altijd kritisch.
Vraag 6. Wie kan mij hierbij helpen?
Dat de meeste afstudeeropdrachten solo moeten worden uitgevoerd, betekent niet dat er geen hulp mag worden gevraagd. Sterker nog: het is heel slim om dit wel te doen. Het niet gebruiken van de aanwezige kennis in de vorm van de huidige werknemers is een gemiste kans. Ieder bedrijf bestaat tenslotte uit professionals met verschillende achtergronden, opleidingen en ervaringen. Vraag bijvoorbeeld niet alleen feedback aan de bedrijfscoach, maar aan verschillende mensen met verschillende functies. Door hun kennis hebben zij een andere kijk op de zaak en geven zij andere feedback.
Door in een vroeg stadium te weten te komen wie voor welke informatie kan gaan zorgen tijdens het onderzoek, is er meer tijd voor het inplannen van interviews en goed te bedenken wat de onderzoeker van die persoon wilt weten. Meestal is het zo dat een onderzoeker al vrij vroeg in de gaten heeft dat er één of enkele personen zijn die voor het onderzoek absoluut waardevolle informatie hebben. In dat geval is het ook handig om dit interview of gesprek zo snel mogelijk te doen wanneer het bijvoorbeeld wachten is op feedback op het plan van aanpak.
Vraag 7. Wat hebben jullie al geprobeerd om dit op te lossen?
Een ander goed begin is om zo snel mogelijk te weten te komen wat er in het (recente) verleden al is gedaan om het probleem op te lossen. Waarom zou een onderzoeker het wiel opnieuw proberen uit te vinden? Door te weten wat er al is ondernomen, komt men er achter wat er fout ging. Het probleem is er immers nog. Andere pogingen een probleem op te lossen levert waardevolle kennis op.
Vraag hierbij vooral door over waarom de onderneming of de actie is mislukt. Dit zegt namelijk iets over zaken als hoe dit was georganiseerd (en hoe het dus niet moet), de wensen en behoeften van de betreffende doelgroep (klanten, medewerkers, etc.) en of het duidelijk genoeg was.
Misverstanden en problemen voorkomen
Vraag 8. Moet ik meewerken in het bedrijf?
Deze vraag helpt niet direct mee een onderzoek te bevorderen of een probleem op te lossen, maar is wel belangrijk om niet voor verrassingen te komen staan. 9 van de 10 opdrachtgevende bedrijven wensen/eisen namelijk een paar helpende handen van de afstudeerder. Dit hoeft verder totaal geen probleem te zijn, maar toch is het aangeraden dit zoveel mogelijk te beperken.
Wanneer het bekend is wat een bedrijf van een afstuderend stagiair vraagt (meestal is dit één of enkele vaste verantwoordelijkheden of een bepaald dagdeel in de week), heeft een student duidelijkheid en komt deze niet voor verrassingen te staan wanneer hier eigenlijk geen tijd voor is. Bij bijvoorbeeld een oriëntatiegesprek is het mogelijk hier afspraken over te maken of eventueel bij hele onrealistische eisen te besluiten iets anders te gaan zoeken. Eenmaal begonnen is het hier te laat voor.
Vraag 9. Wat verwachten jullie exact van mij?
Dit lijkt misschien een vreemde vraag, maar is heel verstandig om besproken te hebben. In de praktijk komt het geregeld voor dat een opdrachtgever niet alleen de verwachting heeft, dat de student advies geeft of met een oplossing komt voor een probleem, maar deze in dezelfde periode ook al ten uitvoer brengt. Aangezien dit vaak niet realistisch is, zou dit gedurende de stageperiode kunnen leiden tot conflicten. Door deze vraag te stellen, kunnen toekomstige problemen vooraf al worden besproken.
Vraag 10. Wat levert het mij op?
Tot slot moet een student ook aan de toekomst denken. Als toekomstig professional die met zijn of haar diensten en toewijding een opdrachtgever te hulp gaat schieten, is een beetje onderhandelen geen schande. Degene die ambitieus is en hier ook het lef voor heeft zou bijvoorbeeld kunnen beginnen over eventuele baankansen na de stage, eventuele vergoedingen voor de stage in welke vorm dan ook en op langere termijn misschien zelfs over winstpercentages. Een tip is wel om hier niet in door te slaan. Trots zijn en vertrouwen in kwaliteiten hebben is niet erg, maar een arrogante houding belooft niet veel goeds. Het is immers zo dat er veel afstuderend stagiairs te vinden zijn. Er staat altijd wel een eventuele vervanger klaar.
Altijd vragen stellen bij afstudeerstage, onderzoek en plan van aanpak
Om echt met een gegronde oplossing te komen voor het beschreven probleem, is het stellen van vragen van levensbelang. Hierdoor komen daadwerkelijke meningen, behoeften en situaties aan het ligt die belangrijke inzichten kunnen geven. Met de 10 zojuist beschreven vragen zorgt iedere student ervoor dat niet alleen hij of zij weet waar die aan toe is, maar ook de opdrachtgever. Door het stellen van deze vragen, komt hij of zij over als een professional die weet waar diegene mee bezig is. Ook brengen deze vragen de student in kwestie een hele snelle start met veel informatie in een periode waarin je altijd in tijdnood denkt te zitten. Maak het dus niet te lastig en trek de stoute en vragende schoenen aan. Succes!