Bewegingstechnologie HBO opleiding

Houd jij van de mens maar ook van techniek? Dan is de HBO studie Bewegingstechnologie aan de Haagse Hogeschool misschien wat voor jou. Bij Bewegingstechnologie staat de mens centraal. Je leert hulpmiddelen maken voor bepaalde bewegingsproblemen, maar je leert ook hoe de mens in elkaar zit. Bij Bewegingstechnologie krijg je medische vakken zoals fysiologie en anatomie, maar je krijgt ook technische vakken zoals vervaardigen.

Hoe zien de vier jaar Bewegingstechnologie eruit?

Bij Bewegingstechnologie bestaat een jaar uit 4 modules. In een module heb je een bepaald thema wat centraal staat en waar je ook een project over moet doen. Een voorbeeld van een project is bijvoorbeeld ontwerp een loopfiets voor kinderen van 9 tot en met 12 jaar. Alle vakken die je in deze module krijgt zullen dus over het algemeen aansluiten bij het project. De eerste twee jaren van deze studie zullen er zo uitzien. Maar in het derde jaar moet er een stage worden gelopen van 10 weken. Dit betekend dus dat je zelf bij een bedrijf moet gaan solliciteren en zelf mee moet gaan lopen. Werkvelden waar een bewegingstechnoloog kan gaan stage lopen zijn bijvoorbeeld in de sport, bij een WMO bedrijf, een onderzoeksbedrijf, orthopedisch bedrijf of bij een ontwerpbureau. Na deze stage zal er in de volgende modules weer een project centraal staan. In het vierde jaar van de opleiding moet je een stage van 16 weken doen. Dit betekend dat je dus weer op zoek moet gaan naar een bedrijf en weer moet gaan solliciteren. Na deze stage is het tijd om te gaan afstuderen en moet je dus zorgen voor een goede afloop van de studie.

Welke vakken krijg je bij Bewegingstechnologie?

Bij de studie Bewegingstechnologie krijg je medische vakken, maar je krijgt ook technische vakken. Een aantal van de vakken die je tijdens de studie krijgt worden hieronder vermeld.

Anatomie:

Bij Bewegingstechnologie bestudeer je het menselijk bewegen en daar hoort natuurlijk onderwijs over botten, gewrichten en spieren bij. Er komt voor bewegen trouwens nog meer kijken dan dit zogenaamde bewegingsapparaat. Zonder doorbloeding en zenuwvoorziening is het immers al snel afgelopen. Al deze onderwerpen, en nog meer, komen bij anatomie ter sprake. Anatomie betekent letterlijk ontleedkunde. Dat begrip geeft niet helemaal weer wat we in de opleiding doen. Je werkt niet met mes en pincet. Sterker nog, de anatomie bij BT is juist gericht op het levende lichaam.

Fysiologie:

Heb je op de middelbare school het vak biologie gevolgd? Dat is mooi, want deze kennis kun je bij Bewegingstechnologie goed gebruiken. Fysiologie is namelijk een onderdeel van biologie. En zelfs een van de boeiendste. Fysiologie kun je vertalen in functieleer, wat betekent dat je te weten komt hoe lichaamsprocessen verlopen. Bijvoorbeeld: hoe werken je spieren als je fietst en je hersenen als je loopt. Kan kraakbeen van beschadigde gewrichten zichzelf repareren en wat gebeurt er als je een pees scheurt?
Bij inspanning en training treden lichaamsaanpassingen op waar je plezier van hebt als je bijvoorbeeld aan sport doet. Je hart wordt groter, je spieren worden sterker, je krijgt minder snel spierpijn.

Neurowetenschappen:

Bij Bewegingstechnologie bestudeer je ook de werking van je hersenen. Het commandocentrum waarmee je plannen maakt, je bewegingen stuurt en je acties tegelijk weer waarneemt. Het vakgebied Neurowetenschappen is een combinatie van anatomie, fysiologie en een beetje neurologie.

Biomechanica:

In de biomechanica besteedt je aandacht aan de werking van het menselijk bewegingsapparaat; je zoekt antwoorden op de vragen zoals:
- Hoeveel scheelt het nu eigenlijk als je wind tegen of wind mee hebt?
- Waarom gaat een kunstrijdster sneller draaien als ze haar armen tegen haar lichaam drukt?
- Welke krachten staan er op botten, spieren, gewrichten, banden bij een bepaalde beweging of houding?
- Welke optimalisaties zijn mogelijk in de houding en beweging om krachten te verminderen of bewegingen te optimaliseren?
- Hoe werken gewrichten?

Technische mechanica:

In de technische mechanica gaat het vooral over de werking van mechanismen en het krachtenspel erop. Een gebruiksvoorwerp moet veilig zijn. Aspecten die de veiligheid bepalen zijn, onder meer, de sterkte en stijfheid van constructies. Vragen die bijvoorbeeld aan bod komen tijdens de technische mechanica zijn:
- Hoe moet een stoel gedimensioneerd worden zodat hij niet in elkaar zakt bij gebruik?
- Hoe optimaliseer ik een fiets naar gewicht?

Wanneer word ik toegelaten bij BT?

Je wordt toegelaten tot de opleiding Bewegingstechnologie als je minimaal een HAVO, VWO of MBO (niveau 4) diploma hebt gehaald. Als je een VWO diploma hebt ben je met alle profielen toelaatbaar en mag je deze opleiding dus doen.
Bij een HAVO diploma mogen niet alle profielen deze opleiding doen. Als je een C&M profiel hebt moet je wiskunde A of wiskunde B hebben gehad. Met de andere profielen word je direct toegelaten. De best aansluitende MBO opleidingen zijn Fijnmechanische Techniek, Werktuigbouw en Sport en Bewegen.