Samenvatting maatschappijleer: verzorgingsstaat en werk
Als gevolg van de enorm gestegen welvaart en doordat we tegenwoordig in een verzorgingsstaat leven, is werken tegenwoordig minder belangrijk dan vijftig jaar geleden. Arbeidsongeschikten, ouderen of werklozen hebben tegenwoordig recht op een uitkering. Een verzorgingsstaat betekent in het kort dat de regering zich verantwoordelijk stelt voor het welzijn van de burgers. Toch neemt werken voor veel mensen een belangrijke plek in hun leven in. 'Werk' is tevens een belangrijk onderwerp van het vak maatschappijleer. Niet zo verwonderlijk, als je bedenkt dat maatschappijleer vooral een vak is dat je algemene kennis bijbrengt die je in je latere leven nodig kan hebben. Zeker als je binnenkort een proefwerk, tentamen of SE hebt, kan het handig zijn om de volgende informatie over dit belangrijke onderwerp nog even na te lezen: wie weet scheelt het je een paar punten.
Algemene informatie lesboek
- Titel: Thema's Maatschappijleer
- Jaar van uitgave: 2010-2011
- ISBN: 9789086740505
- Auteur: Th. Rijpkema
Wat verstaat men onder werken?
Onder werken of arbeid, verstaan we niet alleen maar het verrichten van taken om geld te verdienen. We verstaan iets onder werken als het aan de volgende kenmerken voldoet:
- Je verricht een bepaalde inspanning
- Je hebt er bepaalde capaciteiten voor nodig
- Je kunt eventueel gebruik maken van gereedschappen als machines, computers, etc.
- Er is vanuit de maatschappij behoefte aan
- Het heeft het leveren van een product of dienst als doel
Dingen die je doet vanuit een hobby vallen dus over het algemeen niet onder werk, want er is meestal geen maatschappelijke behoefte aan.
Arbeidsinhoud
Met de arbeidsinhoud bedoelen we de werkzaamheden die iemand verricht. De arbeidsomstandigheden hebben te maken met praktische aspecten als de apparatuur, het meubilair en de zwaarte van het werk.
Functies van werken
Werk heeft, naast dat je van je loon kunt rondkomen, ook een aantal andere functies:
- Het biedt je zekerheid op langere termijn; denk hierbij aan een hypotheek of een ander soort lening op afkoop. Je sluit dit soort leningen af, omdat je ervan uitgaat in de toekomst ook loon te ontvangen en ze af te kunnen betalen.
- Je doet sociale contacten op (collega's).
- Je identificeert jezelf met je werk (de meeste mensen zeggen dat ze acteur zijn, niet dat ze werken als). Ook geeft het een bepaald aanzien en status: de waardering die andere mensen aan een bepaald beroep geven.
- Het geeft een doel in je leven, doordat je meewerkt aan het leveren van goederen of diensten aan de maatschappij. Doordat je iets nuttigs doet, stijgt je gevoel van eigenwaarde.
Maatschappelijke positie
Je maatschappelijke positie is je plaats op de maatschappelijke ladder. De aspecten die bepalen hoe hoog of laag je op de maatschappelijke ladder staat, zijn:
- de hoogte van je inkomen
- De hoeveelheid macht en verantwoordelijkheid die je hebt
- Hoeveel kennis je ervoor nodig hebt
- Of je er speciale aanleg of ervaring voor nodig hebt
Sociale ongelijkheid
Doordat wij een maatschappelijke ladder hebben, accepteren we dat er verschillen zijn in macht en inkomen. De verschillen in inkomen en macht noemen we sociale ongelijkheid. Vanuit de politiek zijn hier verschillende standpunten over: links vindt dat alles gelijker verdeeld moet worden, rechts vindt dat minder belangrijk.
Invloed op je levenswijze
Je maatschappelijke positie heeft gevolgen voor je levenswijze. In het algemeen geldt dat mensen die een hogere maatschappelijke positie hebben gezonder leven, beter wonen, beter presteren op school, etc.
Arbowet en arbeidsvoorwaarden
Arbowet
In Nederland bestaan er regels waaraan een werksituatie moet voldoen. Deze staan beschreven in de Arbowet. Hierin staan de volgende eisen:
- het moet veilig zijn (bijvoorbeeld het gebruik van oordoppen bij veel lawaai).
- Het moet niet schadelijk zijn voor de gezondheid: er mag bijvoorbeeld niet met asbest gewerkt worden.
- Het moet geen negatieve invloed op het welzijn van de medewerkers hebben: het mag niet zinloos en geestdodend zijn. Bovendien mag iemand niet continu alleen werken, tenzij er geen alternatief mogelijk is.
Arbeidsvoorwaarden
De voorwaarden voor het werk dat je doet, zijn vastgelegd in een arbeidsovereenkomst. Deze kan opgezegd worden als zowel werkgever als werknemer dit willen, hoewel er wel vaak een opzegtermijn geldt. Er wordt een uitzondering gemaakt bij ontslag op staande voet: hierbij is een werknemer per direct ontslagen, wanneer hij of zij de algemeen geldende regels overtreedt. Op staande voet ontslag nemen is ook mogelijk, wanneer je bijvoorbeeld geen loon betaald hebt gekregen.
Qua arbeidsvoorwaarden wordt er onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire: onder primaire arbeidsvoorwaarden verstaan we onder andere het loon en de werktijden, onder secundaire arbeidsvoorwaarden verstaan we regelingen als promotiekansen, pensioenregelingen, e.d.
Vakbonden
Tegenwoordig bestaan er vakbonden. Dit zijn werknemers in een bepaalde branche, die bij elkaar komen en zo proberen met z'n allen betere arbeidsomstandigheden af te dwingen. Als vakbonden samengaan in één overkoepelende organisatie, wordt dit een vakcentrale genoemd.
Later zijn, als tegenreactie hierop, ook werkgevers zich gaan organiseren.
Sociale partners
Vakbonden en werkgeversorganisaties samen noem je sociale partners. Ze overleggen regelmatig met elkaar, waarbij ze collectieve (voor iedereen) afspraken proberen te maken. Als deze afspraken gemaakt zijn, noemt men dit een centraal akkoord. Afspraken die gemaakt worden voor een bepaalde arbeidstak, noemt men een collectieve arbeidsovereenkomst (cao).
Inspraak op de werkvloer
Hoewel in een bedrijf vaak één iemand de leiding heeft, is er voor werknemers vaak wel mogelijk om wat inspraak te hebben:
- Via het werkoverleg: hierin bespreekt een leidinggevende de actuele gang van zaken op de werkvloer. Vaak hebben werknemers hierin ook wat te zeggen.
- De personeelsvergadering: grote bedrijven hebben er minimaal twee per jaar. Hierin praten directie en werknemers over onder andere de toekomst van het bedrijf.
- De ondernemingsraad: een bedrijf met meer dan 50 werknemers is verplicht er één te hebben. De or-leden worden gekozen door de werknemers. Bij zaken die het personeel aangaan als uitjes en vakantieplanning, heeft de or instemmingsbevoegdheid. Wanneer het over de bedrijfseconomische beslissingen gaat, hebben ze alleen adviesbevoegdheid.