Frans: zakelijk telefoneren
Wanneer wij als Nederlanders met iemand in Frankrijk een zakelijk telefoongesprek willen voeren, wordt het vaak gewaardeerd wanneer dit in het Frans gedaan wordt. Zo kan tevens een goede indruk worden gemaakt. Daarom zijn hier enkele handige zinnen onder elkaar gezet om een afspraak te kunnen maken en verzetten, een order te plaatsen en nog enkele andere functionele zaken. Zo zal het franse telefoongesprek soepel kunnen verlopen.
Let er gedurende het telefoongesprek op dat u rustig spreekt en goed articuleert. Hierdoor is het voor de ander misschien gemakkelijker op te merken dat u niet uit Frankrijk afkomstig bent, maar zo zal minder miscommunicatie plaatsvinden.
Opening frans telefoongesprek
Goedendag mevrouw/meneer, u spreekt met [uw naam]
Bonjour Madame/Monsieur, ici [uw naam]
Ik had begrepen dat u had opgebeld. Hoe kan ik u helpen?
J’avais compris que vous aviez appelé. Que puis-je fair pour vous?
Met wie spreek ik?
C’est de la part de qui?
Doorverbinden met een collega
Met wie wilt u spreken?
A qui voulez-vous parler?
Een moment svp, ik zal kijken of hij er is.
Un instant, s’il vous plait, je vais voir s’il est la.
Is er misschien iemand anders die mij kan helpen?
Y a-t-il peut-être quelqu’un d’autre qui pourrait m’aider?
Blijft u aan de lijn? Ik verbind u door met [naam collega]
Ne quittez pas, madame. Je vous passe [naam collega]
Een afspraak maken/verzetten
Ik wil graag een afspraak met [naam betreffende persoon]
Je voudrais un rendez vous avec [naam betreffende persoon]
Wanneer wilt u die afspraak?
Vous voudrais le rendez-vous a quel date?
Zo spoedig mogelijk.
Aussitôt que possible.
Ik ben nog vrij om half 10 en 17 uur.
J’ai encore de la place à 9h30 et à 17 h.
Schikt een andere datum?
Est-ce qu’on peut fixer une autre date?
Ik zal u een bevestiging van de afspraak met een routebeschrijving toesturen.
Je vous enverrai la confirmation de rendez-vous ainsi qu’un plan de route per mail.
Genoteerd staat: mevrouw X, woensdag 20 maart om 24 uur.
Alors je note: madame X, le mercredi 20 mars à 14 h.
Ik wil mijn afspraak met [naam betreffende persoon] graag verzetten / annuleren.
Je voudrais déplacer / annuler mon rendez-vous avec [naam betreffende persoon]
Bestelling plaatsen
Ik wil graag een bestelling plaatsen.
Je voudrais passer une commande.
Wat wilt u bestellen mevrouw?
Qu’est-ce que vous voulez commander madame?
De bestelling is bevestigd.
La commande a été confirmée.
U kunt de bestelling over … dagen verwachten.
Vous pouvez attendre la livraison sur … jours.
Boodschap aannemen
Wilt u een boodschap aannemen?
Est-ce que vous pourriez prendre un message?
Ik pak pen en papier.
Je prends un stylo et du papier.
Mijn telefoonnummer is …
Mon numéro de téléphone est …
Ik herhaal…
Je le répète ...
Kunt u dat woord / die naam spellen?
Vous pourriez m’épeler ce mot / ce nom?
Het staat genoteerd.
C’est noté.
Telefoongesprek afsluiten
Ik wens u nog een prettige dag toe.
Je vous souhaite encore une très bonne journée.
Tot ziens.
Au revoir. A bien tôt.