Anatomie van het oor

Hoe zit het oor inmekaar en hoe werkt het oor. Waardoor kunnen we horen en hoe wordt geluid omgezet. Hieronder een klein stukje anatomie en de werking van het oor beschreven.

Werking van het oor

Ons gehoororgaan kunnen we ruwweg indelen in twee delen. Het geleidingsdeel en een perceptief deel. In het perceptieve deel wordt de mechanische energie van geluid omgezet in electrochemisch signaal dat via de gehoorzenuw naar de hersenschors wordt geleid. In de hersenen speelt het proces van perceptie plaats. Hier worden we ons bewust van de aanwezigheid van geluid en vindt de uiteindelijke waarneming ervan plaats.

Geluid

Door het geluid gaat het trommelvlies bewegen. Daardoor gaan de worden de beentjes in het middenoor ( hamer, aambeeld en stijgbeugel) ook in beweging begracht. De stijgbeugel brengt deze trilling over op het slakkenhuis. In het slakkenhuis wordt een vloeistof in trilling gebracht die dat weer doorgeeft aan hele fijne haarcellen.Door het bewegen van de haarcellen ontstaat er een spanningsverschil wat weer doorgegeven wordt aan de gehoorzennuw, die dat vervolgens weer aan de hersenen doorgeeft.

Het uitwendige oor

De gehoorgang en de oorschelp zijn samen het uitwendige oor. De oorschelp bestaat uit kraakbeen met een dun laagje huid.
De oorschelpen zijn niet beweegbaar, en spelen daarom een kleine rol bij het richting horen. Het buitenste deel van de gehoorgang bestaat ook nog uit kraakbeen met een laagje huid, en het binnenste deel van de gehoorgang bestaat uit bot, met een laagje huid. De gehoorgang loopt iets omhoog in een S vorm en is ongeveer 2,5 cm lang. In het buitenste deel van de gehoorgang bevinden zich haartjes en een aantla kliertjes die oorsmeer maken. Het oorsmeer zorgt er voor dat er vuil en stofdeeltjes blijven in blijven hangen. Dit orsmeer wordt langzaam door de haartjes naar buiten gewerkt.

Het middenoor

Het middenoor begint aan het eind van de gehoorgang, daar zit ook het trommelvlies. Aan het trommelvlies zit de steel van de hamer vast. De hamer is weer verbonden met het aambeeld en de stijbeugel. Dit worden de gehoorbeentjes genoemd.
Deze beentjes zorgen ervoor dat geluidstrillingen op het trommelvlies terecht komen en worden dan getransporteerd naar het binnenoor.

De stijgbeugel zit op zijn beurt weer vast aan het oval venster: de voordeur van het binnenoor.

De gehoorbeentjes liggen in de trommelholte die gevuld is met lucht. Door de buis van Eustachius staat de trommelholte in verbinding met de buitenlucht.

Het middenoor moet er voor gaan zorgen dat geluid zonder verlies van energie omgezet wordt in een trilling van vloeistof dat in het slakkenhuis zit. Binnengekomen geluid moet van lucht dus overgaan op vloeistof.

Het binnenoor

Het binnenoor is met vloeistof gevuld en ligt in het rotsbeen. Het binnenoor bestaat uit het vestibulum, de halfcicelvormige kanalen en het slakkenhuis. De halfcircelvormige kanalen zorgen ervoor dat bewegingen van het lichaam opgevangen worden. Het slakkenhuis zorgt ervoor dat geluid wordt waargenomen. Wanneer het geluid de vloeisstof van het slakkenhuis heeft bereikt en deze in trilling brengt,zorgt een drukgolf in het slakkenhuis ervoor dat door die trilling via de stijgbeugel het ovale venster naar binnen wordt geduwd en het ronde venster naar buiten wordt gedrukt. Door de drukgolf in het oor zorgt het basilair membraan in et slakkenhuis ervoor dat er fijne haarcellen in beweging worden gebracht die het geluid doorgeven aan de gehoorzenuw van de hersenen. Hier worden de trillingen in geluid omgezet.