De ademhaling, de controle hiervan en de patronen

Ademhaling
Door middel van ademhaling wordt zuurstof uit de buitenlucht opgenomen, dat vervolgens in het bloed terechtkomt, en wordt koolzuur uit het lichaam uitgestoten. Ademhaling vindt plaats in de longen en luchtwegen (neus- en keelholte, strottenhoofd en luchtpijp). De ademhaling wordt geregeld door het ademcentrum in de hersenen. De belangrijkste ademhalingsspieren zijn het diafragma (dit is het middenrif) en tussenribspieren. Soms zijn deze spieren verzwakt en kunnen ze niet meer voor voldoende ventilatie zuurstof zorgen.Controle ademhaling
Bij de ademhaling dient te worden gelet op:- Snelheid;
- Regelmaat;
- Diepte;
- Reuk;
- Geluid.
Let, ter herkenning van symptomen van dyspnoe (bemoeilijkte ademhaling), ook op het gelaat van de cliënt:
- Benauwde gelaatsuitdrukking;
- Cyanose (het blauw kleuren van de huid);
- Bewegen van de neusvleugels;
- Heftige op en neergaan van de borstkas;
- Bewegen van de spieren in de hals.
Snelheid van de ademhaling
De snelheid van de ademhaling wordt bepaald door het aantal ademhalingen per minuut. De snelheid van de ademhaling varieert met de leeftijd. Het aantal ademhalingen per minuut is bij:
- Volwassen: 15-17
- Tieners: 12-20
- Kinderen 2-12 jaar: 20-30
- Zuigelingen: 30-50
- Per minuut wordt 2-3 keer diep ingeademd.
Regelmaat van de ademhaling
De regelmaat van de ademhaling wordt bepaald door de duur van de pauzes tussen in- en uitademingen.
Diepte van de ademhaling
De diepte van de ademhaling wordt bepaald door de hoeveelheid in- en uitgeademde lucht per keer.
Geluid van de ademhaling
Aan het geluid van de ademhaling kunnen afwijkingen aan de normale onbelemmerende ademhaling worden beluisterd. Bijvoorbeeld:
- Een piepende ademhaling bij benauwdheid.
- Een rochelende ademhaling bij vocht of slijm in de luchtwegen.
Tellen van de ademhaling
De ademhalingsfrequentie wordt geteld door te kijken naar het op en neer gaan van de borst van de cliënt. Bij de cliënt kan een borst- of een buikademhaling op de voorgrond staan. Over het algemeen komt een gecombineerde ademhaling voor. Tel elke in- en uitademhaling voor één ademhaling. Begin bij de inademing te tellen. De opgaande beweging is de inademing. Om de beweging duidelijker te zien kan een arm van de cliënt over de borst worden gelegd.De ademhaling kan worden geteld met een zandloper (polsteller) of horloge met secondewijzer. Het aantal slager per minuut wordt vastgesteld. Tel de ademhaling bij volwassenen en kinderen gedurende 30 seconden en vermenigvuldig de uitkomst met twee. Tel gedurende 1 minuut als de ademhaling afwijkend lijkt.
Ademhalingspatronen
Onderstaande tabel geeft verschillende (afwijkende) ademhalingspatronen weer.Benaming | Patroon | Mogelijke oorzaken |
---|---|---|
Eupnoe: Normale ademhaling | ![]() | [/TD] |
![]() |
| |
Hyperpnoe: diepe en licht versnelde ademhaling | ![]() |
|
Tachypnoe: versnelde ademhaling | ![]() |
|
Cheyne-Stokes: snelle en diepe ademhalingen, vervlakkend totdat een pauze (20-60 seconden) intreedt | ![]() |
|
Kussmaul: snelle (>20/min), zeer diepe (op zuchten lijkende), moeizame ademhaling, zonder pauze | ![]() |
|