De ideeën van Adolf Hitler

Hitler had een grote hekel aan Slavische rassen, maar hij haatte de Joden. Hitler vond dat de Joden van de aardbodem moesten verdwijnen, hij zag hen als ’untermenschen’. Hitler had een eigen zuiver/onzuiver-bloedtheorie. Hij beschouwde Joods bloed als het 'gif' van de samenleving, wat daaruit geëlimineerd zou moeten worden. Hitler streefde ernaar een ‘raszuiver’ volk in Duitsland te laten wonen.

Mein Kampf:

Hij had al deze verhalen al in 1923 bekend gemaakt, hij schreef toen het boek; Mein Kampf. Hitler zat in 1923 in de gevangenis vanwege een mislukte staatsgreep. Hierin schreef hij het boek Mein Kampf waarin hij zijn ideeën over de Joden uitwerkte. Hoe meer hij schreef, hoe harder hij zich opstelde tegenover de Joden. ‘Ik ben tot het besef gekomen dat ik tot nu toe te zacht ben geweest tegen over de Joden. Het is niet slechts een kwestie van leven of dood voor ons volk, maar voor alle volkeren, de Joden vormen een wereldwijde plaag.’

Waar kwam deze haat richting de Joden vandaan?

Waarom de Joden zo’n plaag waren voor Hitler; is omdat Duitsland er na de 1e wereldoorlog economisch slecht voor stond. Als een land er economisch slecht voor staat, wordt er vaak naar een zondebok gezocht. Ook denken veel mensen dat Hitlers haat richting de Joden afstamt uit zijn kindertijd. De huisarts van Hitlers moeder was van Joodse afkomst, en omdat hij haar kanker niet goed heeft behandeld, zou het zo kunnen zijn dat zijn haat daarvandaan komt. Daarentegen hebben geïnterviewde kennissen uit de jeugd van Hitler in Wenen nog nooit een negatief woord over de Joden uit Hitlers mond gehoord. Maar waarschijnlijk heeft Hitler het antisemitisme over genomen van de toenmalige Weense burgemeester Karl Lueger en van de antisemitische beweging van Georg von Schönerer. Zij waren antisemitisch omdat zij het de Joden kwalijk namen dat zij als fabrieksbazen Slavische arbeiders in dienst namen, die hiertoe naar steden als Praag, Posen, Pressburg en Wenen trokken en daarmee het Duitse karakter van deze steden zouden verdwijnen.

De NSDAP:

De ideologie van de NSDAP was het nationaalsocialisme. De nazi’s waren tegen democratie, communisme en kapitalisme. Ze volgden het voorbeeld van het fascisme in Italië, maar voegden daar het racisme aan toe. Hitler vond dat de mensen te verdelen waren in rassen. Hij beschouwde het Germaanse ras (Arische ras) als het ras boven de andere rassen. Hij wilde voor dit Arisch ras Lebensraum (leefruimte) creëren. De NSDAP publiceerde haar eerste programma in 1920. Hierin stond: ‘Alleen volksgenoten mogen staatsburger zijn. Alleen zij die Duits bloed hebben, van welke overtuiging ook, kunnen volksgenoten zijn. Daarom mag geen enkele Jood lid van het volk zijn.’ Ook stond hierin dat alle Joden die na 1914 naar Duitsland waren gekomen het land moesten worden uitgezet. Op 13 augustus 1920 hield Hitler een toespraak voor zijn aanhangers. Zijn thema was: ‘Waarom wij tegen de Joden zijn.’ Hitler beloofde dat de partij ‘u zal bevrijden van de macht van de Jood.’ Zijn doel was een ‘grondige oplossing, het verwijderen van alle Joden uit het midden van ons volk.’

Hitler probeerde de gedachtes van zijn volk te veranderen:

Eenmaal aan de macht gekomen probeerde Hitler de gedachten van zijn volk volkomen te beheersen. De Duitsers moesten nationaal socialistisch gaan denken. Hierbij speelde Joseph Goebbels (minister van propaganda en voorlichting) een belangrijke rol. Door middel van communicatiemiddelen als kranten, tijdschriften, radioprogramma’s en films werden nazi-ideeën naar voren gebracht. Goebbels hield ook kunstenaars onder controle. Het was belangrijk of je raszuiver en politiek betrouwbaar was. Muziek van Joodse muzikanten mocht niet meer worden uitgevoerd, en boeken van Joodse schrijvers werden verboden. Er werd zelfs een openbare boekverbranding georganiseerd.

Een belangrijk punt van Adolf Hitler was het winnen van de Duitse jeugd. Zo werd in 1926 de Hitlerjugend opgericht. Er werden vele activiteiten georganiseerd zoals: Sport, kamperen, parades en bijeenkomsten. Aan de jeugd werd duidelijk gemaakt dat ‘Ariërs’ zuiver, sterk, rechtvaardig en onoverwinnelijk waren, terwijl de Joden slecht waren en moesten worden bestreden.