Zelfvertrouwen en weerbaarheid van kinderen verhogen
Het is belangrijk om al je mogelijkheden te leren gebruiken. Je zult er versteld van staan hoeveel er dat zijn. Dit geldt ook voor kinderen en het kind is vol zelfvertrouwen als het durft vertrouwen op zijn eigen kunnen, zijn eigen mogelijkheden. Zelfvertrouwen is dé basis voor sociale weerbaarheid: het kind staat stevig in zijn schoenen en ontwikkelt zich daardoor beter.
Hoe help je een kind om (meer) zelfvertrouwen te krijgen?
Geloof in je kind, geloof dat je kind zaken zelf kan oplossen. Neem je kind serieus, leer het zijn zaakjes zelf op te lossen en ga dit vooral niet voor het kind doen. Heb daarbij wel geduld, geef je kind de kans zijn eigen mogelijkheden te ontdekken: dat maakt hem sterk! Als ouder span je je in om je kind sociaal weerbaar te maken. Je praat een ruzie uit met de kinderen, je leert je kind zich te verplaatsen in een ander, je leert het samenwerken en werkt aan het zelfvertrouwen, je benoemt wat het kind allemaal al kan.
Leer je kinderen om zaken bespreekbaar te maken en laat hen zelf oplossingen bedenken in conflicten. Leer je kinderen om dingen te accepteren en te relativeren, waardoor zij zichzelf en de ander beter zullen begrijpen. Natuurlijk kun je niet 24 uur per etmaal bezig zijn met de sociale weerbaarheid van je kind. Signaleer je echter dat er iets aan de hand is dan is het wel nodig dit te bespreken en te behandelen op de juiste manier.
Rol van de ouders
Ouders hebben een bepaald ideaalbeeld van hun kind. Kinderen voelen doorgaans haarfijn aan wat dat beeld is, wat er van hen wordt verwacht. Het is voor een kind soms erg zwaar te moeten voldoen aan het beeld dat ouders verwachten. Vraag je als ouder eens af, of je kind niet mag zijn zoals het is en accepteer het als zodanig. Geef je kind een gevoel van eigenwaarde door je kind te laten voelen dat het erbij hoort, dat het uniek is, dat je kind controle heeft over zijn eigen leven, dat je kind openlijk zijn gevoelens mag uiten en mag zeggen wat het denkt.
Trainingen
Als na al deze inspanningen blijkt dat het kind toch meer nodig heeft om sociaal vaardig te worden, dan is er de mogelijkheid om sociale vaardigheidstrainingen te volgen (sova training). Deze trainingen werken aan sociaal cognitieve tekorten. Dit zijn: niet of nauwelijks kunnen inschatten van de gevoelens van anderen, niet of nauwelijks kunnen uiten van gevoelens, stemgebruik en mimiek bij anderen niet op juistheid kunnen beoordelen, niet begrijpen van humor, niet weten wat er in bepaalde situaties wel kan/ niet kan, bedoelingen van anderen niet kunnen inzien of inschatten enz. Er wordt onderscheid gemaakt in: sociaal angstige kinderen en jeugdigen met sociaal cognitieve tekorten, sociaal agressieve kinderen en jeugdigen met sociaal cognitieve tekorten, kinderen en jeugdigen met een autisme spectrum stoornis. Het is van belang dat het kind zich openstelt voor het groepsgebeuren, levert dit problemen op dan kan er een individuele behandeling starten. Een tweede voorwaarde is een goede motivatie van kind en ouders. Er moet een samenwerking tot stand komen van de begeleiding (trainers) en ouders. Trainers en ouders dienen elkaar te informeren over het verloop van de training, de sociale ontwikkeling thuis en op school. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door een communicatieschriftje.
Opvoeden is moeilijk, goed opvoeden gaat niet zonder slag of stoot. Maar focus je niet alleen op problemen en de dingen die niet goed gaan, maar koester hetgeen allemaal (en dat is heel veel) al wel goed gaat. Laat ook een gezonde dosis humor zijn steentje bijdragen.