Analyse van redactionele teksten: 5 tests
Na het schrijven van een tekst is het heel belangrijk om deze tekst kritisch te bekijken. Verwoord je met deze tekst heel duidelijk wat je bij jouw publiek wil overbrengen? Zou jij de tekst heel snel begrijpen als je hem voor de eerste keer leest? Dit zijn vragen die een goede copywriter zich steeds opnieuw moet stellen. De belangrijkheid van een goede, duidelijk geschreven tekst mag je zeker en vast niet onderschatten. Er worden 5 tests gehanteerd om een tekst kritisch te analyseren: de egotest, de nouentest, de kijktest, de wenkbrauwtekst en de spreektest.
Het belang van goede redactionele teksten
Het belang van goede redactionele teksten mag niet onderschat worden. De lezer van je tekst heeft immers recht op een vlotlezend geheel waarmee snel duidelijk is wat er wordt bedoeld. Geen enkele lezer zal aandachtig blijven en je tekst volledig lezen als je tekst saai en onduidelijk is bovendien ook nog eens onoverzichtelijk oogt. Er bestaan verschillende manieren om een tekst kritisch te analyseren. De onderstaande tests zijn vijf van de populairsten en kunnen zeer nuttig zijn voor copywriters.
De egotest
Bij een egotest zal de copywriter nagaan hoeveel keer hij in zijn tekst spreekt over “ik”, “wij”, “we” en “onze”. De copywriter zal ook nagaan hoeveel keer hij in zijn tekst “u”, “je”, “jij” zal gaan gebruiken. Het doel van deze telling is uiteindelijk meer “je” en “u” over te houden dan “ik” of “onze”. Indien de tekst te veel “ik” bevat, dan wordt deze nogal “egocentisch” ervaren en zal de lezer heel snel gaan afhaken. Hieraan kan je werken door je tekst meer naar de “u” vorm te brengen in plaats van de “ik”vorm. De tekst zal dan ook meer “voordelen” bieden aan de lezer omdat de tekst als het ware wordt verteld in voordelen voor de lezer.
De nouentest
Bij de nouentest dient de copywriter in de huid van de lezer te kruipen en effectief kritisch te gaan oordelen over deze tekst. Je dient als het ware de tekst volledig uit te kleden en je zelf in de plaats van de klant of lezer te stellen. Stel jezelf de volgende vragen: Haal je er als klant de schouders voor op? Heb je een
“Nou en?-gevoel” bij het lezen van de tekst? Uit deze test moet gaan blijken dat alle argumenten die niet tastbaar zijn, ook niet gaan overtuigen. Meer nog en erger: je lezer zal zich niet begrepen voelen. De oplossing hierbij is om echt naar het ultieme voordeel te gaan zoeken voor de lezer dat hem kan boeien. Eigenschappen van bijvoorbeeld een product of dienst moet je heel eenvoudig vervangen in concrete voordelen voor de klant of lezer. Reken er maar op dat je lezer vanaf nu heel geïnteresseerd zal zijn.
De kijktest
Bij de kijktest is het de bedoeling om je tekst gedurende 5 seconden te bekijken. Hierna richt je je ogen op iets anders en tracht je heel bondig je tekst samen te vatten. Indien je niet in staat bent om de essentie van je tekst te formuleren of je boodschap te formuleren die je in gedachten had, dan kan je ervan uitgaan dat je lezer dit ook niet kan. Een remedie hiervoor kan zijn dat je alinea’s met koppen maakt. Je tekst splitsen in korte alinea’s met tussenkoppen kan duidelijkheid en structuur brengen voor je lezer. Woorden in “vet” of “cursief gedrukt” springen ook in het oog en leggen de nadruk op essentiële dingen. Overdrijven in deze zaken mag je alvast niet doen.
De spreektest
Bij de spreektest zal je je eigen tekst hardop gaan lezen. Bij het luidop lezen zal je onmiddellijk de woorden of zinnen herkennen die onnatuurlijk klinken. Let ook goed op de zinnen waar je naar adem moet happen of waar je hapert bij het voorlezen. Een oplossing voor deze moeilijke zinnen kan zijn om lange zinnen in stukken van maximaal 15 woorden te knippen. Wijziging van de woordvolgorde kan ook een oplossing bieden.
De wenkbrauwtest
Bij een wenkbrauwtest moet je aan een leek in de materie vragen om je tekst na te lezen. Observeer deze persoon heel goed. Je kan aan deze persoon ook vragen om alles wat niet duidelijk is te onderlijnen. Bij het observeren moet je kijken naar de mimiek en lichaamstaal van je lezer. Indien je merkt dat je lezer de wenkbrauwen fronst, dan weet je dat je die passage zal moeten herschrijven. Maak je tekst vooral eenvoudig en begrijpbaar. Zorg voor woorden en zinsconstructies die geen interpretatie toelaten. Algemeen wordt aangenomen om in een business – to – business context de taal van een achttienjarige te gebruiken en in een business-to-consumer context de taal van een twaalfjarige.