Creatief denken: Ideeën kiezen, ontwikkelen en activeren
Hoe handig is het om veel goede ideeën te hebben? Je hebt misschien wel honderden ideeën voor bijvoorbeeld het starten van een bedrijf, het schrijven van een verhaal of het oplossen van een probleem. Deze stapel ideeën moet je gaan uitpluizen om één idee te kiezen dat je uit gaat voeren. Maar hoe weet je nu zeker dat je het idee met de beste potentie hebt gekozen? Tijdens de convergerende fase van het creatief proces ga je focussen op het verminderen van het aantal ideeën en kies je één idee om verder te ontwikkelen.
De convergerende fase bestaat uit drie stappen. Je kiest, ontwikkelt en activeert waardoor je van te veel keuze naar één idee gaat. Het is natuurlijk belangrijk om een idee met hoge potentie te kiezen en te ontwikkelen en de ideeën met minder potentie achter je te laten liggen.
Kiezen
Welk idee ga je nu kiezen? Je kunt meerdere methodes loslaten op dit vraagstuk om zo tot de juiste conclusie te komen. Zorg, voordat je begint met het keuzeproces, dat het voor jezelf duidelijk is wat je initiële doel is en wat je criteria zijn. Zijn deze duidelijk? Dan kun je beginnen om ideeën weg te strepen.
Voor het diagnosticeren van de potentie van een idee kun je de COCD-BOX (Centre for development of creative thinking) gebruiken. Je maakt een selectie van verschillende soorten ideeën aan de hand van kleuren. De twee criteria die hierbij gebruikt worden zijn realiseerbaarheid en de vernieuwingskracht.
- Blauwe ideeën zijn ideeën die realiseerbaar en ‘gewoon’ zijn. Dit zijn vaak ideeën die tijdens een oppervlakkige brainstormsessie al bedacht worden.
- Rode ideeën zijn ideeën die realiseerbaar en origineel zijn. Dit zijn de ideeën waar je naar op zoek bent! Deze ideeën zijn vernieuwend en zouden, met wat moeite, realiseerbaar kunnen zijn.
- Gele ideeën zijn ideeën die niet realiseerbaar maar wel origineel zijn. Dit zijn de ideeën die vaak als eerste wegvallen.
Je kunt de COCD-BOX zelf invullen, maar je kunt ook door verschillende groepjes kleuren bij de ideeën laten noteren. Op deze manier kun je de keuzes vergelijken en een afgewogen COCD-BOX maken.
Enkele tips om het keuzeproces zo goed mogelijk te laten verlopen;
- Het kiezen én wegstrepen van ideeën kun je doen met een rationele motivatie of op gevoel. Luister naar je intuïtie wanneer je keuzes maakt.
- De ideeën die je kiest hoeven nog niet verder ontwikkeld te worden in deze fase. Baseer je keuze op het startpunt van het idee.
- Het kan soms moeilijk zijn, maar laat ideeën die je wegstreept los. Ook al heb je hard gewerkt aan een idee, dit betekent niet dat het de beste optie is.
- Vergelijk ideeën met elkaar, zodat de verschillen duidelijk worden. Hierdoor kun je beter een keuze maken.
Ontwikkelen
Nu je nog één of een klein aantal ideeën over hebt, kun je deze ideeën gaan ontwikkelen. In deze fase is het belangrijk dat ideeën van een concept naar een concreet plan veranderen. Misschien is een idee nog te vaag, is de toegevoegde waarde van het idee niet duidelijk of is het niet uitvoerbaar. Je gaat nu antwoord geven op de vraag ‘Wat staat er nog tussen het idee en de realisatie van het idee in?’. Je kunt voor het beantwoorden van deze vraag de ontwikkelcirkel, ofwel V3-cirkel, gebruiken.
De V3-cirkel
Tijdens het stappenplan van het V3-model ga je 3 V’s uitvoeren; je gaat het idee Vormgeven, je gaat beoordelen (je geeft een Vonnis) en je zult het idee moeten Verrijken.
Stap 1: Vormgeven
Het uitgebreid beschrijven van een idee is natuurlijk onmisbaar tijdens je creatieve denkproces. Je probeert een gedetailleerd beeld te vormen van je idee door dóór te denken en inzicht te krijgen in eventuele kansen en gebreken. Dit kan met verschillende technieken. Zo kun je bijvoorbeeld gebruik maken van een moodboard of ideeformulier. Je kunt tijdens deze stap ook een onbevooroordeeld persoon vragen laten stellen om zo tot nieuwe inzichten te komen.
Stap 2: Vonnis
Nu je je idee uitgebreid hebt beschreven en het helemaal duidelijk voor je is wat je idee is en inhoudt, kun je het gaan beoordelen. Doe dit niet vlak (‘ik vind het wel/niet leuk’), maar ga diep in op de verschillende kanten van het idee en vorm aan de hand daarvan je mening. Let hierbij op dat je rationeel bent; Als je een idee bedacht en uitgewerkt hebt, wil je misschien de negatieve kanten niet zien of uitspreken.
Stap 3: Verrijken
In deze stap ga je er voor zorgen dat jouw idee stevig staat. Dit betekent dat je misschien meer facetten moet toevoegen of minpunten moet oplossen. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld 2 of 3 plus- en minpunten van het idee op te schrijven en manieren te bedenken om deze minpunten aan te pakken. Let hierbij op dat een idee misschien alsnog minder goed kan blijken te zijn dan je had gedacht en je deze alsnog moet afstrepen.
Wanneer je alle drie de V’s hebt uitgevoerd ben je weer aan het begin van de ontwikkelcirkel beland. Met je verrijkte idee kun je nog eens de ontwikkelcirkel rondgaan om deze weer verder te verdiepen.
Activeren
Het is zo ver! Je hebt een idee gekozen en ontwikkeld. Wat moet er nu dan nog gebeuren om je idee uit te kunnen voeren? Je gaat nu je idee activeren. Tijdens het realiseren van je idee kun je de MBA-techniek (Motivatie, Buitenwereld en Actiepad) toepassen.
Motivatie
Je kunt ideeën bedenken en uitwerken tot je een ons weegt, maar als jij (of jouw team) geen motivatie heeft om het idee te realiseren zal je idee altijd een idee blijven. De belangrijkste factor om het idee te realiseren is enthousiasme en inzet. Let op dat er een verschil is tussen enthousiast zijn over het idee en enthousiast zijn over de realisatie van het idee. Zorg er dus voor dat jij (of jouw team) op één lijn zit en alle wilskracht zal inzetten om het idee te realiseren.
Buitenwereld
Jij bent (of jouw team is) nu helemaal enthousiast over het realiseren van het idee. Maar hoe zal de buitenwereld reageren op het idee? Door de reactie van de buitenwereld te anticiperen kun je je voorbereiden op eventuele weerstand. Je kunt dit doen door invulling te geven aan de zin ‘Dit idee zal een succes worden indien…’. Let tijdens deze stap op dat jij jouw idee van binnen en buiten kent en er dus al veranderingen zijn ontstaan in jouw beeld, maar er voor de buitenwereld nog niets is veranderd. Jouw idee zal dus duidelijk en logisch moeten worden getoond aan de buitenwereld.
Actiepad
Het is tijd om het actiepad voor het realiseren van je idee in kaart te brengen. Je kunt tijdens deze stap een actieplan opstellen waarin staat beschreven wie wat doet en wanneer. Je kunt invulling geven aan wie wat doet door de Will/Do-matrix te gebruiken. In deze matrix maak je een schema waarin je invult wat je wel en niet wil en gaat doen. Daardoor kun je vier categorieën activiteiten bepalen; wil ik niet/doe ik wel, wil ik niet/doe ik niet, wil ik wel/doe ik niet en wil ik wel/doe ik. Let op dat je prioriteiten stelt en strategisch bent op organisatorisch vlak. Zet de sterke eigenschappen van jouzelf (of jouw team) in en verdeel taken op de juiste manier.
Wanneer je alle stappen van de convergerende fase bent doorlopen ben je er klaar voor om je gekozen, uitgewerkte en geplande idee uit te gaan realiseren.