Met meters meten is weten
We gebruiken de meter als onze standaardlengte. De meter is een internationaal afgesproken eenheidsmaat. Dat is belangrijk, omdat we graag met dezelfde maten meten. Je kunt je voorstellen hoe lastig het communiceert als we niet allemaal met dezelfde maat meten, als een lengtemaat overal anders geïnterpreteerd zou worden. Hoe is het zo gekomen, en wat werd er gebruikt vóór de meter?
Standaardmaat
Ons huidig maatsysteem is gestandaardiseerd. Dat wil zeggen dat we overal dezelfde termen gebruiken voor precies hetzelfde. Een meter in Groningen is dezelfde als de meter in Brussel, Kaapstad of Moskou. Die standaardisatie was ook nodig. Als je niet precies hebt afgesproken wat je bedoelt kan dat aanleiding geven tot vervelende meningsverschillen. Het spreekwoord
met twee maten meten heeft een negatieve klank en dat is niet voor niets.
Verschillen
Vraag twee verschillende mensen om met passen een lengte van twintig meter af te meten. Grote kans dat ze ongeveer op dezelfde lengte uitkomen, maar met een verschil van één of twee passen. Als je iets bij benadering wil weten, is dat goed genoeg. Meet je dit af omdat je precies wil weten waar begin- en eindpunt van een muur moeten komen, of omdat je een stuk land wil kopen of verkopen, dan is het verschil van enkele passen natuurlijk oorzaak voor een heleboel onaangename onenigheid.
Precisiewerk
Voordat er een gestandaardiseerd lengtematensysteem was, had men te maken met meetverschillen die tussen regio's bestonden. We hebben het voorbeeld van het met voeten afpassen van een lengte gezien. Nog lastiger werd het, als je hout wilde afzagen, omdat je bijvoorbeeld meubels maakte. Groot risico, als je verschillende knechtjes aan het werk zette, dat de stoelpoten een verschillende lengte kregen. Gelukkig is daar wel wat op bedacht. Als je maatstokken of maatlatten gebruikte kun je alles netjes afmeten en keurig op maat maken. Dat systeem werkte prima, tot je in andere streken kwam. De gekozen maat hoefde niet overeen te komen met de maat in andere plaatsen.
Lichaamsmaten
Het ligt voor de hand dat mensen allereerst maten kozen die herkenbaar waren, en vaak gerelateerd aan het lichaam. Het was gemakkelijk om met voeten iets uit te meten, en dan de waarde uit te drukken in
voeten. Of een lengte touw afmeten gaat heel goed door af te meten met je onderarm, dus vanaf je elleboog tot de hand. Die maat heette van
el. Een kleine maat kon je met je vingers afmeten. Hoeveel duimen kon je naast elkaar leggen? Die maat werd de
duim.
De el
Een veelgebruikte maat was de el, die in nogal wat varianten voorkwam. Omgerekend naar onze huidige meters en centimeters had je bijvoorbeeld:
- De Amsterdamse el: 68,781 centimeter
- De Brabantse el: 69,438 centimeter
- De Brugger el: 70,065 centimeter
- De Haagse el: 69,424 centimeter
- De Vlaamse el: 71,058 centimeter
- De Weense el: 86,439 centimeter
- De Frankfortse el: 60,72 centimeter
Zoals je ziet, grote verschillen.
Voeten en duimen
Een kleinere maat dan de
el was de
voet. Ook deze kon per land of landstreek een net even andere lengte hebben. Zo was de Amsterdamse voet 28,3133 centimeter, die je weer in acht
duimen kon verdelen. Waarom geen tien? Omdat er gewoon ongeveer acht duimen naast elkaar pasten in één voet. Een Amsterdamse duim was dus 2,5739 centimeter.
Franse Revolutie
In 1799 werden de verschillen tussen alle landen en landstreken te lastig. Men had er genoeg van met twee (of meer) maten te meten. Franse troepen hadden een groot deel van Europa in handen gekregen onder leiding van Napoleon. Overal werden ze met andere maten geconfronteerd. Er moest iets bedacht worden om al die verschillende maten te hanteren. Dus werd er bedacht: een nieuwe maat!
De nieuwe eenheidsmaat: de meter
Afgesproken werd dat voortaan één standaardmaat voor lengte zou worden gehanteerd. Men koos een lengte die overeenkwam met het tienmiljoenste deel van de afstand van pool tot evenaar. De nieuwe maat: de
meter. Dat wilde overigens niet zeggen dat heel Europa voortaan als bij toverslag op de nieuwe maat overging. Hoewel officiële instanties uiteraard met de nieuwe maat gingen werken, drukten mensen zich onderling ook vaak nog in de oude maten uit.
Metriek stelsel
Als je een meter verdeelt in tien stukken (tiende = deci) krijg je tien decimeter. Verdeel je de meter in honderd stukken (honderdste = centi) dan krijg je honderd centimeter. Ofwel als je de termen letterlijk neemt: 1 meter = 10 decimeter = 10 keer een tiende meter = 100 centimeter = 100 keer een honderdste meter. Je kon de maten ook groter nemen door vóór het woord meter voorvoegsels te zetten als:
- deca = 10, dus: 1 decameter = 10 meter
- hecto = 100, dus: 1 hectometer = 100 meter
- kilo = 1000, dus: 1 kilometer = 1000 meter
Vastleggen van de meter
Je kunt wel een meter vaststellen door de spreken van een tienmiljoenste deel van de afstand van pool tot evenaar, maar voor het overgrote deel van de mensheid is dat een nogal abstracte maat. Je wil het wel graag kunnen controleren, je wil het kunnen zien. Daarom werd in 1799 een platina staaf van 25 centimeter breed en 4 centimeter dik en precies één meter lengte bewaard bij een constante temperatuur van 0 graden Celcius. In elk land waar de meter ook gebruikt werd, kwam een nauwkeurige kopie, aanvankelijk van ijzer, later ook van platina.
Aanpassingen
Het bleek in de praktijk nodig om aanpassingen te doen. Niet aan de lengte zelf, maar aan de maat waaraan deze geijkt werd. In 1875 werd de platina staaf vervangen voor een staaf waarin ook iridium was verwerkt. Deze was weer minder gevoelig voor temperatuur-wisselingen. Ook bleek dat de lengte van pool tot evenaar niet helemaal geschikt was, hoewel deze wel erg dicht in de buurt zat. De afstand pool tot evenaar is 10 002 288,3 meter.
De meter wordt precisiewerk
In 1967 werd de meter opnieuw gedefinieerd. De lengte werd nu gekoppeld aan de golflengte dat een kryptonatoom uitzendt in een bepaalde overgangsfase. Hoewel de nauwkeurigheid hiermee met sprongen vooruit ging, werd eind jaren zeventig nogmaals een aanpassing voorgesteld. Voortaan zou de meter gekoppeld moeten zijn aan de lichtsnelheid. Dat is een logische keuze, aangezien de lichtsnelheid een absolute waarde is, een maximale snelheid waar niets in het universum bovenuit kan. In 1983 is de meter absoluut vastgesteld als de afstand die het licht in vacuüm (dus in het luchtledig) aflegt in 1 / 299 792 458 seconde. Misschien vind je dit een raar getal, maar het is logisch de vertrouwde lengte niet te veranderen, alleen de definitie is aangepast. Met deze aanpassing werd ook de nauwkeurigheid weer enorm vergroot.
Engeland en Amerika
De meter en het metriek stelsel werden in Europa ingevoerd in een periode van Franse overheersing. In deze periode lag de handel met Engeland officieel stil, en waren de betrekkingen tussen Frankrijk en Engeland ronduit slecht. Het was daarom voor de Engelsen ondenkbaar met de invoering van uniforme maten mee te doen. Dat verklaart waarom de meter in Engeland niet werd ingevoerd en de Engelsen met
inches,
feet en
yards zijn blijven gebruiken. Hoewel de standaardmaat meter inmiddels overal wel is geaccepteerd, zul je in Engeland en Amerika waarschijnlijk nog veel met de oude maten werken.
Inch of centimeter?
Door de opkomst van de computerindustrie en computerschermen zal de invoering van de meter zelfs nog wat meer vertraging oplopen. Veel mensen, ook in Nederland, kunnen uitstekend aangeven wat de beeldmaat van hun monitor is, in inches. Hoeveel dat in centimeters is, ehh..... dat moeten we dan nog even nameten....
Lees verder