Tips voor het leren van de spieren van het menselijk lichaam
Bij veel opleidingen wordt er van je gevraagd dat je de anatomie van de mens kent. En dan ook nog in een (voor de meesten) een onbekende taal, namelijk Latijn! Wat is erector spinae en wat zijn de obliquus externes abdominis? Het kan voor sommigen schrikken zijn om zo'n lijst onbekende woorden te zien. Toch is het een belangrijk onderdeel van veel studies in de gezondheidszorg.
Wat moet je leren bij het vak anatomie?
Anatomie houdt in dat je de organen en de orgaanstelsels van het menselijk lichaam bestudeert. De organen en de orgaanstelsels zijn te verdelen in twee groepen: de interne delen en de externe delen. Onder externe delen vallen bijvoorbeeld de knie (genus), de heup (coxae) en buik (abdominis). Bij interne delen kun je denken aan het hart (cor) en de longen (pulmo). Ook de spieren, pezen en en ligamenten behoren bij het vak anatomie. Van de spieren moet je in de meeste gevallen ook de origo en inserties leren. Dit houdt in dat je leert waar de spieren vastzitten. Origo is het aanhechtingspunt het dichtste bij het centrum van het lichaam ten opzichte van de spier. De insertie is het aanhechtingspunt het verste van het centrum van het lichaam af. Deze plekken hebben ook weer Latijnse namen.
Hoe leer je anatomie?
Allereerst is het belangrijk dat je niet alle stof in één keer gaat leren. Verdeel de stof bijvoorbeeld in per gewricht. Je leert de ene week de spieren die over de enkel lopen en volgende week leer je de spieren van de knie. Of je leert de ene week het hart en de andere week de longen. Het is dus belangrijk dat je vroegtijdig begint met leren, zodat je de tijd hebt om de stof te verdelen over meerdere weken. Is de stof dan nog niet bekend? Vraag dan aan je docent of hij alvast een concept heeft, zodat jij alvast kan beginnen.
Tips
Tekenen!
Tekenen kan er voor zorgen dat je een duidelijker beeld hebt gekregen over hoe bijvoorbeeld die ene spier in elkaar steekt. Ook kan het erg handzaam zijn om meerdere spieren uit te tekenen zodat je weet welke voor of onder de ander loopt. Werk met verschillende kleurtjes om het overzicht nog duidelijker te maken. Verder zorgt tekenen er ook voor dat je het beter kunt onthouden!
Memory!
Dit is vooral van toepassing voor de studenten die orgio's en inserties moeten leren, of de functies van spieren. Op het ene kaartje staat de afbeelding van een spier die je moet leren en op het andere kaartje staat de functie of de origo of insertie. Hoe vaker je het speelt, hoe beter je de leerstof zult kennen. Ook leuk om te doen met een medestudent!
WRTS!
Wrts is een site waarbij je woordjes kunt leren. Bijvoorbeeld Engels-Nederlands zoals je dit moet doen op de middelbare school. Dit kun je natuurlijk ook gebruiken voor spieren met een functie. In het ene vakje zet je een spier in het andere vakje zet je de functie bijvoorbeeld anteflexie. En toetsen maar!
Quiz op internet
Op internet staan verschillende quizzen waarbij je jouw kennis over de anatomie van de mens kunt testen. Een leuke manier om te leren!
Afleiden
Vaak kun je van het woord van de spier al afleiden waar de spier aanhecht. Een voorbeeld hiervan is de subscapularis. Sub betekent onder en scapula betekent schouderblad. De subscapularis hecht dus onder het schouderblad aan.
Ouderwets leren?
De laatste tip is 'ouderwets' leren. Schrijf alles wat je die week gaat leren uit op papier. Leg daarna steeds je hand op een stukje tekst en overhoor jezelf daardoor. Zodra je een onderdeel kent, streep je het weg, tot er niets meer overblijft. Oude methode, maar werkt nog steeds!
Heel veel succes met leren!