Onderzoek en theorieën in de godsdienstpsychologie
In een tijdsbestek van ongeveer 100 jaar zijn er duizenden studies gedaan in de godsdienstpsychologie. Ondanks dat al deze vele studies zijn geordend, bezitten we slechts een klein deel uit een verwarrende collectie van onderzoeksresultaten. Het verzamelen en ordenen van de theorie uit eerdere onderzoeken is en blijft van groot belang. Het formuleren van theorieën kan van grote betekenis zijn voor alle soorten wetenschap.
Formuleren van theorieën in de godsdienstpsychologie
De kennis van de godsdienstpsychologie moet natuurlijk van betekenis zijn en het ordenen van theorieën dragen daaraan bij. Theorieën zeggen ons welke factoren of variabelen wel of niet toepasselijk zijn wanneer zekere problemen en kwesties worden onderzocht. Theorieën moeten eerst worden geformuleerd in interactie met beschikbare gegevens en dan kan verder onderzoek gedaan worden.
Kurt Lewin
Psycholoog Kurt Lewin heeft eens de volgende uitspraak gedaan:
‘daar is niets zo praktisch als een goede theorie’. Theorieën zijn de middelen die we nodig hebben voor het organiseren van onze gedachten en ideeën. Op die manier kunnen de gegevens die we verzamelen duidelijk maken dat alle relevante variabelen bestudeerd moeten worden. Zonder theorie, kunnen we nooit volledig de informatie begrijpen.
Bron van informatie
Maar waar komen die theorieën vandaan? De voornaamste bron voor de godsdienstpsychologie is gewoonlijk de hoofdstroom van de psychologie. In eerste plaats de
persoonlijke en sociale psychologie. De godsdienstpsychologie wordt formeel beschouwd als een onderdeel van de sociale psychologie. Daarom is het van belang dat godsdienstpsychologen eerst kijken naar de sociale psychologie.
Richtinggevend voor onderzoek in de godsdienstpsychologie
De sociale psychologie is dus richtinggevend voor de godsdienstpsychologie. In dit verband noemen we drie voorbeelden.
- Ten eerste het verschaffen van een theorie is behulpzaam welke richting we op moeten denken.
- Ten tweede, veel kwesties in de studie van het persoonlijk geloof hebben betrekking op persoonlijkheid, psychische stoornissen, en aanpassing; de coping theorie is hierbij van grote betekenis.
- Ten derde, er is veel interesse in hetgeen hoe persoonlijk geloof ontwikkelt in de kinderjaren en verandert gedurende het leven. Om met deze zaken om te gaan hebben veel geleerden zich gericht tot de kinderpsychologie en maken gebruik van de bijdragen van de theorie Piagetian.
Complexiteit van godsdienstpsychologie
Genoemde voorbeelden suggereren, dat psychologie een complex vakgebied is met veel subdisciplines. Allemaal hebben ze echter de potentie om te zorgen voor theorieën voor de godsdienstpsychologie.
Subdisciplines
Gewoonlijk kijken we naar het belangrijkste gedeelte van psychologische kennis om ons door een theorie te laten leiden, er is echter geen reden waarom de godsdienstpsychologie zichzelf niet mag voorzien van nieuwe en constructieve richtingen. Inderdaad, sommige van die ontdekkingen passen niet goed met andere delen van de psychologie; dit betekent dat andere subgroepen in staat zijn om hun voordeel te halen uit de studies van de godsdienstpsychologie.
Godsdienstpsychologie van grote betekenis
Het is duidelijk dat we niet moeilijk doen over gebruikmaking van theorieën van subdisciplines. Theorieën uit bijvoorbeeld
sociologie, antropologie en biologie kunnen niet genegeerd worden. Inderdaad, de betekenis van godsdienst is van zo’n brede en grote betekenis dat we niet kunnen ontkennen dat er vruchtbare ideeën komen uit andere wetenschappen en niet-wetenschappelijke bronnen. Ook deze theorieën kunnen dienen als psychologische theorieën. Maar als we zeggen dat we ideeën overnemen van andere gebieden betekent dat niet dat die ideeën onveranderd moeten blijven.
Wijzigen van theorieën
Theorieën mogen gewijzigd worden omdat de godsdienstpsychologie verschillende interesses heeft, of omdat wijzigingen nodig zijn om aansluiting op bestaande gegevens te versterken. De theorieën die we hadden zijn open; zij zijn altijd vatbaar voor nieuwe informatie. Ons verstand gesloten houden is het onpraktische wat we kunnen doen. Onze benadering is daarom theoretisch en ervaringsgericht omdat elk aspect belangrijk is.