Vage taal als ergernis
Taal verandert. Maar in de laatste jaren lijkt het erop alsof niemand nog duidelijk durft te zijn. Overbodige, verhullende, verwarrende, storende, ontoegankelijke en moeilijke woorden zijn in het bedrijfsleven, de politiek, het onderwijs, de zorg, maar ook in kleine kring gemeengoed. Talloze woorden en zinsconstructies zijn volstrekt onbegrijpelijk, maar in de mallemolen van de moderne maatschappij kun je niet achterblijven. Elk jaar is er een vaagtaalverkiezing. De vaagste uitdrukking wint!
Vage taal in personeelsadvertenties
'Kun jij snel schakelen, denk je 'out-of-the-box' en ben je toekomstgericht? Reageer!'
Met vage taal snijden bazen zichzelf in de vingers. Personeelsadvertenties staan bol van loze begrippen en standaardregeltjes die veel mensen niet begrijpen. En daardoor worden juist de verkeerde mensen aangetrokken. Uit onderzoek naar maar liefst veertigduizend advertenties is gebleken dat woorden als 'actief', 'resultaatgericht', 'doelgericht', 'flexibel', 'gedreven', 'klantgericht' en 'dynamisch' veelvuldig worden gebruikt, vaak zonder precies te weten wat er bedoeld wordt. Want wat is een 'actieve' of het nog vreselijkere 'pro-actieve' medewerker? Is de zoektocht naar een luie donder soms ook een optie? En wordt met 'pro-actief' bedoeld dat je een brutale aap bent die het hele bedrijf in werking zet? Zo komt het bijna over, maar er is niemand die het weet.
'De juiste kandidaat moet beschikken over een zekere eagerness om zijn competenties optimaal in te zetten.'
Doelgericht of resultaatgericht is eveneens een dooddoener. Wie aan het werk is, werkt altijd aan een doel, daar is geen speciale karaktertrek voor nodig. Flexibel? Heb als bedrijf het lef om te zeggen dat de toekomstige werknemer bereid moet zijn om stomme klusjes te doen, of mag overwerken als een ander aan de aardappels zit. Een dynamische werkomgeving zegt ook al niet veel. Is het op de zaak een grote bende, of mag je alleen solliciteren als je nog jong bent? Soms wordt gezocht naar een gedreven persoon, maar op welke drang doelt men dan, en wat houdt 'klantgericht' in als je al een serviceverlenend bedrijf bent? Vasthouden aan vanzelfsprekendheden en clichés scheppen onduidelijkheid, en halen de hele vacature bij voorbaat al naar beneden.
Vaag zijn in de omgang met vrienden en familie
'Met alle respect, als ik heel eerlijk ben zeg maar, moet iedereen in principe gewoon zijn ding doen.'
In de omgang met je directe omgeving zijn de vreemdste woorden en uitdrukkingen inmiddels ingeburgerd. Zo kent iedereen 'ik heb zoiets van' als vervanging van 'ik vind...', met dat verschil dat er een overdreven nuance is aangebracht. 'Je ding doen' is een andere bekende constructie. Tja, wie wil er niet even lekker zijn ding doen, wat het dan ook mag betekenen. Een andere ergernis bij vooral taalpuristen maar ook zoveel anderen, is 'een plekje geven'. Geef het een plekje en je kunt verder met je leven. 'Dicht bij jezelf blijven' is ook al vaag. Probeer het te begrijpen en je zult zien dat je nergens komt. Ditzelfde geldt voor 'naar elkaar toe groeien'. En het overdreven genuanceer gaat door in zinsconstructies als '.. zeg maar...', 'in principe', 'als ik heel eerlijk ben... ', 'dit gaat 'm niet worden', 'met alle respect', 'ik heb er niks mee', 'zal ik maar zeggen', 'niet te filmen', 'een soort van...', 'op zich... ', 'heftig zeg', en 'als mens vind ik... '. Hmmm, als dier vond je misschien iets anders?
Vage begrippen in het bedrijfsleven
'Het is een stukje verantwoordelijkheid om dit even te kortsluiten en te doorcommuniceren. Want alle neuzen moeten dezelfde kant op.'
Als de moderne manager spreekt, dan is begrijpelijk Nederlands morsdood. De eisen die aan de tegenwoordige manager gesteld worden zijn dan ook totaal anders dan vroeger. Hoe ingewikkelder, gewichtiger en ondoorzichtiger het geluid van de manager klinkt, hoe groter de kans dat hij de absolute top bereikt. Werken is van ondergeschikt belang, het gaat om het slaken van talloze, interessante lege kreten. En een afrekening op wat hij ooit beweerd heeft, is nooit mogelijk. Ook aanstellerig Amerikaans is in het Nederlandse bedrijfsleven gewoon. Zo is dus niemand directeur, maar 'manager'. En ben je niet ergens de manager over, dan ben je beslist een 'consultant', 'executive', 'market analyst', 'designer', 'service employee', 'project assistant' of in het droevigste geval gewoon een 'teamplayer'.
'De bottom line is dat je een slag maakt en doorpakt totdat het integrale beleid een win-win situatie oplevert.'
Moet je vergaderen (nee, een 'powermeeting' 'schedulen' of 'faciliteren'), dan riskeer je woorden als 'bespreekvoorstel', 'verdiepingstraject', 'ambitieniveau', 'eindconcept', 'pilot', 'denkkader', 'in je kracht zitten', 'implementeren', 'kennismanagement', 'randvoorwaarde', 'kostenplaatje', 'insteek', 'task force', 'work flow', 'toekomstbestendig', 'conceptplannen', 'voortschrijdend inzicht', 'procesmanagement', 'business model', 'uitfaseren', 'momentum', 'business development' en het lachwekkende 'helicopterview'. Tegen de tijd dat je alle woorden gehoord hebt heb je de 'besluitvorming' vast gemist wegens abrupt optredende slaap, of je bent gewoon keihard weggehold. Misschien wel om heel 'projectmatig' je 'targets' te behalen of om de waarde van je 'inkomstenplaatje' met een 'hands-on'-mentaliteit te 'heroverwegen'. Koppel je het later wel weer terug? ;).
Wollig politiek jargon
'Gezien de complexiteit van het gezondheidszorggebeuren is het belangrijk positief te staan tegenover investeringen met een zekere toekomstdimensie.'
Haagse bluf? Het bedrijfsleven en de politiek kennen qua taalgebruik vele overeenkomsten. Hoe mistiger, hoe beter. En politici geven zelden een direct antwoord op een vraag. Ordinaire bezuinigingen heten ombuigingen, herschikkingen of hervormingen. Zo gezien klinkt het juist vooruitstrevend, wat de bedoeling is. Criminele jongeren, of zijn het 'kansarme' jongeren, zijn in toenemende mate 'beleidsresistent', ofwel, het beleid in Den Haag interesseert ze geen zier. Andere met opzet gebruikte, interessante termen zijn bijv. speerpunten, kernwaarden, innovatie, kwaliteitsaspect, banenreductie, publieke gerechtigheid, initiatiefnota, concurrentiespeelveld, integrale aanpak, gemeenschappelijk beleidskader, accomodatiecultuur, voorjaarsnota-taakstelling, duurzaamheid... Vooral die laatste wordt tot vervelens toe ingezet. Want wat is er tegenwoordig niet duurzaam? Moord. Het doden van vee wordt afgedaan met een verhullend woord: 'ruimen'. Politiek jargon is niet zomaar een beroepstaaltje, het is bedoeld om vermeende politieke en/of ambtelijke gevoeligheden geruisloos weer te geven. Dit heet 'politiek correct zijn'. En als het toch misgaat, gebruik je de zin: 'Met de kennis van nu... '.
Voetbaltaal, de taal van verbroedering
'Zij kwamen in de eerste helft niet aan voetballen toe, want wij hielden het veld breed en zochten de bal op.'
Taal verbroedert. Nergens wordt dat zo duidelijk als in de voetbaltaal. Of je de precieze betekenis nu kent of niet. 'In de wedstrijd zitten', 'het verschil maken', 'hangende spits', 'controlerende middenvelder', 'pressie uitvoeren', 'blinde trap', 'spelen op balbezit', 'de bal in de voeten spelen', 'aanwezig zijn', 'diep spelen', 'strakke bal', 'resultaatvoetbal' en 'uitverdedigen' zijn zomaar wat voorbeelden waar de voetbalkenner wel een bepaald beeld bij heeft, maar meer ook niet. Een bekende dooddoener die vaak voorbij komt is: 'Wij creëerden wel kansen, maar zij waren beter in het afmaken,' en 'Die speler ligt slecht in de groep.' Of als het juist beter ging: 'Zij raakten de hele tijd hun mannetje kwijt.' Wil je echt goed voor de dag komen dan spreek je Cruijffiaans: 'Als je sneller wilt spelen kun je wel harder lopen maar in wezen bepaalt de bal de snelheid van het spel.' En zo is dat.
- Vaagste uitdrukking 2008: Een plekje geven
- Vaagste uitdrukking 2009: Je ding doen
- Vaagste uitdrukking 2010: Ik heb zoiets van
- Vaagste uitdrukking 2011: In je kracht staan
- Vaagste uitdrukking 2012: Over je schaduw heen springen
- Vaagste uitdrukking 2013: Participatiesamenleving
- Vaagste uitdrukking 2014: Kwaliteitsvenster
'Broadly speaking, the short words are the best, and the old words best of all.' ~ Winston Churchill