De GVO-cyclus en het ASE model
Gezondheidsvoorlichting- en opvoeding (GVO) is een onderdeel van het vakgebied van verpleegkundigen. Een belangrijke methodiek hierbinnen is de GVO-cyclus en het daarbij behorende ASE model. De GVO-cyclus helpt je bij het onderzoeken, uitwerken en de aanpak van een gezondheidskundig probleem wat je wilt gaan aanpakken. Voorbeelden van gezondheidskundige problemen zijn overgewicht onder kinderen, rugklachten bij verpleegkundigen of burnout onder werknemers binnen een bedrijf.
De GVO-cyclus
De GVO-cyclus bestaat uit 4 stappen die je allemaal moet doorlopen om een gezondheidskundig probleem goed aan te kunnen pakken.
Stap 1: Gezondheidskundige analyse
De
GVO cyclus begint met het op een systematische wijze inzicht verwerven in een gezondheidsprobleem. Het inzichtelijk maken van het gezondheidsprobleem vindt plaats in de
gezondheidskundige analyse. Daarin wordt het gezondheidsprobleem ‘uiteengerafeld’.
Algemene vragen die je jezelf kunt stellen over een
gezondheidskundig probleem zijn:
- Wat houdt het onderwerp in?
- Waar komt het voor?
- Hoeveel komt het voor?
Het is dus een verkenning van het onderwerp, je gaat nog niet in op oorzaken.
Als je bijvoorbeeld als onderwerp 'overgewicht bij kinderen' hebt gekozen, beschrijf je bij deze stap wat overgewicht bij kinderen precies inhoudt, waar het voorkomt, hoe vaak in Nederland het voorkomt enzovoort. Het zijn dus puur de feiten die je hierbij onderzoekt om zo een basis te krijgen voor je onderzoek.
Stap 2: Gedragsdeterminanten
In de tweede stap van de
GVO cyclus worden de factoren die het gedrag bepalen inzichtelijk gemaakt. Het gaat dan om het bestuderen van gedragingen die een relatie hebben met het gezondheidsprobleem. Dit worden de
gedragsdeterminanten genoemd. Het
ASE model kan je helpen bij deze stap.
ASE model
In het werkveld van de
gezondheidsvoorlichting, -opvoeding en –preventie wordt veel gewerkt met het zogenaamde
ASE model. Het model gaat er van uit dat veel menselijk gedrag tot op zekere hoogte beredeneerd is. Het model brengt de diverse determinanten in kaart die invloed hebben op gedrag.
ASE staat daarbij voor:
- Attitude houden de opvattingen van een persoon in, gebaseerd op bijvoorbeeld kennis, ervaringen en voorbeelden van anderen.
- Sociale invloed is de invloed of sociale norm die anderen uitoefenen om bepaalde gedragingen wel of niet te vertonen. De invloed van groepen waartoe de persoon behoort en de drang om zich aan te passen, is hier zeker een belangrijke factor.
- Eigen effectiviteit is de inschatting of iemand zekere gedragingen wel of niet uit kan voeren. Zelfbeeld, positieve en negatieve ervaringen, faalangst en persoonlijke kenmerken zijn hierbij relevant. Ook invloeden van buitenaf en financiële situatie kunnen meewegen in de eigen effectiviteit.
Als we kijken naar het voorbeeld van 'Overgewicht bij kinderen' kijk je bij deze stap dus naar de factoren die er voor zorgen dat overgewicht bij kinderen ontstaat.
Bij de A van het ASE model onderzoek je de opvattingen van ouders en kinderen; wat weten ze over overgewicht en wat is hun mening hierover, hoe is dit ontstaan?
Bij de S van het ASE model kijk je naar de sociale norm die er heerst over overgewicht, is er bijvoorbeeld verschil tussen stad en platteland, afkomst, sociale klasses.
Bij de E van het ASE model schat je in wat ouders en kinderen zelf kunnen doen aan het overgewicht. Waar hangt het succes vanaf? Is er een relatie met financiele mogelijkheden? Is de levensstijl van de ouders van invloed?
Stap 3: Gezondheidskundige interventies
Als een verpleegkundige inzicht heeft in de determinanten die aan het gedrag gerelateerd zijn en het gezondheidsprobleem bepalen, kan zij een poging gaan doen mensen aan te zetten tot ander, gezonder gedrag. Het aanzetten van patiënten(groepen) tot ander en gezonder gedrag vormt de derde stap van de
GVO cyclus. Dit gebeurt door
gezondheidskundige interventies.
Voorbeelden van interventies zijn:
- Voorlichting geven voor groepen
- Een brochure ontwikkelen
- Cursus opzetten
Bij ons voorbeeld over ' Overgewicht bij kinderen' kijk je terug naar de verzamelde informatie bij stap 1 en 2. Komt er uit je onderzoek duidelijk naar voren (voorbeeld!) dat overgewicht met name voorkomt in gezinnen waarbij ouders onvoldoende kennis hebben over gezonde voeding, in een omgeving leven waarbij men gezond leven minder belangrijk vindt en waar er geen geld is voor sporten, dan bereik je niet veel met een interventie als een brochure uitreiken op school. Grote kans dat de brochure ongelezen verdwijnt in de prullenbak. Je bereikt bij dit voorbeeld waarschijnlijk meer met een project op basisscholen, waarbij kinderen gaan sporten en leren over gezond eten en de ouders hier op een ongedwongen manier mee in aanraking komen.
Evaluatie van gezondheidskundige interventies
De systematiek van GVO zoals deze tot uitdrukking komt in de
GVO cyclus wordt afgesloten met het beoordelen van de effectiviteit van het hele proces. De evaluatie is zowel gericht op het beoordelen van de effectiviteit van de gezondheidskundige interventie als van het hele proces dat daaraan vooraf is gegaan.
Voorbeelden van onderdelen van deze stap:
- Het implementatieproces beschrijven van de uitgevoerde interventie
- De effectiviteit van de interventie beschrijven; bijvoorbeeld door een enquete te houden, reacties te peilen
In ons voorbeeld beschrijf je bij deze stap hoe je het project op gaat zetten en uit gaat voeren. Vervolgens gebruik je voor het peilen van het effect ook weer een manier die past bij de uitkomsten van je voorgaande stappen. Een schriftelijke enquete rondsturen zal hier minder aanspreken als een eindbijeenkomst waarbij kinderen bijvoorbeeld worden gewogen en iedereen zijn persoonlijke mening op een ongedwongen manier kan geven.
De
GVO cyclus van
gezondheidskundige analyse tot evaluatie verloopt dus in vier stappen. Het systematisch doorlopen van deze stappen heeft als doel een gezondheidsprobleem op te lossen. Dit betekent dat verpleegkundigen met deze systematiek van concrete, logisch opeenvolgende stappen, mensen proberen te bewegen zich anders en gezonder te gaan gedragen.