Bronnen, citaten, parafrase en bronvermelding in een artikel
Wil je een artikel of verslag schrijven voor je school of studie? Dan kan je niet alles zomaar overnemen, maar zal je je aan de regels van de Voorschriften voor Bronvermelding moeten houden. In dit artikel wordt uitgelegd hoe bronnen, citaten en parafrases verwerkt en hoe je een goede bibliografie maakt.
Verwijzen
Als je een artikel, verslag, werkstuk of andere opdracht schrijft, maak je vaak gebruik van het werk van andere mensen, bronnen dus. Je kan een uitspraak direct overnemen door middel van een citaat of het in je eigen woorden omzetten: parafraseren. Ze kunnen komen uit schriftelijke en digitale bronnen. Er is niks mis met het gebruik van bronnen, maar je kan niet zomaar alles overnemen. Je moet altijd laten weten waar je de informatie vandaan hebt en wie het geschreven of gezegd heeft. Je verwijst hier in je artikel altijd twee keer naar. Eén keer in de tekst en één keer in de bibliografie.
Citeren en parafraseren
In een tekst moet je duidelijk onderscheid maken tussen citaten, parafrases en wat je zelf beweert. Als je een beschouwing, betoog, ingezonden brief of essay schrijft, mag je niet te vaak citeren. Daarmee schaad je namelijk de leesbaarheid van het artikel, terwijl het bij dat soort artikelen vooral de bedoeling is je eigen standpunten, redenering of argumentatie naar voren te laten komen.
Je kan de woorden van iemand anders op drie manieren in je eigen tekst gebruiken. Je kunt citeren, een gedeelte citeren en een gedeelte weglaten (citaat met een ellips) en je kunt parafraseren. Hieronder staan alledrie de gevallen, steeds aan de hand van hetzelfde stukje tekst. De tekst is afkomstig van de internetsite van Het Onderwijsblad. Het is een interview over leerlingen met hoogbegaafdheid, geschreven door Dhr. R. Voorwinden.
Een kort citaat
“Om zeker van onze zaak te zijn hebben we daarna hoogbegaafdheid op acht verschillende manieren gedefinieerd. Want een IQ-toets bestaat uit acht subtoetsen en het zou kunnen dat hoogbegaafden die goed of slecht zin in één bepaald domein wel veel schoolproblemen hebben.” (Voorwinden, 2004)
Het citaat staat dus tussen aanhalingstekens en achter het citaat staan tussen haakjes de schrijven van de brontekst en het jaartal van verschijnen. Als de schrijven onbekend is, noem je de bron en de complete datum van verschijnen. In dit geval zou dat dus zijn: (Het Onderwijsblad, 29-05-2004)
Een lang citaat
Bij een lang citaat gebruik je geen aanhalingstekens, maar je springt in, zodat er een ‘blok’ tekst ontstaat. Het vermelden van de schrijver, bron, het jaartal of de datum blijft hetzelfde.
Een citaat met ellips
“Om zeker van onze zaak te zijn hebben we daarna hoogbegaafdheid op acht verschillende manieren gedefinieerd. […] Maar de resultaten waren steeds hetzelfde.” (Voorwinden, 2004)
Op de plaats van de weggelaten tekst staan nu vierkante haken met puntjes ertussen.
Een parafrase
Uit onderzoek van Henk Guldemond van het Gronings onderzoekinstituut Gion naar presentaties van hoogbegaafden is gebleken dat hoogbegaafden betere schoolresultaten boeken dan minder hoogbegaafden en dat is precies wat je zou verwachten. (Naar: Voorwinden, 2004)
De tekst wordt nu met eigen woorden weergegeven. Uit de geparafraseerde tekst wordt duidelijk over welk onderzoek het gaat en door wie dat is verricht. De bronvermelding begint met ‘Naar’ om aan te geven dat je parafraseert in plaats van citeert.
Bibliografie
In de bibliografie aan het einde van je tekst vermeld je de gebruikte bronnen in alfabetische volgorde. Dit doe je op achternaam. Als je de naam of achternaam van de auteur niet weer, dan vervang je hem door N.N. (Nomen Nescio) en gebruik je die afkorting bij het alfabetiseren. De manier waarop je een titelbeschrijving moet maken, is afhankelijk van het soort bron dat je hebt gebruikt. Boeken beschrijf je anders dan artikelen, en het verwijzen naar websites moet weer anders.
Schriftelijke bronnen
Een schriftelijke bron wil zeggen een boek of (kranten)artikel. Bij een boek geeft je in ieder geval de auteur, de titel, de naam van de uitgever en de plaats en het jaar van uitgave. De volgorde van de gegevens en de leestekens is belangrijk. Bovendien is het van belang de titel van het boek te onderstrepen. Cursiveren mag ook, zolang je maar consequent bent. Dit ziet er als volgt uit:
- Johnson, Charles: Two Centuries of Plagiarism. Boston: Marwood Press, 1992.
- Mulisch, Harry: De ontdekking van de hemel. Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij, 1999.
Bij een artikel uit een tijdschrift moet je behalve de titel ook de naam van het tijdschrift, de jaargang, de aflevering en de pagina’s vermelden. Je onderstreept de titel van het artikel en cursiveert de naam van het tijdschrift. Dit ziet er als volgt uit:
- Claessen, Peter, John Dorking en Karl Feucht: Sewing in ancient Greece, in: British Journal of Archeology, Vol. VIII, nr 3, pp. 1123-1141 (1987).
Als je een artikel uit een krant gebruikt, hoef je alleen de naam van de krant en de datum er bij te vermelden. Ook hoeft de naam van de krant niet gecursiveerd te worden, de titel moet wel weer onderstreept worden. Dit ziet er als volgt uit:
- Truijens, Aleid: Hoe Duits is Mulisch?, in: De Volkskrant, 29 mei 2002.
- N.N.: Normen en waarden op de schopstoel, in: NRC Handelsblad, 29 februari 2004.
Mondelinge bronnen
Met een mondelinge bron wordt een interview bedoeld. Je begint dan weer met de naam van de gene die je hebt geïnterviewd, gevolgd door de plaats en datum. Dit ziet er als volgt uit:
- Janssen, W. (interview), Amsterdam, 21 oktober 2002.
Digitale bronnen
Bij het verwijzen naar een website komen weer andere regels aan bod. Het is onvoldoende om alleen het webadres van de siter op te schrijven, zoals www.nrc.nl. Je moet je namelijk realiseren dat je lezer je werk moet kunnen controleren. Dit betekent dat je hele URL van de site moet geven. Verder meld je weer de naam van de schrijven (indien gegeven), de titel van de webpagina, de complete URL, de datum van raadplegen en de datum van verschijning (indien gegeven). Dit ziet er als volgt uit:
- CBS, Kerncijfers, http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/cijfers/kerncijfers/default.htm, (9-7-2009; 2009).
Uitzondering
Als je uit een krantenartikel citeert dat je hebt gevonden op internet, bijvoorbeeld een artikel van de krantenbank, dan doe je alsof het een schriftelijke bron is. Je hoeft dan dus niet bovengenoemde richtlijn te volgen, maar de richtlijn voor schriftelijke bronnen.