De taalontwikkeling bij jonge kinderen
De taalontwikkeling bij kinderen gaat anders dan veel ouders denken. Zij willen bovendien altijd graag dat hun kinderen direct goed spreken. Maar de taalontwikkeling van kinderen verloopt anders dan volwassenen vaak denken. Zo is hun gedachtegang waarop taalonttwikkeling is gebaseerd heel anders dan die van volwassenen. Kinderen direct corrigeren bij hun taalontwikkeling is daarom niet altijd zo goed als ouders denken.
Kinderen en taal: inzicht in de gedachtegang van het kind is noodzakelijk
Om met kinderen te kunnen praten is het nodig om een goed inzicht te hebben in hun gedachtegang. Zo kan een kind dat de was aan de lijn ziet hangen aan zijn moeder vragen waarom ze hem buiten heeft gehangen. De moeder kan dat in eerste instantie niet begrijpen, maar als ze wat verder kijkt die gedachtegang vast wel doorgronden. Bovendien is het redelijk doordacht dat zo’n kind zijn kleding buiten ziet hangen en dat op hem zelf betrekt. In dat geval is het goed dat de moeder uitlegt dat de kleren net zijn gewassen en dat die buiten hangen. En moeder mag daar best met een grapje aan toevoegen dat het kind zelf toch buiten is en niet binnen? Het kind hoeft echter niet afgeserveerd te worden, want in feite zijn de gedachten helemaal niet zo vreemd. We zijn dergelijk ideeën als volwassenen echter al lang kwijt.
Taalgebruik peuters is hoe ze de wereld zien
Het taalgebruik van peuters beeldt uit hoe ze zelf de buitenwereld zien, maar ook wat ze ervan weten. En die kennis is niet zo groot als die van een volwassene. Bovendien bedenken kinderen daardoor soms hele leuke woorden die helemaal niet zo vreemd zijn. Een paar voorbeelden:
- Bloemkoolboom – bloeiende lijsterbes
- Vluggen – opschieten
- Frissen – zich wassen of opfrissen
- Spiegelpapier – zilverpapier
Kinderen leggen met taal verbanden
Kinderen leggen bovendien met taal verbanden. Als een kind op de avond voordat hij een gesprek met papa heeft nog een boterham krijgt met pindakaas kan hij dat met elkaar associëren. Als vader de volgende dag vraagt of hij brood met pindakaas wil eten, kan dat als antwoord opleveren: “Nee, niet bed”. Dit geeft wel aan dat kinderen allerlei verbanden leggen tussen woorden en hun belevingswereld. Het is goed dat ouders zich daar terdege bewust van zijn. Als de taal die volwassenen gebruiken aansluit bij de belevingswereld van het kind dan komt er een heel bijzonder proces van taal en denken op gang. Dat stimuleren is alleen maar goed, ook als een kind daardoor soms met hele bijzondere woorden op de proppen komt.
Taalsimulatieprogramma’s
Taalvaardigheden van kinderen worden bevorderd tussen die interactie tussen taal en denken. Daarom sluiten taalsimulatieprogramma’s ook vaak niet aan op alle kinderen en hun belevingswereld. Kinderen hebben meer aan begrijpende ouders die de zaken toelichten en uitleggen dan aan zomaar een programma dat perfectie nastreeft.
Taalontwikkeling, verhaalbegrip en woordenschat stimuleren
Ouders kunnen de taalontwikkeling, het verhaalbegrip en de woordenschat van hun kind stimuleren door hen interactief voor te lezen. Dit betekent dat het voorlezen wordt onderbroken met vragen of opmerkingen. Ouders moeten vragen stellen over de plaatjes of over het verhaal dat ze vertellen en kinderen moeten daar een antwoord op geven dat niet met ja of nee beantwoord kan worden. Bovendien leidt dat vaak tot leuke gesprekken waarin de woordenschat van een kind ook weer kan worden uitgebreid.
Interactief voorlezen aan kinderen
- Kies voor interactief voorlezen aan kinderen een goed en aansprekend boek dat wel aansluit op de belevingswereld van het kind
- Lees het boek eerst een keer of meerdere keren voor, zodat het kind weet waar het over gaat. Bij iedere keer ziet en hoort het kind weer dingen die zijn taalontwikkeling groter maken.
- Neem wel de tijd voor zo’n voorleessessie en wees niet gehaast. Een kind merkt dat en zal dit in het vervolg niet met een fijn gevoel associëren
- Zorg er voor dat er elke avond of middag rond hetzelfde tijd wordt voorgelezen. Zorg ook voor een vaste stek bijvoorbeeld als het kind in bed ligt of als ouder en kind op de bank zitten
- Betrek het kind op alle mogelijke manieren bij het voorlezen. Kijk het kind aan, las pauzes in en laat het kind reageren op het verhaal en op de vragen
- Maak een verhaal spannend door met stem en gebaren zaken nog duidelijker uit te beelden
- Lees niet te lang voor. De spanningboog van een kind is niet te lang.