Werken als leraar in het basisonderwijs
Het werken in het onderwijs heeft vele voordelen. Veel vakantiedagen, een leuke omgeving en een goede baankans. Dat werd nieuwe studenten tenminste voorgehouden. In de praktijk blijkt het tegen te vallen en moeten net afgestudeerden met elkaar concurreren om de weinige banen. De meest logische route naar basisschoolleraar loopt via de PABO. Tegenwoordig is het echter ook mogelijk om een universitaire opleiding te volgen.
Lange tijd werd nieuwe toekomstige studenten voorgehouden dat ze de PABO moesten volgen. Er ontstond immers een groot tekort aan leraren. Dat had met name te maken met de toenemende vergrijzing. Er zijn bovengemiddeld veel oudere basisschoolleraren die de komende jaren met pensioen gaan. Daardoor ontstaat er ruimte in het werkveld. Tegelijkertijd was de instroom van nieuwe studenten beperkt. Daardoor zouden er voldoende baankansen zijn. Inmiddels hebben veel studenten massaal voor de PABO gekozen en de eersten daarvan ronden de studie af. Opeens blijkt het voor hen moeilijk een baan te vinden. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste heeft de overheid de laatste jaren fors moeten bezuinigen. Daardoor worden de klassen steeds groter. Verder is de pensioenleeftijd verhoogd naar 67 jaar waardoor veel leraren langer aan het werk blijven. Daarnaast is de demografie aan het veranderen waardoor er steeds minder kinderen worden geboren. Dit heeft ook gevolgen voor de vraag naar leraren. Er wordt verwacht dat per 2015 het aantal basisschoolleerlingen gaat afnemen.
Volgen van de PABO
Wie de PABO wil volgen kan dit doen op hbo-niveau. Op een groot aantal hogescholen door het land wordt de studie gegeven. De studie bestaat doorgaans uit een combinatie van het volgen van vakken en het voor de klas staan. Vanaf het eerste jaar staan studenten al regelmatig voor de klas. Zij leren dan in de praktijk hoe zij met leerlingen moeten omgaan. Ook ontdekken ze meteen of de studie wel daadwerkelijk iets voor hen is. Het is ook mogelijk om de PABO op universitair niveau te volgen, bijvoorbeeld aan de Universiteit van Amsterdam. De Universiteit van Utrecht biedt bijvoorbeeld de opleiding Academische lerarenopleiding primair onderwijs aan. 90 procent van de leerlingen is vrouw. Dit wordt ook wel als probleem gezien, omdat jonge jongens daardoor alleen vrouwelijke rolmodellen te zien krijgen.
Hoe ziet het werk van een leraar eruit?
Het beroep van docent bestaat uit verschillende aspecten. De eerste werkzaamheden van een leraar van een basisschool zijn het voorbereiden van de lessen. Kinderen van groep 1 en 2 maken spelenderwijs kennis met vakken als rekenen en taal. Verder leren ze basisvaardigheden als plakken, knippen en veters strikken. Vanaf groep 3 krijgen kinderen daadwerkelijk les in vakken als geschiedenis, rekenen en schrijven. Dat is dus het tweede aspect: lesgeven. Een belangrijk aspect is verder het organiseren van schoolzaken. Het kan dan gaan om het Sinterklaasfeest, schoolkampen of het regelen van ouders voor de voorleesgroepjes. Een vierde aspect is de beoordeling van leerlingen. Het kan dan gaan om het schrijven van rapporten, maar ook het contact houden met ouders en andere externe partijen over de voortgang van de leerling. Het gaat dan niet alleen om leerresultaten. Basisscholen krijgen steeds meer verantwoordelijkheden op zich afgeschoven. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om hoe gezond een kind eet. Een laatste aspect is het doorontwikkelen van de vakkennis van de docent. Er zijn altijd nieuwe methoden waar een docent kennis van kan nemen. Vaak roept dit wel weerstand op onder docenten, omdat ze hier weinig tijd voor over houden.
Het salaris van een basisschoolleraar
Het salaris van een leerkracht in het basisonderwijs ligt relatief laag. Het startsalaris lag in 2012 rond de €2.073. Dit kan oplopen tot €3.058. Een basisschoolleraar heeft relatief weinig doorgroeimogelijkheden, tenzij hij of zij zich gaat doorontwikkelen richting het speciale onderwijs. In dat geval kan iemand intern begeleider of remedial teacher worden. Binnen het basisonderwijs kan iemand adjunct-directeur of directeur worden. Hiervoor worden ook extra bijschoolmogelijkheden geboden. Het voordeel van het werken in het basisonderwijs zijn de lange vakanties. Daar staat wel weer tegenover dat de werkdruk in werkweken weer een stuk hoger ligt.