Dramaspel 'Bankje in het park' - improvisatie

In deze improvisatie-oefening draait het om hoe je in het echt zou reageren. Maar er zal ook groot en overdreven gespeeld worden, en er zal zeker veel gelachen worden. 'Bankje in het park' is erg leuk om met jongeren te doen, maar ook met volwassenen.

Korte samenvatting:

Improvisatie waarbij de speler die in de scène "springt" probeert de ander door middel van toneelspel weg te spelen.

Nodig:

Klaslokaal of zaal. Een bank of 3 stoelen. Eventueel stoelen om aan de kant te zitten.

Duur:

Bij een gemiddelde groep van ongeveer 15 personen moet je toch al gauw rekenen op 15 minuten. Zeker wanneer de oefening aansluit wil iedereen vaak nog een keer.

Leeftijd:

Vanaf groep 7.

Grootte groep:

Vanaf 6 personen. Niet geschikt voor grote groepen ivm de duur.

Doel:

Dit is een leuke en vrij gemakkelijke improvisatie-opdracht, waarbij het niet van belang is of je al wel eens toneel hebt gespeeld. Binnen een dramales kan de opdracht gebruikt worden om het principe van een inspring-spel (vorm van improvisatietheater) duidelijk te maken, of te werken aan het incasseren van het tegenspel van de ander. Voor een dramadocent kan deze opdracht ook bruikbaar zijn als oefening om een beeld te krijgen van het spelniveau en durf binnen een groep: je ziet alle spelers individueel spelen.

Het spel:

De spelers zitten aan de kant, voor hen is het speelvlak waar je een bank (of 3 stoelen naast elkaar) hebt klaargezet. De bank staat in het park: wanneer je op de bank zit, speel je jezelf, zoals je in het echt bent, zoals je in het echt zou reageren. Het enige wat je speelt is dat je in het park bent omdat je even rustig alleen op een bankje wilt zitten zonder gestoord te worden door anderen.

Bij een inspringspel mag een speler die een idee heeft, vanaf de kant in de scène "springen". Zo ook bij deze opdracht. Degene die inspringt heeft als doel om de de speler die al op het bankje zit, van het bankje te spelen. Dit doet de inspringer door middel van toneelspel: Hij neemt bijvoorbeeld de rol van een vieze, dronken zwerver aan en terwijl hij een levenslied zingt, gaat hij naast de andere persoon zitten. Degene die al op het bankje zit, moet reageren zoals hij ook in het echte leven zou reageren. In het echt zou hij misschien een stukje opzij schuiven, maar wanneer de zwerver iets te dichtbij komt om naar de i-pod te kijken, zou hij waarschijnlijk in het echt weggaan. Dus ook tijdens het improviseren speelt hij wat hij in het echt zou doen en gaat uiteindelijk weg. De "zwerver" heeft zijn doel bereikt, het bankje is niet meer bezet, en hij kan nu rustig als zichzelf op het bankje gaan zitten. De rol van "zwerver" was om de ander weg te spelen, nu is hij dus degene die weggespeeld kan worden, door de volgende die inspringt met een nieuwe rol en een nieuw idee.

Alles mag: degene die inspringt mag bij wijze van spreke ook een buitenaards wezen spelen die net idols heeft gewonnen. Het spel mag zo groot en overdreven zijn als de spelers zelf willen (Logischerwijs mag je de ander geen pijn doen - bij groep 7 en 8 is het nog wel eens nodig om dit te vermelden).

Coach vooral op het zo echt mogelijk reageren. Sommige spelers zullen zich niet zo snel weg laten spelen, omdat ze het simpelweg leuk vinden om op het speelvlak te staan. Je hebt liever dat iemand na 10 seconden wegrent en dus goed incasseert en reageert op het spel van de ander, dan dat iemand 3 minuten zit vol te houden dat hij echt wel zou blijven zitten. Vaak is dat ook minder interessant om naar te kijken.

Tip:

Maak van te voren een stapel briefjes met ideeën om in te springen: Het wil wel eens voorkomen dat je spelers in de groep hebt, die niet durven en/of niets kunnen verzinnen. Wanneer iemand echt niet durft, kun jij meespelen, zodat diegene het niet alleen hoeft te doen.
Probeer de spelers eerst zelf op ideeën te laten komen: Laat ze denken over wat zij zelf in echt nooit zouden willen meemaken.

Suggesties voor inspringen:

• Je hebt een onbedwingbare tik: Je tong valt de hele tijd uit je mond en je hebt het vaak niet eens door.
• Je bent een oude veteraan die steeds denkt dat de vijand er aan komt.
• Langzaam wordt je niet lekker, je begint te kokhalzen, je moet steeds bijna overgeven.
• Je bent een hysterisch vrouw die net afgestudeerd is aan de kappersacademie en je wil nu direct beginnen met het knippen van je eerste kapsel als afgestudeerd kapster.
• Je denkt je oude liefde te herkennen in de ander en vliegt de ander om de hals.
• Enzovoort!