KCV: Homerus' Odyssee, een verslag

Homerus
Homerus, eigenlijk Homeros (Ὅμηρος), was een Griekse dichter en zanger die waarschijnlijk leefde van circa 800 v. Chr. – 750 v. Chr. Hij wordt gezien als dé Griekse dichter, omdat de twee oudst bekend en bewaard gebleven epische gedichten, de Ilias en de Odyssee, aan hem worden toegeschreven.Over de omstandigheden waarin hij geleefd zou hebben is erg weinig bekend. Geleerden zijn het niet eens over zijn geboortejaar, geboorteplaats (was het nou Smyrna of het eiland Chios?) en of hij blind geweest zou zijn (zijn bijnaam was de blinde bard, maar dat kan ook komen doordat hij gewoon zijn ogen dicht deed als hij een verhaal vertelde), sommigen beweren zelfs dat hij niet eens bestond, maar dat ‘Homerus’ een verzamelnaam was voor verschillende dichters.
De Ilias en de Odyssee zijn voorbeelden van epische gedichten, geschreven in dactylische hexameter.
Naast de Ilias en de Odyssee zijn nog enkele andere werken aan Homerus toegeschreven, maar vaak is daar maar een klein deel van overgebleven of is het niet zeker door wie ze geschreven zijn.
De inhoud van de Odyssee
De Odyssee is onder te verdelen in drie stukken:‘Mijn’ stuk begint dus bij Kalypso. Odysseus drijft aan op haar eiland aan nadat hij zijn schip en mannen is kwijtgeraakt in een storm op zee. Odysseus wordt op het eiland heel goed verzorgd, en Kalypso blijkt wel geïnteresseerd in hem te zijn. Ze zegt dat hij Penelope moet vergeten en dat ze hem onsterfelijk zal maken. Odysseus vindt het allemaal wel interessant, maar kan toch zijn vrouw en kind niet vergeten. Nadat hij zeven jaar bij Kalypso heeft gewoond vinden de goden het wel weer genoeg geweest en sturen ze een boodschapper, Hermes, die Kalypso vertelt dat ze hem moet laten gaan. Kalypso is hier helemaal niet blij mee en verwijt de goden dat ze jaloers zijn dat ze verliefd is op een sterveling. Uiteindelijk legt ze zich er bij neer en vertelt Odysseus dat hij een schip moet gaan bouwen en terug moet varen. Odysseus vaart dus weer weg en op het moment dat hij het eiland van de Faiaken in zicht heeft veroorzaakt Poseidon (die boos is dat Odysseus zijn zoontje de cycloop pijn heeft gedaan) een storm waardoor de arme stakker Odysseus weer schipbreuk leidt.
We zijn inmiddels bij boek 6 aanbeland. Odysseus is op dit punt levensmoe en denkt dat hij dood gaat, maar net op tijd vist een nimf hem op. Het duurt ondanks alle hulp nog twee dagen voordat Odysseus op het eiland aankomt. Hij is dan helemaal kapot en gaat naakt liggen rusten in de bosjes. Ondertussen is Athene is een droom van Nausikaä verschenen, om haar te vertellen dat ze snel zal trouwen en dat ze nu naar het strand moet, want daar zal haar geliefde zijn. Ze vindt de uitgeputte Odysseus. Als hij een beetje opgefrist (en aangekleed) is gaat hij naar het paleis van koning Alkinoös. Hij wordt daar heel goed behandeld en Alkinoös beloofd hem een schip.
Tijdens een feestmaal (inmiddels alweer boek 9) vertelt Odysseus wie hij is en wat hij voor Troje heeft gedaan. Het grootste deel van boek 9 gaat over de cycloop Polyphemos. Odysseus kwam bij zijn eiland aan nadat hij voor de eerste keer schipbreuk had geleden. Die cycloop Polyphemos is geen lieverdje en eet iedere dag vier mannen op. Odysseus wil hier natuurlijk aan ontkomen en voert Polyphemos dronken. Hij steek dan een speer in zijn ene oog en weet, samen met de mannen die nog niet opgegeten zijn, te ontsnappen.
Homerus’ schrijfstijl
Wat me vooral heel erg opvalt aan de schrijfstijl van Homerus is dat hij personen en situaties heel erg beeldend omschrijft, met heel veel bijvoeglijk naamwoorden en vergelijkingen.De omgeving bijvoorbeeld omschrijft hij heel vaak in een soort van romantische stijl.
Enkele voorbeelden:
- ‘Nauwelijks had de Dageraad de vroege ochtendhemel rood gestreept … .’ (blz. 59)
- ‘… de wonderschone rivier met zijn altijd volle wasbakken … .’ (blz. 68)
- ‘Zodra het eerste rood de morgenhemel kleurde… .’ (blz. 82)
Wat hij ook vaak doet is personen met veel (vaak ongebruikelijke) bijvoeglijk naamwoorden en bijstellingen omschrijven:
- ‘Toen gaf Zeus, de god van de donkere wolken, … .’ (blz. 54)
- ‘De blankarmige Nausikaä … .’ (blz. 68)
- ‘Ares, de god van de gouden teugels … .’ (blz. 88)
Wat me ook opviel was dat er bijna nooit gewoon ‘Odysseus’ stond, maar altijd ‘Odysseus’ met iets erbij. Een kleine selectie:
- ‘De zwaarbeproefde Odysseus’
- ‘De dappere Odysseus’ (deze werd vaak gebruikt)
- ‘De schrandere Odysseus’
- ‘De onversaagde Odysseus’ (deze ook vaak)
- ‘De ongelukkige Odysseus’
- ‘De vindingrijke Odysseus’
- ‘De edele Odysseus’
Ook erg opvallend waren alle, soms erg fantasierijke, vergelijkingen die Homerus geeft:
- ‘Hij kwam te voorschijn als een leeuw in de bergen, die, vertrouwend op zijn kracht, gaat door regen en wind – zijn ogen fonkelen en hij springt in de kudde van runderen en schapen.’
- (blz. 69)
- ‘ … en langs zijn hoofd deed zij neervallen golvende lokken, als een bloeiende tros hyacinten.’ (blz. 71)
Kortom, het is allemaal heel beeldend. Wat ik grappig vond om te merken was dat Homerus echt vaak vergelijkingen maakt met dieren, en dan vooral wilde, agressieve dieren. Misschien dat Homerus het mooi vond klinken, maar een deel zal ook zo geschreven zijn om het metrum te vullen.
Eigen mening over de Odyssee
Ik ben zelf niet zo’n enorme liefhebber van klassieke boeken, dus het lezen van dit stuk van de Odyssee (al was het maar 54 pagina’s…) was soms even doorbijten. Er lopen vrij veel verhaallijnen door elkaar en er zijn zoveel verschillende personages en goden dat ik soms het overzicht kwijt raakte. Dat het niet in chronologische volgorde geschreven is maakte het er ook niet makkelijker op. Gelukkig zat er voorin mijn boek een inleiding met wat er in de Ilias gebeurd was en een lijst met namen, goden en plaatsen met uitleg waar ik op kon terugvallen.De vertaler heeft denk ik geprobeerd het te vertalen in relatief modern Nederlands, maar het was alsnog geen huis-tuin-en-kuiken-Nederlands… Al zit ik op het gymnasium, ik ben daar niet aan gewend.
De schrijfstijl van Homerus met al die bijstellingen en vergelijkingen is ergens wel leuk en grappig, maar soms vond ik het storend worden. Er was al niet heel makkelijk doorheen te lezen, maar door al die lange zinnen werd het alleen maar erger. Er waren bijvoorbeeld stukken waar echt in elke zin ‘de …. Odysseus’ werd gezegd, terwijl gewoon ‘hij’ dan ook volstond. Dat las vrij irritant. Er schijnen ook vertalingen te zijn (bijvoorbeeld van Imme Dros) waar het poëtisch ritme behouden is, dat lijkt me fijner lezen.
Het verhaal zelf vind ik wel echt geniaal. Ik vind het eigenlijk lijken op een sprookjesboek, maar dan wat minder onschuldig en wat meer bizar. Lekker veel bloed, moord en geweld en éénogige monsters, nimfen en dergelijke. Gelukkig zat er nog wel een liefdesverhaal tussendoor, met een happy end!
Misschien zit er achter het hele verhaal wel een moraal. De zoektocht van Odysseus naar zijn thuis kan één grote metafoor zijn voor de zoektocht van iemand naar zichzelf. Alle monsters en slechteriken die Odysseus moet overwinnen kunnen staan voor moeilijke dingen in het leven waar iemand zich overheen moet zetten om bij zijn uiteindelijke doel (voor Odysseus dus Ithaka, Penelope en Telemachos) te komen. Wellicht is dit te ver doorgedacht en wilde Homerus alleen maar zijn lezers en luisteraars vermaken, dat is hem dan in ieder geval gelukt.