Boekverslag: Marion Bloem; Geen gewoon Indisch meisje
De hoofdfiguur inditboek, die soms als vertelster in de ik-vorm optreedt, is gesplitst in twee schijnbaar aparte personages. In de eerste plaats Sonja, die de nuchtere, rationele, aan de Nederlandse levensstijl aangepaste kant van haar persoonlijkheid vertegenwoordigt. En in de tweede plaats Zon (Indisch verbasterde vorm van de naam Sonja), die de oosterse, irrationele, in magie en dromen levende kant van dezelfde persoonlijkheid vertegenwoordigt.
Titel
De titel slaat op de hoofdfiguur Marion, die door een identiteitscrisis wordt verscheurd en daarom allesbehalve ‘gewoon’ is.
Motto/opdracht
Als motto bij het boek koos de schrijfster de strofe Schizofrenie van de Nederlands-Indische dichter G.J. Resink.
Opbouw
De roman kent een korte proloog en een korte epiloog. Daartussen bevinden zich drie hoofdstukken, getiteld ‘Vader’, ‘Moeder’ en ‘Boy’. Het eerste hoofdstuk is fragmentarisch opgebouwd uit jeugdherinneringen en beschrijvingen van een reis door Indonesië van de hoofd- figuur en haar Nederlandse vriend. Het staat in het teken van de Indische vader. Het tweede hoofdstuk heeft een tweede Indonesische reis van de hoofdfiguur als uitgangspunt, waarop zij haar moeder vergezelt. Het derde hoofdstuk staat in het teken van een verliefdheid op een Molukse jongen. Ook deze hoofdstukken zijn uit schijnbaar losse, associatieve fragmenten opgebouwd.
Vertelsituatie
De roman is vanuit verschillende perspectieven geschreven. Soms is er een ‘ik’ aan het woord, een in Nederland wonend Indisch meisje. Deze ik kent in het boek twee afsplitsingen, de ‘zusjes’ Sonja en Zon, die personaal in de derde persoon worden beschreven. De perspectiefwisselingen treden veelvuldig en verrassend, zo niet grillig, op. Dit past bij het fragmentarische karakter van het boek, waarin via associaties een innerlijke werkelijkheid wordt beschreven.
Tijd
Het boek verloopt niet-chronologisch. De hoofdpersoon maakt twee reizen naar Indonesië, die gefragmenteerd worden beschreven. Ook de jeugdervaringen van de hoofdpersoon worden niet-lineair, dat wil zeggen associatief en via ‘sprongen door de tijd’ verteld.
Ruimte
De roman speelt zich af op verschillende plaatsen in Nederland en Indonesië. Uitvoerige beschrijvingen van locaties, landschappen of gebouwen komen nauwelijks voor. Het lijkt de schrijfster er niet om te doen een beeld te geven van de uiterlijke wereld van haar hoofdfiguur. Ze concentreert zich op de innerlijke werkelijkheid.
Personages
De hoofdfiguur, die soms als vertelster in de ik-vorm optreedt, is gesplitst in twee schijnbaar aparte personages. In de eerste plaats Sonja, die de nuchtere, rationele, aan de Nederlandse levensstijl aangepaste kant van haar persoonlijkheid vertegenwoordigt. En in de tweede plaats Zon (Indisch verbasterde vorm van de naam Sonja), die de oosterse, irrationele, in magie en dromen levende kant van dezelfde persoonlijkheid vertegenwoordigt. Sonja en Zon beschouwen elkaar als ‘zusjes’. Zon delft in het boek het onderspit: zij pleegt in de epiloog een figuurlijke zelfmoord.
Andere belangrijke personages zijn de — Indische — ouders van de hoofdfiguur. Haar vader blijft terugverlangen naar zijn geboorteland, haar moeder kan niet aarden in Nederland. Verder treden onder meer in Indonesië levende familieleden op.
Belangrijk zijn ten slotte de vrienden van de ‘ik’, Sonja en Zon: de Nederlandse Ed en de Indische Boy. Deze laatste lijkt verschillende personages te omvatten net zoals Sonja en Zon afsplitsingen zijn van dezelfde figuur.
Motieven
- gespletenheid
- ontheemd zijn
- er niet bij horen, emotioneel isolement
- racisme
- familiebanden
- het tussen ‘oost’ en ‘west’ instaan
Thema’s
Het hoofdthema van de roman is het probleem van de Indische identiteit. Wie ‘Indisch’ of ‘Indo’ of ‘van gemengd bloed’ is, is niet Indonesisch én niet Nederlands. Maar wat dan wel? Waar hoor je bij, welke kant in je persoonlijkheid is het sterkst of belangrijkst? Met deze vragen worstelt de hoofdfiguur in het boek.
Auteur
Marion Bloem werd in 1952, als kind van Indische ouders, geboren in Arnhem. In 1976 studeerde zij af als klinisch psychologe. Zij had toen al verschillende kinderboeken op haar naam staan. Naast kinderboeken schrijft zij jeugdboeken en romans voor volwassenen, waarvan in 1983 de eerste wordt gepubliceerd: Geen gewoon Indisch meisje.
De veelzijdige Marion Bloem heeft ook films, documentaires en televisieprogramma’s gemaakt. De documentaire Wij komen als vrienden maakte zij samen met haar echtgenoot Ivan Woiffers. Zij is ook actief als beeldend kunstenaar en maakt voor haar eigen boeken de omsiagen. Ook exposeert ze in verschillende galeries. Marion Bloem heeft een passie voor reizen.
In haar boeken en films spelen de thema’s erotiek, intimiteit, passie en het zoeken naar een balans tussen behoud van eigenheid en aanpassing een grote rol.