Boekverslag: Naima El Bezaz; Weg naar het noorden
Ghali groeit op in Khemisset (Marokko). Zijn vader, een notse, autoritaire man, verlaat zijn moeder al gauw voor een an Dere vrouw. Ghali’s moeder voelt zich een ‘hezella’, een uitgestotene, en kwijnt langzaam weg van verdriet. Als zij sterft, wordt Ghali tegen zijn wil door zijn vader naar zijn oom Omar en tante Rahma in Meknès gestuurd.
De auteur
Naima El Bezaz kwam op vierjarige leeftijd vanuit Marokko naar Nederland. Ze wist al sinds haar zevende dat ze boeken wilde gaan schrijven. In 1995 verscheen haar debuut (en enige boek tot nu toe): De weg naar het noorden. Ze studeert rechten in Leiden. Na haar studie wil ze als journalist aan de slag én boeken blijven schrijven.
Titel
De roman gaat over de weg die Ghali aflegt van Meknès (Marokko), via Parijs (Frankrijk) naar Amsterdam (Nederland). Zijn tocht voert hem dus steeds verder naar het noorden. Hoe noordelijker Ghali komt, hoe meer ellende hij op zijn weg vindt.
Opbouw
Het boek telt 138 pagina’s. Het is opgebouwd uit een proloog, ‘gewone’ hoofdstukken en een epiloog. Achter in het boek vind je een lijstje met woordverklaringen, waarin je de Marokkaanse woorden kunt opzoeken.
‘Proloog’ betekent eigenlijk: ‘voorafspraak’, dat wat vooraf ging. Maar in deze proloog lees je wat Ghali aan het einde van zijn tocht, in Amsterdam, meemaakt. De epiloog (afsluiting) gaat verder waar de proloog is opgehouden. De proloog en de epiloog samen vormen dus eigenlijk het einde van het boek.
Het eerste ‘gewone’ hoofdstuk begint ongeveer twee maanden eerder, aan het begin van Ghali’s tocht, in Meknès. Ghali
ontmoet dan zijn oude jeugdvriend Sadi en vat het plan op om naar Europa te gaan. In de volgende hoofdstukken worden de belevenissen van Ghali chronologisch, dat wil zeggen van begin tot einde, verteld. Tussen hoofdstuk i (Meknès) en de epiloog (Amsterdam) verstrijken ongeveer twee maanden.
Alleen het derde hoofdstuk valt uit de toon: dit hoofdstuk is een ‘flashback’, en speelt zich ongeveer tien jaar eerder af in Khemisset. Je leest in dit hoofdstuk over Ghali’s jeugd, over de dood van zijn moeder en over zijn relatie met zijn zus en zijn vader. Ook wordt duidelijk hoe Ghali bij zijn oom in Meknès verzeild is geraakt.
Verteller
De weg naar het noorden is in de ik-vorm geschreven: Ghali vertelt zelf over zijn belevenissen in Meknès, Parijs en Amsterdam. Ook lees je wat hij voelt, en waarover hij nadenkt. Bijvoorbeeld: ‘Een plotseling gevoel van radeloosheid komt in me op. Ik ben een illegaal, zonder papieren, zonder verblijfsvergunning. Als ze me te pakken krijgen word ik het land uitgezet. Terug naar Marokko. Terug naar Fatima, die ik heb verlaten als een dief in de nacht. Minachtend zal ze me aankijken met haar allesdoordringende ogen. Ogen die zullen zeggen: zo, Ghali, is dat je ook niet gelukt?’ De andere personages zie je alleen door de ogen van Ghali: over hun gedachten en gevoelens kom je dus niet zoveel te weten.
De hoofdpersoon
Ghali groeit op in Khemisset (Marokko). Zijn vader, een notse, autoritaire man, verlaat zijn moeder al gauw voor een an
Dere vrouw. Ghali’s moeder voelt zich een ‘hezella’, een uitgestotene, en kwijnt langzaam weg van verdriet. Als zij sterft, wordt Ghali tegen zijn wil door zijn vader naar zijn oom Omar en tante Rahma in Meknès gestuurd. Daar wordt hij al gauw gedwongen om te trouwen met hun dochter Fatima.
In Meknès is Ghali doodongelukkig: hij is bang voor zijn schoonmoeder, en van zijn vrouw houdt hij helemaal niet. Bovendien is hij werkloos. Ghali voelt zich mislukt, een nietsnut. Hij heeft het gevoel dat hij op een dood spoor zit, dat zijn weg nergens heen leidt. Totdat hij aan zijn tocht naar Europa begint. Ghali verwacht — ten onrechte — dat aan het eind van de weg naar het noorden een gouden toekomst wacht.
Een opvallende eigenschap van Ghali is zijn naïviteit, zijn goedgelovigheid. Al vanaf het begin zijn er aanwijzingen dat zijn tocht naar Europa wel eens verkeerd zou kunnen aflopen. Zo heeft Yassine een erg onbetrouwbaar gezicht, en waarschuwen Ilan en Omar hem ook nog eens voor deze ‘spin’. Ghali is voor deze ongunstige voortekenen echter blind. Hij is wanhopig en moedeloos, en klampt zich vast aan een illusie.
Ghali krijgt in het boek twee keer — tegen zijn zin — een nieuwe naam. Wanneer hij uit Marokko vertrekt, krijgt hij papieren die op naam staan van Mohammed ben Salem. En als hij na de vechtpartij in Amsterdam bijkomt in het ziekenhuis, wordt hij door iedereen aangezien voor Karim. Zij hadden kort daarvoor per ongeluk elkaars jas aangetrokken, en in de jaszak van Karim zat toevallig zijn paspoort.
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hoe werkt een kompas?Een kompas is een belangrijk oriëntatiemiddel en maakt deel uit van verschillende moderne navigatieapparaten. Het dankt…