Subcutaan injecteren (protocol)
Een subcutane injectie houdt in dat er een vloeistof in het onderhuids bindweefsel gespoten wordt. Het lichaam zal de vloeistof opnemen.
Subcutaan injecteren is een voorbehouden handeling wat betekent dat je deze alleen mag uitvoeren als je hier bevoegd en bekwaam voor bent. Deze injecties mogen alleen in opdracht van een arts gegeven worden. Insuline is hier een uitzondering op.
Plaatsbepaling
De juiste plaats voor het toedienen van een subcutane injectie is afhankelijk van het doel waarvoor men de injectie geeft. De volgende plaatsen zijn mogelijk:
- Buitenkant van de bovenarmen
- Buitenzijde (voor) van het dijbeen
- Het losse weefsel van de buikwand, 5 cm rond de navel
Algemene punten waar rekening mee gehouden dient te worden
- Voor subcutane injecties worden normaal gesproken spuiten van 2ml gebruikt. Bij hoeveelheden van meer dan 1,5 ml is een subcutane injectie te pijnlijk en hierdoor kan het weefsel teveel beschadigd worden
- Als een cliënt meer dan één subcutane injectie krijgt moet er van plaats worden gewisseld
- Vermijd gebieden waar zich grote bloedvaten en zenuwbanen bevinden of waar botweefsel vlak onder de huid ligt
- Als een cliënt regelmatig een subcutane injectie krijgt dan moet de injectie plaats steeds veranderd worden, hiervoor kan een schema opgemaakt worden
Complicaties
- Blauwe plekken
- Necrose van de huid
- Allergische reactie
- Infectieverschijnselen
- Flauwvallen, duizeligheid
Protocol
Benodigdheden
- Injectieblaadje
- Desinfectans
- Deppers
- 2 spuiten
- 2 optreknaalden (steriel)
- 2 subcutane naalden (steriel)
- Injectievloeistof (let op de vervaldatum)
- Vijltje (eventueel voor het openen van de ampul
- Bekken
- Naaldcontainer
- Recept
Voorbereiding optrekken uit ampul
- Was je handen
- Verwijder de vloeistof uit de kop/hals van de ampul
- Breek de hals en de kop van de ampul ondersteund door de depper en maak hierbij gebruik van het breekpunt op de ampul. Mocht dit niet lukken gebruik dan de vijl
- Neem de spuit uit de verpakking
- Plaats de optreknaald op de spuit
- Trek de vloeistof uit de ampul op
- Ontlucht de spuit met het beschermhoesje op de naald
- Verwijder de optreknaald en doe deze in de naaldencontainer
Voorbereiding optrekken uit flacon
- Was je handen
- Verwijder zo nodig het metalen klipje van de flacon
- Desinfecteer het rubberen dopje
- Neem de spuit uit de verpakking
- Zet de optreknaald op de spuit
- Trek de voorgeschreven vloeistof op
- Ontlucht de spuit in de flacon
- Verwijder de optreknaald en doe deze in de naaldencontainer
Uitvoering subcutaan injecteren
- Open de verpakking van de subcutane naald aan de zijde van de conus en plaats de naald op de spuit
- Doe de laatste controle: Juiste medicatie, correcte dosering, juiste tijdstip en juiste cliënt
- Neem de injectie mee naar de cliënt en laat het eventueel controleren door een collega
- Licht de cliënt in
- Sluit eventueel bedgordijnen
- Zorg voor een juiste werkhoogte
- Bepaal de plaats van de injectie
- Laat de cliënt de juiste houding aannemen
- Verwijder de beschermhuls van de naald
- Neem een flinke huidplooi op
- Steek de naald in een vloeiende beweging in de huidplooi onder een hoek van 45 of 90 graden richting het hart, afhankelijk van de dikte van het onderhuids bindweefsel. Korte naaldjes van 12mm rechtop.
- Laat de huidplooi los
- Controleer of de naaldpunt in het onderhuids bindweefsel ligt door de punt iets heen en weer te bewegen
- Fixeer de naald met duim en wijsvinger en trek de zuiger met je andere hand iets omhoog, zodat je zeker weet dat er geen bloedvat is aangeprikt
- Spuit de vloeistof langzaam in het onderhuids bindweefsel
- Pak de depper en houdt deze bij de insteekplaats, trek na het injecteren de naald voorzichtig maar snel terug onder dezelfde hoek waarmee hij is ingebracht
- Masseer de injectieplaats enkele seconden met de depper met een draaiende beweging richting het hart
- Plaats de cliënt weer in de juiste houding
Nazorg
- Ruim de gebruikte materialen op de juiste wijze op
- Handen wassen
- Teken de handeling af op het recept
- Gebruikte naalden mogen niet terug gestoken worden in de beschermhuls, door middel van de inkeping in het deksel van de naaldcontainer ontkoppelt u de naald van de spuit. De naalden vallen vanzelf in de container