Onderwijs aan kinderen met hersenletsel schiet tekort
Het onderwijs aan kinderen met hersenletsel schiet tekort. Dat is de uitslag van een onderzoek naar de onderwijspraktijk, dat werd uitgevoerd in opdracht van de Hersenstichting en ZonMw. Waar gaat het mis? de onderzoeksresultaten.
Het aantal jongeren dat in een willekeurig jaar hersenletsel krijgt, is hoog. Jaarlijks lopen in Nederland minstens 12.000 kinderen en jongeren van 0 tot 19 jaar hersenletsel op. De reden is een val of een klap op het hoofd. Dan nog gaat het hier om de kinderen die in ziekenhuizen behandeld worden. Er is Amerikaans onderzoek dat stelt, dat er voor elk bekend geval van hersenletsel bij een kind of een jongere, 3 à 5 onbekende gevallen staan. Als je van deze cijfers uit zou gaan, kom je in Nederland op minimaal 32.000 kinderen en jongeren.
Verborgen hersenletsel bij kinderen
Er is een belangrijk verschil tussen hersenletsel bij kinderen en hersenletsel bij volwassenen. Dat onderscheid zit 'm in het feit dat de hersenen van volwassenen volgroeid zijn, terwijl de hersenen van kinderen in ontwikkeling zijn. Kinderen leren elke dag wel iets nieuws. Een belangrijk aspect van dat feit is dat lange-termijngevolgen bij kinderen vertraagd kunnen optreden. Kinderen kunnen last blijven hebben van cognitieve klachten zoals concentratiestoornissen, overgevoeligheid voor prikkels en het onvermogen prioriteiten te stellen. Het is zelfs mogelijk dat een kind van drie een hersentrauma oploopt, jarenlang functioneert alsof er niets aan de hand is, en pas op middelbare school problemen begint te krijgen.
Individueel onderwijsplan
Er is een zogenaamd Vilans-onderzoek gedaan, waaruit blijkt dat de meeste kinderen na hersenletsel behandeling afronden in het medisch circuit, en dan teruggaan naar hun oude school zonder dat er aanpassingen gerealiseerd worden. Wanneer er echter toch sprake is van specifieke aanpassingen op school, dan gaat het meestal om aanpassingen om eventuele lichamelijke beperkingen op te vangen. Volgens de regelgeving is echter voor elk kind met hersenletsel een individueel onderwijsplan noodzakelijk. In zo’n plan moet antwoord worden gegeven op drie centrale vragen: wat moet het kind leren, hoe kan dit bereikt worden en waar kan dit het beste gebeuren? Het bovenstaande doet het al vermoeden: in de praktijk komt zo'n plan zelden tot stand.
Onvoldoende aandacht
Waar wringt nou de schoen? Ten eerste hebben docenten vaak niet voldoende kennis over de mogelijke cognitieve gevolgen van hersenletsel. Een andere signalering is dat ouders vaak de problemen onderschatten, of de link niet leggen tussen geconstateerde problemen en het opgelopen hersenletsel. Al met al is het gevolg dat er te weinig actie wordt ondernomen. Dat scholen het water door allerlei wazige beleidsmaatregelen en -wisselingen plus een geringe overheidsprioriteit langzamerhand aan de lippen staat, is wel bekend. Dat geeft vaak weinig mogelijkheden om speciale aandacht te geven aan leerlingen met hersenletsel. Maar de problemen betreffen zelfs het speciaal onderwijs. Door de aangestelde onderzoeker, Dr. Eric Hermans van Vilans, werden alle 147 Nederlandse scholen voor speciaal onderwijs geenquêteerd. Er waren er maar vier die voldeden aan de gestelde normen uit een door onderwijsexperts opgestelde nota van eisen. Onderzoeker Hermans kwam met het advies om te zorgen voor betere informatieoverdracht door ziekenhuizen aan leerkrachten. Daardoor moet het in elk geval mogelijk zijn voor scholen om op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van leerlingen met hersenletsel.
Wie en wat
Het rapport van Dr. Eric Hermans heet 'Eindrapportage – Onderwijs aan leerlingen met niet-aangeboren hesenletsel: een inventarisatie van bestaande praktijken'.