Hollandse handel, aanloop naar de Gouden Eeuw
De start van de Gouden Eeuw in de 17de Eeuw van de Noordelijke Nederlanden en de Republiek der Nederlanden heeft zijn oorsprong in de val van Antwerpen in 1585, de Hollandse handel die tijdens de Gouden Eeuw van Antwerpen in de 16de Eeuw spectaculair groeide, de massale vluchtenstroom uit de Zuidelijke Nederlanden na de Spaanse inval. De Gouden Eeuw van Antwwerpen kan gezien worden als het voorspel van de Nederlandse Gouden Eeuw, mits we geen rekening houden met de handel van de Hollanders...
17de Eeuw Gouden Eeuw voor de Noordelijke Nederlanden
Hoe kon het gebeuren dat Holland, zo snel na de val van
Antwerpen in de 16de Eeuw (1585), het leiderschap in de westerse wereldeconomie kon overnemen? Heeft de Noordelijke Nederlanden zo hard kunnen groeien doro de massale vluchtenstroom uit de Zuidelijke Nederlanden, dat was ingenomen door de Spanjaarden? Of was Holland met zijn handel over het water, tijdens de
Gouden Eeuw van Antwerpen , spectaculair gegroeid? Waarom gingen die Hollanders eigenlijk handelen?
Waarom gingen de Hollanders handelen?
De Hollanders hadden als grond een veenbodem. De grond was ongeschikt voor akkerbouw. Dit gaf twee problemen met zich mee voor de Hollanders:
- Een graantekort,
- Een overschot aan arbeiders.
De Hollanders moesten om het probleem van graantekorten aan pakken op zoek gaan naar ruilmiddelen. Middelen om te ruilen voor graan.
Enorme groei Hollandse handel
Waarom groeide de Hollandse handel zo enorm tijdens de 14de Eeuw tot aan de 16de Eeuw?
Er zijn twee verklaringen waarom de Hollandse handel zo spectaculair kon groeien:
- De Hollanders beschikten over veel scheepscapaciteit waardoor:
- Vrachtprijzen minder op eindprijzen drukte,
- De Hollanders verschillende producten als extra vracht konden vervoeren als die goederen toevallig beschikbaar waren.
Arbeidslonen waren in Holland laag door het enorme arbeidsaanbod.
Handel: gunstige geografische ligging van Holland en Zeeland
Handel drijven via het water was een groot voordeel voor de Hollanders (en ook voor de Zeeuwen!) Massagoederen waren bij uitstek geschikt om soepel over het water te vervoeren. Grote bevolkingsconcentraties lagen, rond 1350 en na 1350, nog altijd bij grote havens of langs goed bevaarbare rivieren.
Gaven de Hollanders de akkerbouw op?
Rond midden van de 14de Eeuw gaven de Hollanders het agrarisch bestaan op om in de stad een nieuw levenswijze op te bouwen. Akkerbouw op veengrond was praktisch onmogelijk. Ze, de Hollanders, zochten naar manieren om de tekorten van de akkerbouw op te vullen. Visvangst en scheepbouw waren, doro de gunstige geografische ligging van Holland (en ook van Zeeland!) zeer goede opties.
Hollanders met hun handel naar de Brabantse jaarmarkten: export
Om de eigen graantekorten aan te vullen, gingen de Hollanders noodgedwongen produkten exporteren. Vanuit het platteland van Holland namen de Hollanders:
- Melk,
- Kaas,
- Boter,
- Vette waren,
- Honing,
- Hennep (en enz!).
in 1368 mee naar de grote
Brabantse jaarmarkten in Antwerpen. De Hollanders namen ook grote hoeveelheden Haarlems bier en haring met zich mee. Door de grote bevolkingsgroei in Antwerpen in de 15de Eeuw (aanloop van de Antwerpse Gouden Eeuw), moesten de Hollanders hun graan ergens anders zoeken.
Kenmerk begin van de Hollandse handel
Kenmerkend voor het Hollandse optreden in de concurrentieslag tijdens de 14de tot en met de 16de Eeuw was: De Hollanders bbotsten een door anderen ontwikkelde manier na op een eigen manier en met eigen middelen, met als resultaat: het verdringen van de oorspronkelijke marktleiders.
Waar zaten de Hollanders met hun handel?
Al heel vroeg zaten de Hollanders met hun handel op verre plaatsen. Op zoek naar graan namen ze de Hollandse export produkten en hun handel mee ter water naar:
- 1369: Hamburg, Hamburg voerde 42.500 vaten (!) bier uit naar Amsterdam (dit gaf Holland een bemiddelingspositie: het bier werd verhandeld naar Antwerpen en Brugge),
- 1377: Hanzesteden: invoer Hollandse laken,
- 1384: Oostzee: invoer van het Hollandse laken,
- 1390: Oostzee tot aan Novgorod: invoer de Hollandse Noordzeeharing,
- 1394: Kleve: invoer van haring door de Hollanders,
- 1401 + 1402: Rusland en Gdansk: invoer van het Hollandse laken,
- 1570: Antwerpen: invoer van 26.640 ton (!) ongeraffineerd zout door de Hollanders.
Hollanders: echte scheepsbouwers
Van oudsher waren de Hollanders echte scheepsbouwers. Vanaf de 15de Eeuw ontwikkelden de Hollanders grotere en snelle schepen die voldeden aan de stijgende behoefte aan meer capaciteit om meer goederen te kunnen vervoeren via het water.
- In 1532 waren er 400 zeeschepen in Holland,
- In 1570 waren er 2500 (!) zeeschepen in Holland.
- In 1500 was de capaciteit van de Hollandse vloot 180.000 tonnen,
- In 1580 was de capaciteit van de Hollandse vloot 400.000 tonnen (!).
Spectaculaire groei Hollandse handel en Hollandse export
Ondanks de enorme en spectaculaire groei van de Hollandse handel, was het
Antwerpen die tot 1585 de metropool was die de totale West Europese economie beheerste. Antwerpen was ZO groot en zo machtig tijdens de
16de Eeuw, dat de Noordelijke Nederlanden (waaronder Holland) slechts een kleine randgemeente was que handel. Toch was de Gouden Eeuw van Antwerpen een voorspel voor de Gouden Eeuw van de Nederlandse Republiek.
Dit artikel is onderdeel van de special:
Ontstaan der Nederlanden