Eenvoudige warming up met veel variaties - het kopieerspel
Deze warming up zou je voor een toneelles kunnen gebruiken, maar ook als onderdeel van een kennismaking wanneer je met een groep werkt. Er zijn tal van variaties mogelijk, en kan daardoor ook verschillende doelen hebben. Zo kun je de nadruk op concentratie leggen, maar je kan de opdracht ook gebruiken om deelnemers meer met hun lijf te laten bewegen.
Korte uitleg:
In de kring wordt een gebaar/beweging met geluid/woord doorgeven, net als een soort wave.
Nodig:
Een grote lege ruimte, bijvoorbeeld de gymzaal. Of schuif alle stoelen en tafels van een klaslokaal aan de kant. Buiten: als het lekker weer is op een grasveld of schoolplein.
Duur van het spel:
Als warming up kan je het spel 5 a 10 minuten doen. Met variaties en uitbreiding kun je ruim 40 minuten bezig zijn.
Grootte van de groep:
Kan zowel met grote als kleine groepen.
Doel:
Door coachen en afhankelijk van welke variant kun je de nadruk leggen op:
- Als warming up, om deelnemers fysiek los te maken en zowel lijf als stem op te warmen
- Bij een kennismaking: een losse, ontspannen sfeer creëren waarin iedereen meedoet
- Deelnemers stimuleren om meer en groter met hun lijf te spelen en uit te beelden
- Energiek met het lijf uitbeelden
- Concentratie
Leeftijd:
Vanaf groep 6 a 7 (variaties zijn bij de kleinsten vaak te ingewikkeld) In principe is de opdracht
geschikt voor vrijwel elke leeftijd. Ook zeer geschikt om met volwassenen te doen.
Verloop van het spel - de basis:
Introductie
De deelnemers staan in een grote kring. Ze staan niet te dicht op elkaar en hebben de ruimte om te bewegen. Vertel dat je een simpele korte beweging en geluid gaat voordoen, en vraag of de groep die meteen na kan doen (bijvoorbeeld: enthousiast met twee armen in de lucht zwaaien terwijl je roept "Joehoe!"). Doe dit nog een keer en vraag de groep of ze de beweging en het geluid zo precies mogelijk kunnen kopiëren. Nu draai jij je naar je rechterbuur en je legt uit "ik doe nu de beweging en geluid naar jou toe". Dit doe je en je vraagt vervolgens aan je buur of deze de beweging precies door kan geven aan zijn/haar buur. En ook deze geeft de beweging en geluid door aan de volgende buur enzovoort, tot de beweging helemaal de kring is doorgegeven en weer bij jou is.
Het spel
Je zult zien dat niet iedereen de beweging precies overneemt. Sommigen maken er een eigen beweging van, of ze doen de beweging maar half, of het geluid wordt ineens anders. Het kan zelfs letterlijk gebeuren als het woord bijvoorbeeld "Joehoe" was, dat iemand er "hallo" van maakt. Geef nog eens dezelfde beweging en geluid door, en vraag iedereen om het echt zo precies mogelijk door te geven. Spelers zullen zich hiervoor beter moeten concentreren. Als dit goed gaat, stop je niet als de beweging weer bij jouw is beland, maar laat je de beweging en geluid een paar keer rond gaan.
Dan ineens, wanneer jij de beweging weer krijgt, geef je de beweging terug, de andere kant op. Soms zal een groep meteen snappen dat de beweging dus ook de andere kant doorgegeven kan worden, maar het kan ook dat het ineens stopt en iedereen je aankijkt van "wat doe je nou?". Leg uit dat een beweging dus ook teruggeven kan worden. Leg ook uit dat ze nu dus nog duidelijker moeten richten wanneer ze een beweging doorgeven. Dus duidelijk draaien naar de gene aan wie je de beweging doorgeeft en oogcontact maken. (beweging wordt alleen aan naaste buren doorgegeven, niet naar de overkant). Bij kleine kinderen zal je nog wel eens zien dat een beweging eindeloos blijft hangen tussen twee kinderen. Probeer dat te voorkomen, of zet 1 van de kinderen anders op een andere plek in de kring.
Wanneer een beweging saai begint te worden na vele rondes, stop het spel. Zet weer een andere nieuwe beweging in. Of vraag de deelnemers of er iemand is, die een leuke beweging en geluid wil inzetten. Laat die persoon het eerst voordoen, voordat je straks zit met een hele flauwe of energieloze beweging.
Opmerking: je zult merken dat de beweging geleidelijk aan toch iets zal veranderen. Dit gebeurt vaak onbewust, soms alleen al omdat iemand onbewust een andere kwaliteit van bewegen heeft, of letterlijk een hogere of lagere stem. Dit is niet erg. Maar wanneer je merkt dat iemand regelmatig expres iets aan een beweging of geluid verandert, probeer daar dan op te coachen: neem de beweging exact over!
Variatiemogelijkheden:
Twee bewegingen
Als het principe van kopiëren en doorgeven duidelijk is, kun je het wat moeilijker maken. Eerst werd er 1 beweging doorgegeven, nu ga je
een tweede andere beweging daarbij inzetten. Deelnemers moeten dus goed op blijven letten, en zich bewust blijven van waar beide bewegingen in de kring zijn. Het kan zelfs voorkomen dat iemand zowel van links als rechts beide bewegingen krijgt. Zaak is dan om dan rustig te blijven en beide bewegingen 1 voor 1 weer door te geven. Wanneer dit goed gaat, kun je overwegen om nog een derde in te zetten. Het kopieerspel kan wel eens tot veel lol leiden, maar op deze manier moeten de deelnemers beter concentreren om het te blijven volgen.
Tikkie bij
Wanneer je de deelnemers wilt stimuleren om nog meer met hun fysiek te gaan spelen, meer te overdrijven, het groter te maken, kun je deze variant gebruiken. Doordat iedereen meedoet, zijn de deelnemers sneller geneigd om er in mee te gaan. Het kan bijvoorbeeld helpen om de durf en het lef bij de deelnemers te stimuleren. Vertel de deelnemers dat wanneer ze een beweging doorkrijgen, ze de beweging
een klein tikkie meer mogen overdrijven als ze de beweging doorgeven. In het begin zul je zien dat de meesten geneigd zullen zijn om dit met hun stem te gaan doen. Wanneer je merkt dat men zich gaat overschreeuwen, probeer op tijd te stoppen. Bespreek even kort manieren om te overdrijven zonder dat ze hun stem meteen kapot schreeuwen. Door iets meer slow motion in een beweging aan te brengen, lijkt het vaak al meer overdreven. Ook in de mimiek kun je vaak nog iets meer overdrijven. Wanneer slowmotion wordt toegepast heb je ook meer de tijd om een beweging groter te maken. Het hoeft ook niet realistisch te blijven. Wanneer de beweging bijvoorbeeld is 'aan een bloem ruiken', kan de bloem heel groot worden. Coach op het geleidelijk opbouwen van overdrijven, en niet meteen de overtreffende trap in te zetten. Dan blijft er voor de anderen niets meer over om te overdrijven.
Reageren
Deze variant kan volgen op de vorige variant, maar kan ook als losse variant gebruikt worden. Bij deze variant worden de deelnemers gestimuleerd om hun creativiteit te gebruiken. Naast dat de beweging wordt doorgegeven, kan een deelnemer er ook voor kiezen om
ineens een hele andere beweging en geluid in te zetten als reactie op de vorige beweging. Laat de beweging eerst rond gaan voordat er weer gereageerd mag worden, anders wordt er niet meer gekopieerd, gaan mensen teveel nadenken over leuke originele reacties. Stimuleer de deelnemers om niet te veel in hun hoofd te gaan nadenken, maar spontaan te blijven reageren.
wedstrijd
Deze variant kan ook op vorige varianten volgen, maar kan ook meteen nadat de basis duidelijk is. Het gaat hier wederom om concentratie, maar nu op een andere manier. Ging het eerst nog om oplettendheid en focus, bij deze opdracht gaat het erom dat de spelers hun lach kunnen inhouden. Schiet je om jezelf of om de anderen in de lach, moet je uit de kring, doe je niet meer mee. Wanneer je de variant van overdrijven gebruikt, geef je de spelers ook nog een middel om de andere spelers aan het lachen te krijgen. Het leuke van deze variant is, dat het aan de ene kant heel veel plezier oplevert, er zal veel gelachen worden, maar aan de andere kant zullen deelnemers proberen met steeds meer concentratie proberen te spelen. Ze vinden namelijk dat ze beter hun best moeten doen om niet zo snel in de lach te schieten. Leg de verantwoordelijkheid bij de deelnemers: jij kan zelf niet iedereen in de gaten houden of ze in de lach schieten, laat ze eerlijk zijn en er dan zelf uitstappen.
Je kunt de variaties op zichzelf doen, maar je kan ook opbouwen naar de wedstrijd toe. Vaak blijkt wel dat het lastig wordt om de 2 bewegingen bij de andere variaties vol te houden. Maar dat kun je zelf inschatten, wanneer het te chaotisch wordt.