Kinderjaren (boekbespreking)
Mijn eerste reactie van het boek was, dat ik het over het algemeen gemakkelijk door te lezen vond, want de hoofdpersoon (een Joods jongetje van 5 jaar) is nog niet zo taalvaardig. Het boek voldeed aan me verwachtingen, omdat ik van tevoren aan de titel en de flaptekst al kon afleiden dat het boek ging over de belevingswereld van een Joods jongetje tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Algemene informatie
- de titel van het boek is kinderjaren
- de auteur van het boek is Jona Oberski
- jaar van het eerste uitgave is 1978 en is de zevenentwintigste druk
- de plaats van de uitgever is in 's Gravenhage
Boekbespreking
Titelverklaring
De titel is kinderjaren, omdat alle gebeurtenissen in het verhaal door de ogen van een Joods kindje worden beschreven. Dit is heel opmerkelijk, want hij begrijpt bepaalde gewoontes en regels nog niet die volwassenen wel begrijpen. Hij begreep bijvoorbeeld niet dat het heel normaal is dat je de afwas doet na het eten.
Thema, hoofdgedachte en onderwerp
Het thema van het boek is een Joodse jongen die samen met zijn ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp terecht komt. De hoofdgedachte van het boek is dat het perspectief bij Jona ligt en het leven van hem tijdens de Tweede Wereldoorlog verschrikkelijk moeilijk moest zijn geweest. Het onderwerp van de tekst is natuurlijk de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog
Verband tussen motto en thema
In het motto wordt gezegd dat de Joden in de concentratiekampen apart worden gezet van de normale wereld waar iedereen gewoon kan leven (het doorlevende gras). Jona komt ook in een concentratiekamp terecht en merkt dat het leven een stuk moeilijker is dan normaal. Hij is afgezonderd van de rest van de wereld in het concentratiekamp.
Motieven
De motieven die ik gevonden heb zijn onder andere: Jona Oberski (de hoofdpersoon) vindt het moeilijk om voor zichzelf op te komen en is heel trouw aan zijn moeder. Ook zijn geloofwaardigheid ligt heel hoog, want bijna alles wat zijn moeder zegt, gelooft hij.
Tijd waarin het verhaal zich afspeelt
Het verhaal speelt zich af in Nederland (Amsterdam en Westerbork) en in Duitsland (Bergen-Belsen). Ik heb hier weinig aanwijzingen voor gekregen, omdat Jona alleen maar van zijn ouders te horen kreeg, tijdens de lange reizen, dat ze naar Palestina gingen. Het was voor mij dus best moeilijk om te ontdekken waar ze nou werkelijk uitkwamen met bijvoorbeeld de eerste reis naar Westerbork. Het is belangrijk dat het verhaal zich in het begin afspeelt in Amsterdam (hier bevindt zich het woonhuis van Jona en zijn familie) en vervolgens, langzamerhand naar het concentratiekamp, omdat je dan goed kunt meeleven met Jona hoe hij zich op bepaalde plaatsen voelt.
Het verhaal duurt in totaal 5 jaar, namelijk van 1940 (een jaar na het begin van de oorlog) tot 1945 (het einde van de oorlog). Jona is in het begin 3 jaar oud en aan het eind dus 8 jaar.
Perspectief waarin het verhaal is geschreven
Het verhaal is geschreven in het ik-perspectief; alles wordt verteld door de ogen van een Joods kindje. Het gevolg hiervan is dat het soms niet duidelijk is of de bijpersonen wel begrijpen wat Jona bedoelt en hoe zij hierop reageren. Een ander gevolg is dat de ouders van Jona kinderlijke taal spreken tegen Jona. Dat kan heel vervelend zijn, want er wordt dan vaak een heel verhaal verteld om Jona duidelijk te maken hoe iets in elkaar zit. Ook wordt er veel voor hem verborgen gehouden. De ouders van Jona vertellen bijvoorbeeld dat ze met de trein naar Palestina gaan, maar in werkelijkheid gaan ze naar Bergen-Belsen.
Hoofdpersonen en bijfiguren
De hoofdpersoon van het boek is Jona, een Joods jongetje (aan het begin van het verhaal 3 jaar en aan het eind 8 ). Hij is erg makkelijk om te praten in het kamp, omdat hij bijna alles doet wat de andere Joodse kinderen zeggen dat hij moet doen. Hij moest bijvoorbeeld het knekelhuis openmaken en op zoek gaan naar zijn vader die daar lag. Ook moest hij een lange neus maken naar de soldaten in de wachttorens.
De belangrijkste bijfiguren zijn de moeder van Jona en Trude. Zijn moeder is zorgzaam voor Jona en een beetje koppig. Ze is koppig omdat ze aan het eind van de oorlog (toen ze erg ziek was) geen medicijnen wilde nemen en daardoor overleed. Trude is er altijd voor Jona geweest. Toen Jona’s moeder doodging, zorgde Trude ervoor dat Jona werd opgevangen door meneer Paul en tante Lisa.
Ik vind Trude het meest sympathiek, omdat ze Jona wil helpen, toen zijn ouders overleden. Trude was eigenlijk de enige die voor Jona opkwam tijdens de bevrijding.
Eindoordeel
Het boek is naar mijn mening geschikt voor iedereen die zich interesseert in het leven van een Joodse jongen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik vind dat de schrijver zich goed inbeeldt in het leven van Jona, omdat de gevoelens van hem heel duidelijk naar voren komen.