Hoe zet je eenvoudig een tabel op papier?
Hier ga je vooral veel lezen over hoe je een tabel maakt, het opzetten van een tabel en het invullen van een tabel.
De turf tabel
Na het verzamelen van onderzoeksgegevens is het zinvol de gegevens te ordenen. Je krijgt dan een beter zicht op de gegevens. Een veel voorkomende manier van ordenen is turven. Hierbij tel je hoe vaak je een bepaalde waarde van een te onderzoeken verschijnsel tegenkomt. Je kunt dit overzichtelijk doen in een tabel die we een turf tabel noemen. In de eerste kolom van een turf tabel vermeld je de aangetroffen waarden van het te onderzoeken verschijnsel. Wanneer je een onderzoek doet naar de sport beoefening van leerlingen zijn de verschillende sporten die je tegenkomt de aangetroffen waarden. In de tweede kolom van de tabel turf je (door streepjes te zetten) hoe vaak je deze waarden hebt aangetroffen. Als er bijvoorbeeld 20 korfballers zijn, zet je dus 20 streepjes in de tabel achter 'korfbal'. Bij een groot onderzoek kunnen verschillende turf tabellen worden samengevoegd tot 1 grote.
Het opzetten van een tabel
Een tabel is meer dan een opsomming van getallen en woorden. Als je een tabel opstelt moet je daarin vermelden waar en wanneer het onderzoek is gedaan en door wie. Om deze zaken in een tabel te kunnen vermelden, moet je een tabel altijd:
- Een naam geven
- Uit (verticale) kolommen en (horizontale) rijen opbouwen, ook deze hebben een naam nodig en de maateenheid.
Op deze wijze ontstaan er verschillende vakjes, velden of cellen genaamd. De velden bovenaan in de tabel vormen de koppen van de verschillende kolommen. De linker velden van de tabel vormen samen de voorkolom (Dit is dus de meest linkse kolom). In de voorkolom vermeld je de verschillende waarden (categorieën) van het onderzochte verschijnsel. Je moet een tabel altijd van een bronvermelding voorzien. In de bronvermelding geef je aan waar de gegevens in de tabel vandaan komen.
Het gebruik van getallen in tabellen
Als er niet al te grote getallen worden gebruikt, hoef je geen getallen af te ronden. Maar wanneer de Rijksoverheid op de derde dinsdag in September de miljoenen nota openbaar maakt, wordt er gesmeten met bedragen van miljarden euro's.
In de tabellen plaats je zelden heel grote (bijvoorbeeld 9-cijferige) getallen. Dat zou een tabel onoverzichtelijk maken. Wanneer je grote getallen in een tabel moet plaatsen kun je ze 'verkleinen'. Je doet dit door in de kop van de kolom een bepaald vermenigvuldigingsfactor te zetten. Stel dat je 600.000.000 (zeshonderdmiljoen) in een tabel moet plaatsen. In de kop van de kolom zet je dan een vermenigvuldigingsfactor van 1.000.000 (een miljoen). Alle getallen in deze kolom moeten dan weer vermenigvuldigd worden met een miljoen. Het getal dat je in dit geval in de kolom moet zetten is dus 600 (want 600x 1.000.000 = 600.000.000). De getallen die je in de kolom zelf zet kunnen dus klein blijven. De tabel blijft daarmee overzichtelijk. Verkleinen van grote getallen doe je dus door de komma naar links te verschuiven.
Bij het afronden van getallen geldt altijd de algemene afrondingsregel. Deze regel stelt dat 'een half of meer' naar boven wordt afgerond en 'minder dan een half' naar beneden.
Bij het afronden op 100 kijk je naar de laatste 3 cijfers. Van het getal 14.690 is dat 690. Afgerond op een honderdtal wordt dat 14.700. Bij afronden op 1.000 (duizendtallen) let je op de laatste 4 cijfers. Bij afronden op 10.000 (tienduizendtallen) let je op de laatste 5 cijfers enzovoort.
Als je een getal afrondt, zal dit getal afwijken van de oorspronkelijke werkelijke waarde van het getal. Deze afwijkingen heffen elkaar gedeeltelijk op, omdat het afgeronde getal de ene keer groter en andere keer juist kleiner is dan het oorspronkelijke getal. Omdat de gemaakte fouten elkaar grotendeels compenseren, spreek je hier over toevallige fouten. Maar als je sterker afrondt, zie je dat de uiteindelijke fout (de afwijkingen van de werkelijke waarde) steeds groter wordt.
De opzetting van een tabel
De opzetting van een tabel ziet er als volgt uit:
- Een tabel bestaat uit regels en kolommen
- Een tabel heeft altijd een titel
- In de kolomkoppen vermeld je de soort informatie die in de betreffende kolommen staat. Ook de maateenheid en een eventueel gebruikte vermenigvuldigingsfactor vermeld je in de kop van de kolom.
- In de voorkolom (de meest linkse kolom) vermeld je de verschillende waarden (categorieën) van het onderzochte verschijnsel.
- Een tabel heeft (indien mogelijk) een bronvermelding.
- Een tabel is een overzichtelijke rangschikking van statische gegevens in regels en kolommen.