Hoe schrijf je een scriptie (literatuuronderzoek)?
In een scriptie verwerkt je de (een deel van de) kennis en vaardigheden die je tijdens je studie (en stage) hebt opgedaan. Je scriptie kan gebaseerd zijn op een praktijkgericht probleem, op literatuuronderzoek of een combinatie. Hoe ga je aan de slag als je een scriptie schrijft op basis van literatuuronderzoek? Welke mogelijkheden en bouwplannen zijn er om je te helpen je scriptie vorm te geven?
Probleemstelling scriptie
Een scriptie is een betoog. Aan de hand van de resultaten van je literatuuronderzoek verdedig je aan het einde je conclusies. Deze zijn gebaseerd op jouw interpretaties van de resultaten van je literatuuronderzoek. Een scriptie begint met een probleemstelling. Deze moet zorgvuldig zijn afgebakend. Hoe duidelijker de probleemstelling, des te gerichter je de informatie kan verzamelen. Het helpt om eerst het inleidende hoofdstuk te schrijven (wat is je probleemstelling en waarom heb je voor deze probleemstelling gekozen) en het bouwplan op te zetten. Bespreek deze met je scriptiebegeleider.
Soorten probleemstellingen literatuuronderzoek
De probleemstelling in je scriptie van een literatuuronderzoek kan zowel;
- beeldvormend
- waarde bepalend
- of probleemoplossend zijn.
Bij alle probleemstellingen zijn er verschillende zogenaamde bouwplannen die kunnen helpen je scriptie een duidelijke structuur te geven. Hieronder staan een aantal voorbeelden die met elkaar gecombineerd kunnen worden.
Beeldvormende probleemstelling scriptie
Bij een beeldvormende probleemstelling probeer je je via literatuuronderzoek een beeld te vormen van een persoon, verschijnsel, voorwerp et cetera.
Voorbeelden bouwplan beeldvormende probleemstelling
- Thema: verschijnsel/product X
- Vraag: welke eigenschappen heeft die/dat?
- Vraag: welke functie heeft die/dat?
- Vraag: waaruit bestaat die/dat?
- Vraag: tot welke soort bestaat die/dat?
- Vraag: waar is die/dat mee te vergelijken?
- Thema: verschijnsel/product X
- Vraag: welke fasen heeft die/dat doorgemaakt?
- Thema: fase a,b,c,
- Vraag: waar en wanneer vond fase a,b,c plaats?
- Vraag: welke verklaring is er voor de overgang naar een andere fase?
- Vraag: in welke fase bevindt die/dat zich nu?
- Vraag: welke fase(n) moet die/dat nog doorlopen?
Waardebepalende probleemstelling scriptie
Bij een waardebepalende probleemstelling zijn dezelfde vragen van belang als bij een beeldvormende scriptie. Om de waarde van iets te bepalen, zal dat ‘iets’ eerst beschreven moeten worden. Het verschil tussen beeldvormende en waardebepalende probleemstelling zit in de oordeelsvorming. Een beeldvormende scriptie stopt als alle relevante aspecten zijn belicht. Een waardebepalende scriptie beoordeeld ook deze aspecten.
Voorbeeld bouwplan waardebepalende probleemstelling
- Thema: te beoordelen object, persoon, maatregel et cetera
- Vraag: welke relevante eigenschappen heeft die/dat?
- Vraag: hoe wordt die/dat beoordeeld?
- Thema: oordeel
- Vraag: waarop is het oordeel gebaseerd?
- Thema: afweging van de positieve en negatieve aspecten?
Probleemoplossende probleemstelling
Bij een probleemoplossende probleemstelling wordt geprobeerd om op basis van de gevonden informatie uit literatuuronderzoek een beeld te vormen van het probleem en de mogelijke oplossingen. Vervolgens wordt daaruit een conclusie getrokken.
Voorbeeld probleemoplossende probleemstelling
- Thema: probleem X
- Vraag: waarom is het een probleem?
- Vraag: welke oorzaken heeft het?
- Vraag: aan welke eisen moet de oplossing voldoen?
- Vraag: welke oplossingen zijn er mogelijk?
- Thema: oplossing a, b, c
- Vraag: wat zijn de voordelen van oplossing a, b, c
- Vraag: wat zijn de nadelen van oplossing a, b, c
- Vraag: welke moet worden gekozen?
- Thema: oplossing a, b of c
- Vraag: waarom moet die worden gekozen?
Uiteraard moeten bovenstaande bouwplannen worden uitgebreid en worden aangepast aan jouw specifieke onderzoek. Maak voor dat je je scriptie gaat schrijven je eigen bouwplan en bespreek dit met je scriptiebegeleider.
Succes!
Lees verder