Cognitieve psychologie (H5 Palet van de psychologie)

- Basis uitgangspunten
- Verschillende uitgangspunten van de cognitieve psychologie en het behaviorisme, humanisme en psychoanalyse
- Model van de werkelijkheid
- Sociaal constructivisme
- Cognitie
- Waarnemingscyclus
- De stadia van Cognitieve ontwikkeling van Piaget
- Attributiestijlen
- A.B.C. Schema
Basis uitgangspunten
Verschillende uitgangspunten van de cognitieve psychologie en het behaviorisme, humanisme en psychoanalyse
Cognitieve psychologie is een reactie op het behaviorisme, de cognitieve psychologie werd niet alleen door deze kritiek gestimuleerd maar vooral door maatschappelijke ontwikkelingen.Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog ontstond er aandacht voor communicatie processen tussen mensen. Ervaringen uit de oorlog riepen vragen op zoals hoe lang kan iemand een bericht onthouden, hoe houd je de aandacht scherp. Dit is nog steeds het geval in de huidige maatschappij bestaat grote behoefte aan cognitieve theorieën. De introspectieve methode, waarbij werd uitgegaan van wat mensen zelf vertellen, werd in de begin periode van de cognitieve psychologie als onwetenschappelijk van de hand gewezen. Deze manier van werken is nog steeds erg dominant in cognitieve psychologie, deze benadering zet zich af tegen de psychoanalyse en de humanistische psychologie waar juist wel gebruik wordt gemaakt van wat mensen zelf te melden hebben.
Model van de werkelijkheid
Een andere ontwikkeling die van invloed is geweest op het ontstaan van de cognitieve psychologie is de taalkunde geweest. De doodklap aan het behaviorisme werd door de taalkundige Chomsky toegediend. Het behaviorisme ging uit van de veronderstelling dat een kind blanco ter wereld komt en dat het een zin gehoord moet hebben voordat hij het zelf kan verwoorden. Al snel bleek dat taalontwikkeling anders loopt, taalontwikkeling bij kinderen gaat veel sneller dan je op voorgrond van imitatie processen kunt veronderstellen. Kinderen en volwassenen produceren zelf zinnen die ze nog nooit gehoord hebben.Sociaal constructivisme
Zoals de naam al aan geeft wordt in deze theorie vooral het sociale aspect van mensen benadrukt. Hoe je de wereld waarneemt, zo stelt deze theorie, word bepaald door de taal en de kennis die in een maatschappij voor handen zijn. Ook het geheugen wordt daarbij opgevat als een sociaal verschijnsel je kan samen met je broer of zus herinneringen ophalen van vroeger.Cognitie
Cognitie is een moeilijk te definiëren begrip, het slaat op bewerking en ontwikkeling van kennis en informatie. Bij informatie verwerking spelen veel functies een rol. Je kunt dan denken aan: oriëntatie, geheugen, waarneming, psychomotoriek, aandacht, en concentratie. Vermogen tot probleem oplossen, beoordelen, sociale aanpassing, reactievermogen, leervermogen, en intelligentie.Waarnemingscyclus
De hypothese fase kenmerkt zich door verwachtingen van de persoon. De verwachtingen vinden hun oorsprong in de eerder opgedane kennis en in emoties uitgedrukt in een cognitief schema. Bijvoorbeeld bij de hond de kennis dat het een vierpoter is en eventueel de emotie dat je er bang voor bent. In de tweede fase staat informatieverwerving centraal. De binnenkomende informatie wordt op grond van de hypothese relevant of irrelevant geacht. Er vindt een selectie plaats. In de confirmatiefase vindt toetsing van de informatie plaats. Voldoet de informatie wel of niet aan de hypothese. Het cognitieve schema (blz 191 van het palet van de psychologie) worden bijgesteld en kan de cyclus opnieuw doorlopen worden.Voorbeeld, in Nederland kennen we namen die zowel bij mannen als vrouwen voorkomen zoals Chris en Rene, maar de meeste mensen hebben verwachtingen bij zo`n naam stel dat je een nieuwe collega krijgt die Chris heet, op grond van jouw cognitief schema zul je waarschijnlijk een man verwachten. De waarnemingscyclus kan dan als volgt lopen: tijdens de eerste kennismaking verwacht je een man(hypothese fase), Als jij uitkijkt naar een man (informatie fase) maar een vrouw met de naam Chris zich bekend maakt(confirmatie fase) zul je je hypothese moeten bijstellen je beseft dan oh ja, een Chris kan ook een vrouw zijn.
De stadia van Cognitieve ontwikkeling van Piaget
Sensomotorische faseHet eerste stadium, wordt de sensomotorische fase genoemd (0-2 jaar). Waarnemen en motoriek staan in deze fase centraal, in deze fase leert het kind onderscheidt te maken tussen zichzelf en de wereld. Dit gebeurd op basis van het handelen (motoriek). Het kind grijpt naar iets en het grijpen heeft effect. Eerst komt het grijpen daarna het begrijpen, het kind leert hierdoor dat hij invloed kan uitoefenen op zijn omgeving. Tijdens deze fase leert het kind objectconstantie hij leert dat als hij een object niet meer ziet of hoort het object nog wel bestaat. Als het kind dit heeft, heeft het de mogelijkheid verworven om innerlijke beelden (cognitieve schema’s) van objecten vast te houden.
Preoperationele fase
Het tweede stadium wordt de preoperationele fase genoemd (2-7 jaar). Het denken van het kind tijdens deze fase is strikt waarnemingsgebonden. Het kind kent nog geen denkprocessen die los van de waarneming staan. Bovendien kan het kind zich bij de waarneming en het denken dat daarop gebaseerd is, slechts op 1 aspect richten. Bijvoorbeeld een stukje klei waar je een poppetje van maakt is een poppetje geen stukje klei meer. Het denken van het kind is egocentrisch. Hij ziet zichzelf als centraal en almachtig het kind kan daar door denken dat gebeurtenissen door hem worden veroorzaakt, wat tot schuldgevoel kan leiden.
Doordat het kind geleerd heeft dat het zelf invloed kan uitoefenen op zijn omgeving, gaat hij achter elke waargenomen gebeurtenis een oorzaak zoeken.
Concreet operationele fase
Het derde stadium wordt de concreet operationele fase genoemd (7-11 jaar) in deze fase kan het kind minder egocentrisch zijn, het ontdekt dat er verschillende manieren van kijken zijn, dat een ander kind een ander gezichtspunt kan hebben. Het magische denken van bijvoorbeeld geloven in Sinterklaas maakt plaats voor het meer logische redeneren. Het volgende experiment is beroemd als je vloeistof van een laag en breed glas overgiet in een hoog en smal glas, wordt het vloeistof peil hoger, een kind in de preoperationele fase zal zeggen dat er meer vloeistof in het hoge glas zit, een kind in de concreet operationele fase zal zeggen dat er evenveel vloeistof in de glazen zit.
Formeel operationele stadium
Als hoogste stadium van de cognitieve ontwikkeling noemde Piaget het formeel operationele stadium (vanaf 11 jaar tot en met volwassenheid). Het kind kan in deze fase logisch redeneren, kan uit zijn hoofd rekenen en bij het experiment met het overgieten van vloeistof weet het kind het juiste antwoord te geven zonder dat hij het experiment zelf heeft waargenomen.