Willem Elsschot - Kaas
Kaas is een veelgeplaatst boek op de literatuurlijst van 5e/6e klassers van het HAVO/VWO. Het is een moeilijk boek om te doorgronden en vergt daarom wat achtergrondinformatie en uitleg. In dit artikel vindt u een vrijwel volledig boekverslag zoals dat op de middelbare school geschreven dient te worden. Het stuk garandeert geen volledigheid, de opdrachten voor een leesverslag variëren van school tot school.
Specificaties
- Naam boek: Kaas
- Auteur: Willem Elsschot (Alfons Josef de Ridder)
- Uitgever: Wolters-Noordhoff
- Jaar van uitgave: 2004
- Eerste druk: 1933
- Aantal pagina’s: 112
- Genre: Pseudo-autobiografische roman
- Stroming: Nieuwe Zakelijkheid
Samenvatting
Het verhaal beschrijft enkele maanden uit het leven van Frans Laarmans. Hij is klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company en dus vrij laag van aanzien. Zijn moeder is al heel lang ziek, en komt op een avond te overlijden. Op de begrafenis komt Laarmans ene Van Schoonbeke tegen, die bekend was bij zijn broer. Van Schoonbeke nodigt Laarmans uit eens koffie bij hem te komen drinken. Alhoewel hij niet weet wat hij ervan moet verwachten, neemt hij de uitnodiging toch aan. Daar aangekomen stelt Van Schoonbeke hem als een veel hogere persoon voor dan hij werkelijk is, en dat komt doordat er allemaal hoogstaande mensen op bezoek zijn. De bezoekjes volgen elkaar op, tot Schoonbeke Laarmans het aanbod doet om een handelaar in kaas te worden. Laarmans moet daar even over nadenken, maar besluit het toch te doen. Hij vraagt zijn broer een ziekteverklaring af te leggen (zijn broer is dokter), zodat hij geen ontslag hoeft te nemen bij de General Marine. Al snel krijgt Laarmans de eerste lading van 20 ton. Ondertussen is Laarmans veel te druk bezig met het inrichten van zijn kantoor, het kopen van een bureau en een schrijfmachine en natuurlijk het ontwerpen van briefpapier. Het verkopen vlot nog niet echt en dus besluit hij vertegenwoordigers in de arm te nemen. Hij plaats een advertentie en daar reageren allerlei mensen op. Hij wil in iedere regio een paar mensen hebben die voor hem werken, maar uiteindelijk blijkt dat de aangenomen mensen weinig kaasverkoop opleveren. Ondertussen houdt hij zijn imago wel hoog bij Van Schoonbeke.
Na een maand zou Hornstra, de baas van Laarmans, het geld komen innen van de verkochte kazen.Tot drie dagen daarvoor heeft Laarmans nog maar 11,5 kazen verkocht, en dat is lang niet genoeg. Als Hornstra uiteindelijk aan de deur komt, besluit Laarmans niet open te doen. Enkele dagen later werkt hij weer bij de General Marine, het geld voor de verkochte kazen heeft hij naar Hornstra opgestuurd, met een briefje waar de resterende kazen waren opgeslagen. Uiteindelijk was hij dus weer terug waar hij begonnen was.
Perspectief
Zoals de stroming al aangeeft wordt het verhaal erg zakelijk verteld, er zijn weinig details en er wordt geen woord te veel gezegd, als dat niet van belang is voor de inhoud. Elsschot gebruikt alleen wel een beetje de Antwerpse taal voor het schrijven. Hollanders splitten zoveel mogelijk woorden die een prefix hebben (ik dacht het om te kunnen zetten) terwijl een Belg zou zeggen (ik dacht het te kunnen omzetten). En zo zijn er enkele meer van dat soort details. Tot slot wordt er voor het verhaal begint een lijstje van spelers gegeven, wat meestal alleen aan het begin van een toneelstuk wordt gedaan.
Titel en motto
Kaas is eigenlijk gewoon waar het hele verhaal om draait: het bezorgt de hoofdpersoon, die eigenlijk een heel onbezorgd leventje leidt, een hoop ellende.
Geen ondertitel.
Het motto is een gedicht aan Jan Greshoff.
Structuur
Er is geen proloog of epiloog, maar er is wel een inleiding. De inleiding is erg langdradig en ook wel een beetje symbolisch. Het gaat over de stijl en Elsschot vergelijkt deze met muziek: een blauwe lucht die langzamerhand met wolken wordt bedekt, terwijl gongslagen weerklinken. Ik maak hieruit op dat de schrijver de stijl opvat als de kunst een boek zo te ‘componeren’ dat het de lezer doorlopend boeit: de lezer moet voortdurend in spanning uitzien naar wat komt en de schrijver moet hem telkens weer verrassen met onverwachte dingen.
Het boek is verdeeld in 24 vrij korte hoofdstukken, van per stuk maar enkele bladzijdes lang, soms niet eens een bladzijde.
Boven elk hoofdstuk staat het Romeinse getal van dat hoofdstuk.
Personages
Frans Laarmans, 50 jaar, vlak
- Klerk, koopman en daarna weer klerk.
- Getrouwd met Fine, twee kinderen (Ida en Jan)
Mijnheer van Schoonbeke, 63 jaar, vlak
- Beroep onbekend, maar waarschijnlijk iets hoogs.
- Vriend van de broer van Laarmans, ongehuwd.
Broer van Frans Laarmans, naamloos, +-53 jaar, vlak
- Dokter
- Gehuwd, maar onbekend met wie.
Tijd
Het verhaal speelt zich af in 1933 want dat staat letterlijk in het boek. Bovendien heeft nog niet iedereen de mogelijkheid een auto te bezitten en wordt er nog gewerkt met typmachines.
De tijd is zeker van belang, een dergelijk verhaal zou niet meer echt ‘mogelijk’ zijn in deze tijd, neem bijvoorbeeld het ziek melden bij je werk omdat je broer een doktersverklaring uitschrijft. Dat hoef je tegenwoordig niet meer te proberen.
Plaats
In Antwerpen, en kort even in Amsterdam. Beide momenten staan ook duidelijk in het boek vermeldt. Het is wel van belang omdat Laarmans vertegenwoordiger van België en het Groothertogdom Luxemburg wordt, dus het is wel van belang dat het in een grote plaats in België plaatsvindt, maar het had net zo goed in Brussel kunnen zijn.
Tijdsduur
Ongeveer anderhalve maand. Het begint met de dood van de moeder van Laarmans, en op de begrafenis ontmoet hij dus Van Schoonbeke. Vanaf dan wordt hij dus kaasvertegenwoordiger van België en Luxemburg. Op het moment dat hij de kazen ontvangt duurt het verhaal nog iets meer dan een maand, omdat Hornstra een maand later zijn geld zal komen innen.
Chronologie
Het verhaal is chronologisch verteld.
Auctoriaal of personaal
Er wordt personaal geschreven, men leest alles vanuit de ik-persoon (Laarmans) en je weet ook niet meer of minder dan de ik-persoon weet. Opvallend is dat het boek begint met ‘eindelijk schrijf ik je weer...’ alsof het hele boek een brief is geweest van Laarmans aan iemand anders over de laatste paar maanden van zijn leven.
Achterliggende gedachte
Het boek heeft een sterk moraal: je kunt maar beter tevreden blijven doen wat je aan het doen bent, want van ruilen komt alleen maar ellende, en uiteindelijk kom je toch weer terug bij af.
Plaatsing in de tijd
Voor een deel is het een reactie op het expressionisme, waar het gevoel soms overheerste. Rond 1930 ontstond in de literatuur een zeer zakelijke, nuchtere manier van schrijven, ook wel de ‘Nieuwe Zakelijkheid’ genoemd, een onderdeel van het Modernisme. De stroming komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten, waar de toepassingen van staal, glas en beton (dus vanuit de architectuur), bij de bouw van wolkenkrabbers had geleid tot een strakke vormgeving. Willem Elsschot is vergelijkbaar met Marcellus Emants, die ook een zekere vorm van realisme en zakelijkheid in zijn boeken verwerkte, als voorbeeld ‘Een nagelaten bekentenis’.