Hbo Bewegingstechnologie - Mens en techniek

De hbo-opleiding Mens en techniek - Bewegingstechnologie is een vierjarige bachelor opleiding. Sinds enkele jaren draagt de opleiding Bewegingstechnologie tevens de overkoepelende naam ‘Mens en techniek’. De differentiatie Mens en techniek is bij 5 verschillende hogescholen te volgen maar elke opleiding heeft zijn eigen accent. De specifieke variant Bewegingstechnologie wordt aangeboden door de Haagse Hogeschool. Het is aan te raden je goed te verdiepen in de verschillen alvorens te beginnen aan een van de opleidingen. De titel die je mag dragen na het voltooien van deze opleiding is Bachelor of Science. Onder studenten en docenten wordt de studie met name aangeduid met de afkorting BT. De opleiding is enkel te volgen in voltijds variant.

Toelatingseisen

Als je in het bezit bent van een van de onderstaande diploma’s voldoe je aan de toelatingseisen van de opleiding:

Havo

• E&M
• N&G
• N&T

Vwo

• E&M
• N&G
• N&T

Mbo

• Mbo-niveau 4, middenkader- of specialistenopleiding

Natuurkunde en Wiskunde B zijn niet verplicht om behaald te hebben. Voor de E&M-diplomabezitters is het echter wel een grote uitdaging om mee te komen met de rest van de studenten, met name vanwege het gemis in de kennis van de twee eerder genoemde vakken. Ca. 61% van alle studenten stroomt door naar het tweede jaar van de opleiding. Het behalen van een diploma binnen vijf jaar gebeurt bij 55% van de studenten. 26% besluit na BT verder te gaan studeren.

Vakken

Bij BT draait het om de combinatie tussen het menselijk lichaam en techniek. De richtingen qua werkzaamheden die bestaan in Bewegingstechnologie zijn analyse en ontwerpen. De werkvelden bestaan uit sport en revalidatie. Voorbeelden waaraan gedacht kan worden waar een BT’er zich op richt: het analyseren van een looppatroon van een persoon met een klapvoet, het ontwerpen van een hulpmiddel voor ouderen om gemakkelijk uit bed te stappen, onderzoek doen naar de spronghoogte die een gemiddeld mens kan behalen.

De volgende vakken komen in de opleiding terug:

• Biostatica / Biokinematica / Biodynamica
• Anatomie
• Vervaardigen
• Ontwerpen
• Functioneel en beperkt bewegen
• Beweging en houding
• Fysiologie
• Construeren
• Wiskunde
• Meten
• Systeemkunde
• Materiaalkunde

Daarnaast zijn er nog enkele algemene vakken, welke dus niet specifiek op Bewegingstechnologie gericht zijn. Dat zijn de volgende vakken:

• Communicatie & management
• Studieloopbaanbegeleiding

Bij enkele vakken wordt er geleerd met specifieke computerprogramma's te werken. Bij Contrueren leer je met het technische tekenprogramma SolidWorks om te gaan. Bij biostatica, biokinematica en biodynamica ga je werken met Matlab en Maple.

Het werken met 'rapid prototyping-technieken' is ook steeds meer in opkomst. Hierbij kan er gedacht worden aan 3D-printen en lasercutten. In de opleiding wordt hier steeds meer aandacht aan besteed. De benodigde apparatuur is aanwezig op de Haagse Hogeschool.

Het aantal contacturen per week voor eerstejaars komt neer op 18 tot 24 uur. Een studiejaar bestaat uit vier blokken. De eerste drie jaar heb je elk blok een groepsproject waaraan je dient te werken. De projecten worden PEO’s genoemd: project ergonomisch ontwerpen. Bij deze projecten kan er gedacht worden aan de volgende opdrachten: ontwerp een beweegtoestel voor oudere mensen woonachtig in een verpleeghuis, ontwerp een vluchtwagen om te vluchten uit een noodsituatie en maak hier een prototype van.

Vrije studiepunten

Naast de verplichte vakken dien je tevens vrije studiepunten te behalen. Hiermee kan je zelf indelen hoe je deze punten wilt behalen, met natuurlijk enkele voorwaarden. De punten kan je bijvoorbeeld behalen door opdrachten uit te voeren welke binnenkomen via de studie of bijvoorbeeld een vak te volgen bij een andere opleiding. In jaar 3 krijg je de ruimte om een minor te volgen in het eerste blok. Dit kan je doen bij een andere opleiding maar je kan ook kiezen tussen twee verdiepende minoren van de opleiding zelf: sporttechnologie of orthopedie.

Stage

Tijdens jaar drie loop je een stage van elf weken en in jaar vier een stage van zestien weken. Afstuderen kan bij hetzelfde bedrijf worden gedaan, maar deze tijd komt dan bovenop de standaard stageduur. Bij deze stages ben je fulltime aanwezig bij het bedrijf. Het solliciteren naar een stage dien je zelf te doen.

Faciliteiten

De opleiding Bewegingstechnologie heeft zijn eigen lokalen in de Haagse Hogeschool. Hoorcolleges worden in het algemeen in hoorcollegezalen gegeven welke door meerdere opleidingen worden gebruikt. BT zelf heeft onder andere de volgende ruimtes: een werkplaats, het ‘b&a’-lokaal (waar bewegingsanalyses gedaan kunnen worden) en een anatomielokaal. Daarnaast zijn er enkele ruimtes met computers en een kantine waar over het algemeen aan groepsprojecten wordt gewerkt. Het vinden van een computer kan nogal een grote uitdaging zijn op bepaalde dagen op de Haagse Hogeschool. Ze zijn in het bezit van vele computers, maar ruimtes kunnen gereserveerd worden door docenten waardoor je regelmatig wordt weggestuurd uit een lokaal. Een eigen laptop meenemen valt daardoor wel aan te raden.

Docenten

De docenten komen met name uit het werkveld van de specifieke vakken die zij geven. Doordat de opleiding vrij klein is, zijn de studenten geen onbekenden voor de docenten. Dit maakt het benaderen van de docenten gemakkelijk en laagdrempelig.

Medestudenten

Studenten aan de opleiding BT komen uit alle hoeken van Nederland. Dit komt omdat de opleiding enkel in Den Haag wordt gegeven. Het overgrote deel van de studenten woont op kamers in Den Haag. Sommige in Scheveningen, Rijswijk of een andere omgeving. Niet iedereen woont op kamers, enkele studenten reizen heen en weer van huis naar de studie. Vanuit cijfers van studiekeuze123 die dateren uit 2016 blijkt dat er dat jaar 138 eerstejaarsstudenten zijn begonnen aan de opleiding. In het begin van de opleiding bestaat over het algemeen het grootste percentage van de studenten uit jongens. Als meisje hoef je echt niet bang te zijn dat je de enige bent, dit is zeker niet zo. Naarmate de tijd verstrijkt wordt het verschil in percentage tevens kleiner.

Wat wordt je?

Waar veel studenten de fout mee begaan, is dat zij als orthopedisch instrumentmaker willen gaan werken. Hier is echter een andere opleiding voor, en wil je dit beroep na Bewegingstechnologie toch uitoefenen, dan dien je meestal nog deze gespecialiseerde opleiding te gaan doen.
Wat je bijvoorbeeld wel kan worden na deze opleiding:

• Adviseur WMO
• Adviseur hulpmiddelen
• Product specialist medische-, revalidatie-, mobiliteithulpmiddelen
• Labbeheerder
• Docent

Het vinden van een baan kan na het behalen van het diploma een uitdaging zijn. Het beroep is niet door heel Nederland bekend en rond Den Haag is er juist meer concurrentie omdat de opleiding hier wel meer bekendheid heeft.