Interactief voorlezen
Het onderwijs van nu is interactief. Zelf bij het voorlezen is interactiviteit belangrijk. Het blijkt dat kinderen meer lezen en zich beter ontwikkelen bij interactief voorlezen. In dit artikel worden kenmerken van interactief voorlezen besproken, maar daarnaast wordt er ook ingegaan op voorlezen aan kleuters en er worden nog wat algemene tips voor bij het voorlezen gegeven.
Kenmerken interactief voorlezen
Boek laten zien
Je begint het voorlezen met het boek te laten zien. Laat het boek ook nog een keer zien nadat je voorgelezen hebt. De kinderen kijken naar de voorkant en praten daarover. Wat zien de kinderen allemaal? Wie zou kunnen bedenken waar het verhaal over zal gaan? Hoe heet het boek? Weet iemand wie het boek geschreven heeft? Laat vooral de kinderen aan het woord, op deze manier leren de kinderen verwoorden wat ze denken en vinden.
Commentaar
Geef de kinderen tijdens het voorlezen de ruimte om commentaar te geven. Laat de kinderen hun gevoelens uiten en voorspellen van wat er gaat gebeuren.
Plaatjes
Laat tijdens het voorlezen de plaatjes in het boek zien. De kinderen kunnen dan meteen zien wat er op het plaatje staat en of het plaatje ook klopt met wat er voorgelezen wordt.
Napraten
Aan het einde van het verhaal praat je er met de kinderen nog over. Kunnen de kinderen het verhaal in hun eigen woorden samenvatten (misschien aan de hand van de plaatjes)? Wie waren de hoofdpersonen? Wat vonden de kinderen van het verhaaltje? Aan wat oudere kinderen kun je vragen of zij je kunnen vertellen wat het begin, midden en slot van het verhaal waren.
Betrokkenheid
De kinderen moeten de kans krijgen om hun eigen verhaal te maken, aan de hand van wat jij voorleest. Tijdens het voorlezen heeft een kind namelijk steeds associaties, gedachten en gevoelens. Interactief voorlezen geeft het kind de kans om die gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. Het voordeel van interactief voorlezen is ook dat de kinderen leren samenvatten en voorspellen.
Voorlezen aan kleuters
Kleine kinderen raken de draad kwijt als je te snel voorleest. Zorg er dus voor dat je lange pauzes tussen je zinnen inlast.
Hoe kleiner het kind, hoe sterker de intonatie mag zijn. Bij kleuters mag je daarom ook flink overdrijven. Zorg ervoor dat als je bij kleuters voorleest dat je grote plaatjes hebt om te laten zien. Kleuters luisteren en kijken graag tegelijk. Dit stimuleert de fantasie.
Algemene tips bij voorlezen
- Praat op een natuurlijke manier
- Wissel in stemhoogte
- Wissel in stemhoogte (vrolijke situatie = hoge stem, ernstige situatie = lage stem)
- Beheers je tempo
- Wissel je tempo af (spannende situatie = langzaam)
- Anticipeer op de tekst (weet wat er gaat gebeuren, zodat je jezelf kunt voorbereiden op stemhoogte, snelheid, etc.)
- Ga vrij om met leestekens
- Maak contact met de kinderen (luisteraars)