Boekverslag 'Xerxes of de hoogmoed' - Louis Couperus
Een beknopt boekverslag van de historische roman 'Xerxes of de hoogmoed' van Louis Couperus uit 1919.
Basisinformatie
Motto
Uit de Annalen der Ironische Historie Vrij naar Herodotos
Couperus geeft hier aan dat hij zich qua historische feiten baseert op Herodotus.
Genre
Historische roman.
Stroming
Impressionisme, alles wordt heel detaillistisch beschreven met een groot aantal bijvoeglijke naamwoorden. Bovendien worden er veel synesthesieën en neologismen gebruikt, hetgeen kenmerkend is voor het impressionisme. Verder is het boek ook naturalistisch, omdat de personages duidelijk gevormd worden door hun race, moment et milieu.
Titelverklaring
Xerxes slaat op de figuur om wie het boek feitelijk draait. Het tweede deel van de titel is echter een stuk minder direct een veel meer symbolisch. In het boek staan de persoon van Xerxes, zijn daden en met name zijn beeld van de wereld om hem heen symbool voor ‘de hoogmoedige’.
Verhaal
Samenvatting
De persoon die centraal staat is, zoals al eerder naar voren kwam, de koning van Perzië, Xerxes. Xerxes is van mening dat ‘de wereld-almacht’ hem toe zou moeten komen en besluit de daad bij het woord te voegen door een oorlog met de Grieken te beginnen. Als hij zijn satrapen hierover inlicht, zijn ze, zoals het een Pers betaamt, allemaal laaiend enthousiast over de voorstellen van de koning, althans dat zeggen ze. De enige die zijn negatieve onderbuikgevoelens durft uit te spreken is zijn alom gerespecteerde oom Artabanos, die veel tegenspoed voor het Perzische leger in het vooruitzicht stelt. Xerxes slaat deze woorden van waarschuwing echter niet voor de eerste en zeker niet voor de laatste keer in de wind en zet zijn plannen door. Wetende wat er fout was gegaan in eerdere expedities tegen de Grieken, besloot hij de berg Athos te splijten om zo passage voor zijn leger te verzekeren, zelfs de goden konden hem niet tegenhouden, dacht hij, laat staan een nietige berg. Ook liet hij een grote brug van boten over de Hellespont bouwen. Na een aantal overwinningen op kleine bergvolkeren stuitten ze uiteindelijk op de Spartaanse koning Leonidas met zijn leger. Hoewel Xerxes uiteindelijk de overwinning weg weet te slepen, is er wel sprake van een Pyrrusoverwinning avant la lettre, aangezien de geleden verliezen enorm zijn, met name gezien de geringe grootte van het Spartaanse leger. Ondanks deze verliezen zetten ze toch door, tot ze bij het verlaten Athene aankomen. Het orakel van Delphi had de Atheners immers voorspeld dat ze zich konden beschermen tegen Xerxes’ leger met een houten wal. De meeste der Grieken waren het er over eens dat dit betekende dat ze hun heil moesten zoeken in hun houten schepen en varen naar het eilandje Salamis, niet te verwarren met de gelijknamige stad op Cyprus. Themistokles, een belangrijk strateeg van de Grieken, is van mening dat het ijzer gesmeden moet worden als het nog heet is, maar vindt daar geen medestanders in. Om alsnog direct een strijd te forceren met de Perzen, verzint Themistokles een list. Hij doet zich voor als verrader en stuurt een bericht naar de Perzen met als strekking dat de Grieken verzwakt zijn en dat dit het perfecte moment zou zijn om aan te vallen. Xerxes, verblind door verlangen naar glorie, laat zich dit geen twee keer zeggen en valt meteen aan. De Grieken zijn echter voorbereid en de Perzische vloot leidt een zware nederlaag. De moed zakt Xerxes in de schoenen en hij besluit zich terug te trekken. Zijn zwager Mardonios wil echter graag verder vechten en blijft met driehonderdduizend soldaten in Griekenland. Xerxes neemt de rest van zijn leger mee naar Perzie, maar velen van hen sterven onderweg. Mardonios neemt het nog steeds vrijwel verlaten Athene in, maar leidt zijn leger uiteindelijk door het achtervolgen van een Spartaans leger tot Plataiai, waar een gecombineerde strijdmacht van de Atheners en Spartanen hem opwacht. Ook hier wordt de Perzen een zware nederlaag toegebracht en besluit Artabanos, die het bevel van de inmiddels gesneuvelde Mardonios had overgenomen, terug te keren naar Perzië. Xerxes, ontnomen van zijn droom van de wereld-almacht, zal zijn dagen uitleven in waanzinnigheid en zal nooit meer de glorieuze koning zijn die hij eens was.
Het verhaal wordt besloten met opvoering van het toneelstuk ‘De Perzen’ van Aeschylos, die zonder spot de Perzische kant van de oorlog beschrijft. Hier laat Couperus blijken dat de rampspoed die de Perzen is overkomen niet zozeer door de hoogmoed van een volk is ontstaan, maar door de hoogmoed van één man en dat Xerxes eigenlijk de enige verantwoordelijke is.
Hoofdpersoon
Xerxes, of de hoogmoedige, is de hoofdpersoon van het boek. Hij is de koning van Perzie en is van mening dat de wereld-almacht hem toekomt. Zoals eerder al naar voren kwam is Xerxes erg hoogmoedig en vindt hij zichzelf superieur aan alles en iedereen. Van goden en natuurlijke obstakels trekt hij zich niets aan, de grote Xerxes doet waar hij zin in heeft en laat zich door niks tegenhouden. Als gevolg van zijn hoogmoedigheid slaat hij elk goedbedoeld advies in de wind en heeft tevens veel moeite tegenslagen te erkennen. Hij stuurt dus ook berichten naar het thuisfront waar hij mooi weer speelt en het doet voorkomen alsof zijn veldtocht een ongekend succes is. Als de illusie breekt na de zoveelste nederlaag en hij terugkeert naar Susa, is iedereen ook erg verrast over het mislukken van de tocht en het latere sterven van Mardonios. Men heeft door dat Xerxes hen al die tijd voorgelogen heeft en wordt sindsdien door zijn eigen volk geminacht. Xerxes, ontnomen van zijn droom van de wereld-almacht, slijt zijn resterende dagen in wanhoop en waanzinnigheid. Behalve de alom aanwezige hoogmoedigheid wordt over het karakter van Xerxes weinig verteld, wat de gedachte dat Xerxes slechts een symbool voor ‘de hoogmoedige’ is versterkt.
Verhaaltechnische informatie
Opbouw
Het boek is chronologisch opgebouwd en verdeeld in hoofdstukken. Het verhaal wordt uit de doeken gedaan door een auctoriële verteller, die vanaf meet af aan de slechte afloop van de gebeurtenissen al door laat schemeren.
Taalgebruik
Het taalgebruik is, zoals we gewend zijn van Couperus, zeer archaïsch en omslachtig. Ik moet echter wel zeggen dat het taalgebruik minder ‘Couperiaans’ is als in bijvoorbeeld De berg van licht, met andere woorden het taalgebruik is een stuk toegankelijker.
“Xerxes zelve was in de glorie van mannelijke jeugd en een innemende glimlach en een innemende blik (van toch-willen-begrijpen-doen, dat ‘de Wereldalmacht’ een doel van eerzucht was, zeer veroorloofd den Koning der Koningen, dat is: den Koning der Perzen), zonnigden uit zijn gelaat de zaal in, óver zijne grooten, die, staande, zich verdrongen tot héel ver weg tusschen de wijkende zuilen: velen, zoo ver, van de mindere grooten, hoorden Xerxes niet.”
Thema
“Heeft de schrijver een parallel willen strekken tusschen onzen Oorlog en het oorlogje van Xerxes met de Grieken? Neen, héélemaal niet! Hoewel het soms toch wel schijnt, dat de eeuwen, de menschen en de dingen bijna niet veranderd zijn en misschien dààrom… ”
Hoewel Couperus hier enigszins ontkent dat er een directe parallel loopt met de Eerste Wereldoorlog, is die parallel toch wel duidelijk aan te geven, voornamelijk de parallel tussen de Duitse koning Wilhelm en koning Xerxes. Wilhelm was net zo hoogmoedig als Xerxes en was, in ieder geval deels, verantwoordelijk voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog die uitliep op een deceptie voor de Duitsers, gelijk Xerxes verantwoordelijk was voor het uitbreken van de Grieks-Perzische oorlog die uitliep op een deceptie voor de Perzen. Beide heersers bleken bovendien in de door hun zelf geïnitieerde oorlogen zeer matige opperbevelhebbers en dat is nog zwak uitgedrukt.
Motieven
Zoals al eerder aan de orde kwam, speelt hoogmoedigheid een grote rol in het verhaal. Het gezegde ‘hoogmoed komt voor de val’ laat zich prima lenen als beschrijving voor de rol die deze hoogmoed speelt en voor de invloed die het heeft op de verhaallijn. Telkens weer zijn er voortekenen en gebeurtenissen die op een negatief einde duiden en Xerxes slaat ze allemaal in de wind, omdat hij nou eenmaal door mensen noch goden verslagen zou kunnen worden.
Een ander motief dat erg duidelijk naar voren komt is, zoals wel vaker bij de historische romans van Couperus, de tegenstelling tussen het oosten en het westen. Deze tegenstelling komt hier heel duidelijk en zeer direct naar voren in de vorm van de oorlog tussen de Perzen en de Grieken. De Perzen worden door Couperus gekarakteriseerd als typische oosterlingen: mystiek, sensueel maar ook zeer onderdanig. De Grieken zijn daarentegen typisch westers: rationeel en democratisch.