Audities toneelschool? Zo bereid je je voor!

Welke toneelscholen zijn er
De meeste mensen die acteur willen worden beginnen op een toneelschool. De meesten zullen dan denken aan de Toneelschool in Amsterdam. Maar er zijn meer Toneelscholen. Zoals in Utrecht, Arnhem, Eindhoven, Rotterdam en Maastricht. Deze toneelscholen verschillen ook van elkaar in opvatting, stijl en sfeer. Natuurlijk kun je je voor alle toneelscholen inschrijven, maar ook dan is het goed om te weten waar de school voor staat en of je je daar in kunt vinden. Ga dus niet klakkeloos naar elke auditie maar verdiep je in de school. De meeste toneelscholen zijn HBO, maar ook zijn er toneelscholen op MBO niveau te vinden.Let wel: een toneelschool is meestal vooral gericht op het acteren in het theater, dus het spelen voor live publiek. Wil je specifiek filmacteur worden, kun je beter audities doen voor de opleiding tot filmacteur in Amsterdam. Bij een musicalopleiding ligt de nadruk niet alleen op spel, maar ook op zang en dans en de combinatie daarvan. Wil je meer de cabaret richting op dan kun je denken aan de kleinkunstacademie.
Informatie over het werkveld
Verdiep je niet alleen in de toneelschool, maar verdiep je ook in het werkveld. Dat is niet alleen van belang voor de toelating, maar ook om zelf een beter beeld te krijgen wat het beroep van acteur in de praktijk inhoudt. Bij wat voor soort theatergezelschappen spelen toneelacteurs, hoe ziet een schouwburg er van binnen uit, wat zijn bekende namen binnen de theaterwereld, en lees ook eens een toneeltekst bijvoorbeeld. Niet iedereen die acteur wil worden heeft een realistisch beeld van wat het inhoudt om acteur te worden. Elk theatergezelschap heeft namelijk weer zijn eigen stijl van toneelspelen, en heeft zijn eigen thema's, en dat is vaak niet te vergelijken met wat je op tv ziet.Tijdens een auditie op een toneelschool kan er ook gevraagd worden naar jouw kennis op het gebied van theater. En natuurlijk hoef je niet alles van Shakespeare te hebben gelezen en ken je alle namen van de Nederlandse acteurs, maar het zegt wel iets over jouw motivatie als je wel eens naar de schouwburg of theaterfestival gaat, en of je wel eens een toneeltekst hebt gespeeld.
Jeugdtheaterschool of vooropleiding
Misschien zit je op dit moment op een jeugdtheaterschool. Je zou zeggen dat je kennis over theater dan wel goed zit. Vergis je niet: er is veel meer op het gebied van theater buiten de jeugdtheaterschool! De jeugdtheaterschool is een goede manier om ervaring op te doen in toneelspelen, maar het is vaak wel beperkt qua speelstijl, thematiek, middelen en publiek. Wil je echt een goed beeld, ga dan op zijn minst dus naar de schouwburg en bezoek ook eens een theaterfestival zoals De Parade bijvoorbeeld. Ook is er op veel toneelscholen een voorlopleiding die je 1 keer per week kunt volgen.Wel of geen speelervaring
Het hebben van wel of geen ervaring in toneelspelen wil niet altijd alles zeggen. Sommigen zitten al vanaf hun 6e op toneel en worden niet aangenomen, en anderen hebben nog nooit op het toneel gestaan en worden wel aangenomen. Het zijn extremen, maar het komt voor.Het is op zich wel aan te raden om dramales te volgen. Zo raak je bekend met toneelspelen, en kan je er ook beter achter komen of je het inderdaad zo leuk vindt. Hou wel voor ogen dat er veel manieren van toneelspelen zijn en leer jezelf niet 1 bepaalde methode aan. Met andere woorden: blijf open staan voor alle mogelijkheden wat betreft toneelspelen. Op sommige scholen wordt ook aan zang en dans gedaan.
Op tijd inschrijven
Begin op tijd met oriƫnteren op toneelscholen, zodat je ook weet wanneer de audities zijn! Als jij in maart bedenkt dat je auditie wil gaan doen, kan je voor sommige scholen wellicht al te laat zijn!De auditie zelf: voorbereiding
Soms wordt je gevraagd om zelf een monoloog of tekst uit te kiezen, bij andere scholen krijg je een tekst opgestuurd. Hoe dan ook: bij een auditie zit meestal een tekst die je van te voren thuis moet voorbereiden. Dat voorbereiden gaat verder dan puur de tekst uit je hoofd leren. Een paar tips:- Indien mogelijk: lees ook de toneeltekst waar de monoloog uit komt, zodat je weet waar het over gaat.
- Weet je niet waar de tekst over gaat, vul dit dan zelf in! Kijk of je meerdere mogelijke situaties in de tekst ziet. Gebruik daarbij je fantasie.
- Kijk of er opvallende elementen in de tekst zijn: Kijk naar spreektaal, is het realistisch of overdreven, zijn de zinnen kort of lang, staan er opvallende woorden in de tekst, worden er teksten of woorden herhaald, zouden er stiltes in de tekst kunnen zitten en waar.
- Probeer deze opvallende elementen te verklaren: Als iemand steeds in hele korte zinnen praat bijvoorbeeld, kan dat iets zeggen over het karakter.
- Zorg dat je alles in de tekst snapt. En kom je daar niet uit, probeer dit dan toch in te vullen, of kijk of iemand je kan helpen om de tekst te verklaren.
- Zorg dat je duidelijk voor jezelf invult wat er aan de hand is: wie is het personage, wat is er aan de hand, waarom zegt het personage deze tekst, waar is het personage als hij de tekst zegt. Vul dat zo duidelijk in dat je er een beeld bij hebt. Zodat je je beter in kunt leven.
- Repeteer de tekst, laat mensen naar je kijken, en probeer dat waar de tekst voor jou over gaat over te brengen op het publiek: dit doe je door goed te weten waar de tekst over gaat en te weten wat er aan de hand is: zo kun jij je inleven.